Ministerie van Justitie
Vreemdelingenzaken en Integratie
Persbericht ministerraad
23 april 2004
KABINET STEMT IN MET NIEUW INBURGERINGSSTELSEL
Nieuwkomers en oudkomers worden verplicht in te burgeren in de Nederlandse samenleving. Aan de
inburgeringsverplichting is pas voldaan wanneer het inburgeringsexamen is behaald. Deze
resultaatverplichting past bij de eigen verantwoordelijkheid waarop het kabinet hen wil aanspreken. De
nieuw- en oudkomers voeren de regie over de eigen inburgering. De ministerraad heeft op voorstel van
minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie ingestemd met de Contourennota, waarin het
nieuwe inburgeringsstelsel - zoals afgesproken in het regeerakkoord - wordt geïntroduceerd.
Reguliere vreemdelingen (hoofdzakelijk de gezinsvormers en -herenigers) dienen vóór hun komst naar
Nederland de basistoets inburgering in het land van herkomst met succes af te leggen. Deze eis om in
aanmerking te komen voor een machtiging tot voorlopig verblijf wordt via een apart wetsvoorstel in de
Vreemdelingenwet 2000 opgenomen. Wanneer een nieuwkomer zich vestigt in een Nederlandse
gemeente en zich inschrijft in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), wijst de gemeente de
nieuwkomer op zijn inburgeringsplicht en de daarbij horende rechten en plichten. Er wordt schriftelijk
vastgelegd dat de inburgeringsplichtige zich na zes maanden moet melden, zodat de gemeente de
voortgang kan blijven volgen. Betrokkene is vrij in de keuze voor een opleidingsinstelling en cursus. De
gemeente bepaalt een tweede moment waarop de voortgang wordt getoetst. Het niet nakomen van de
meldplicht wordt gesanctioneerd met een bestuurlijke boete. De financiële prikkel van een
gemaximeerde vergoeding achteraf wordt aan een termijn gebonden. Binnen drie jaar moet
het inburgeringsexamen worden gehaald wil men in aanmerking komen voor een vergoeding. Na die
drie jaar blijft de inburgeringsplicht bestaan, maar volgt geen vergoeding meer. Als de nieuwkomer na
vijf jaar nog niet is ingeburgerd volgt een bestuurlijke boete. De inburgeringsplicht voor
asielgerechtigden is pas aan de orde als een eerste tijdelijke verblijfsvergunning wordt afgegeven. Voor
Nederlandse nieuwkomers (onder wie de Antillianen en Arubanen) geldt de inburgeringsplicht na
inschrijving in de GBA. Een vergunning voor onbepaalde tijd kan pas worden verkregen als het
inburgeringsexamen is gehaald.
Ook voor oudkomers geldt dat zij worden verplicht het inburgeringsexamen te halen. Oudkomers die
over bepaalde diploma's beschikken zijn uitgezonderd van de inburgeringsplicht. Rond de 450.000
oudkomers in Nederland hebben een taalachterstand. Gezien de grootte van de groep stelt het kabinet
bij de handhaving hiervan een prioritering voor. Twee groepen worden hierbij genoemd: de
uitkeringsgerechtigden die beschikbaar moeten blijven voor de arbeidsmarkt en degenen die geen
betaalde arbeid en geen uitkering hebben (voornamelijk allochtone vrouwen in achterstandsposities).
Voor deze laatste groep koopt de gemeente cursussen in en betaalt de inburgeringsplichtige een eigen
bijdrage. Over de exacte benadering en begeleiding van de uitkeringsgerechtigden zal de komende tijd
nader overleg plaatsvinden.
RVD, 23.04.2004
Ministerie van Algemene Zaken