Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Arib over mogelijk ongeoorloofde promotie
door farmaceutische bedrijven (2030411920)
1.
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat artsen door geneesmiddeelnfabrikant Astra
Zeneca betaald krijgen voor het voorschrijven van een specifiek geneesmiddel?
1.
Ja.
2.
Vindt u het van belang om te weten in hoeverre ook andere farmaceutische bedrijven zich
schuldig maken aan ongeoorloofde promotie? Zo ja, hoe gaat u daar achter komen?
2.
Het onderhavige bericht is nog niet door nader onderzoek met concrete bewijzen
onderbouwd. Een dergelijke handelswijze is door de Codecommissie van de CGR
ondubbelzinnig als onwettig en onethisch bestempeld. Nadere klachten of signalen, hetzij bij
de Stichting CGR, hetzij bij de IGZ, hetzij bij het meldpunt van DGV, zullen nader onderzocht
worden.
3
Hoe beoordeelt u dergelijke praktijken in het licht van de door u beoogde gereguleerde
marktwerking in de gezondheidszorg, nu eens te meer blijkt dat de farmaceutische industrie
de ongeschreven en geschreven wetten van de vrije markt aan de laars lapt?
3.
Als dergelijke praktijken daadwerkelijk voorkomen, acht ik dit een bijzonder kwalijke zaak.
Harde bewijzen daarvoor heb ik echter nog niet.
Wel acht ik het van belang dat partijen die zelf een Code hebben opgesteld die gunstbetoon
aan banden legt, deze ook ten volle naleven, zowel in strikt juridische zin als ook in moreel
en ethisch opzicht. De kracht van zelfregulering is wat mij betreft nu juist dat de
gehanteerde normen gedragen worden door de partijen die het aangaat.
4.
Kunt u aangeven in hoeverre u met de nieuwe Geneesmiddelenwet een einde denkt te
kunnen maken aan deze omkooppraktijken?
4.
Ik hecht er aan u in herinnering te roepen dat medio 2001 de toenmalige minister, mevrouw
Borst, een serieuze poging heeft ondernomen tot een strictere regeling op het terrein van de
gunstbetoon te komen. Dit aangescherpte besluit is destijds - op uitdrukkelijk verzoek - de
Tweede Kamer voorgelegd. Ondanks herhaaldelijke verzoeken heeft de Kamer dit besluit
nimmer geagendeerd om met de toenmalige minister van VWS daarover inhoudelijk van
gedachten te wisselen. Wel heeft de Kamer de veldpartijen ter zake geconsulteerd.
In de nieuwe Geneesmiddelenwet zijn de bepalingen met betrekking tot publieksreclame
enigszins aangescherpt, daarnaast bevatten de beleidsregels een aanscherping op het terrein
van gunstbetoon.
2
5.
Wat is er sinds de ongeoorloofde promotieactiviteiten van geneesmiddelenfabrikant Bayer
door u ondernomen ter bestrijding van ongeoorloofde promotie? In hoeverre heeft de klacht
die tegen Bayer is ingediend geleid tot sanctionering door de Stichting Code
Geneesmiddelenreclame (CGR)?
5.
De klacht die bij de CGR tegen Bayer is ingediend is op dit moment nog in behandeling door
de Codecommissie. De uitspraak van de Codecommissie wordt op korte termijn verwacht.
6.
Wanneer kan de Kamer het verslag van de Inspectie over de resultaten van zelfregulering
ontvangen?
6.
Ik verwacht dit verslag nog dit voorjaar te kunnen aanbieden aan de Kamer.
7.
Hoe staat het met de plannen die u heeft aangekondigd in het laatste algemeen overleg over
geneesmiddelenbeleid om belasting te gaan heffen op reclame-uitgaven?
7.
Ik kom op dit punt binnenkort terug.
8.
Kunt u aangeven welke rol de Nma, de FIOD/ECD en/of een toekomstige Zorgautoriteit
kunnen spelen ter beperking van de promotie van geneesmiddelen?
8.
Voorzover de promotie van geneesmiddelen wordt bestreken door mededingingsbeperkende
afspraken is er een rol weggelegd voor de NMa op grond van de Mededingingswet. Thans
houdt de Inspectie voor de Gezondheidszorg toezicht op de naleving van het Reclamebesluit
geneesmiddelen in aansluiting op het privaatrechtelijke toezicht dat de farmaceutische
sector (De Stichting CGR) zelf uitoefent. Vooralsnog zie ik daarom geen rol weggelegd voor
de FIOD-ECD of de toekomstige Zorgautoriteit in dit kader.
9.
Vindt u dat de huidige zelfregulering ten aanzien van promotie en reclame van de
farmaceutische industrie goed functioneert? Zo ja, keurt u de genoemde activiteiten goed?
Zo neen, wat gaat u concreet doen, om ervoor te zorgen dat farmaceutische bedrijven zich
bezighouden met het fabriceren van geneesmiddelen met een normale
prijs/kwaliteitsverhouding? Hoe gaat u ervoor zorgen dat er eindelijk een einde komt aan het
beïnvloeden van artsen en apothekers met cadeautjes, kortingen en bonussen en wat er al
niet meer verzonnen wordt? Kortom, wanneer zorgt u ervoor dat geneesmiddelen
voorgeschreven en afgeleverd worden op niet anders dan puur medische gronden?
9.
Ten behoeve van een zorgvuldig oordeel over het functioneren van de huidige zelfregulering,
wacht ik graag de bevindingen van de Inspectie terzake af. Aan de hand van deze evaluatie
zal ik mij tevens beraden over eventuele vervolgstappen.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport