april 2004
Nadruk op intensieve samenwerking bij beheersbaarheid epidemieën (23
april)
Samenwerken is het kernbegrip gedurende het congres 'Outbreak!
Beheersbaarheid bij biologische dreiging' waar vandaag bestuurders uit
heel Nederland praatten over het managen van risico's van epidemieën.
"Samenwerking staat of valt met goede persoonlijke relaties met
mensen", vertelt dr. Colin D'Cunha, voormalig Chief Medical Officer of
Health in Ontario als hij de SARS-bestrijding in Canada evalueert.
"Dat is goed om je te realiseren. Investeer daarom in die relaties."
Ook Godelieve van Heteren, lid van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer
en deelnemer aan de discussie met politici, benadrukt die concrete
samenwerking op de werkvloer. "We moeten aandacht hebben voor mensen
die het moeten doen, meer nog dan voor de papieren samenwerking die is
vastgelegd in draaiboeken en protocollen."
Dr. D'Cunha blikt terug op de SARS-epidemie in 2003 in Toronto,
waarbij 44 mensen overleden en 27.000 mensen in quarantaine werden
geplaatst. Hij benadrukte dat oefenen met draaiboeken van groot belang
is. "Een echte uitbraak is geen goed moment om te oefenen." Ook gaf
hij aan dat investeringen in infectieziektebestrijding na de uitbraak
meer dan verdubbeld zijn in Canada. Hij riep de zaal op dit voorbeeld
vooral te gebruiken in onderhandelingen met de rijksoverheid. "Wacht
niet met investeren tot de crisis zich aandient."
Ton van Dijk, Regionaal Geneeskundig Commandant (RGC)
Hulpverleningsregio Haaglanden en directeur GGD Den Haag benadrukt dat
samenwerking van groot belang is binnen 'de regionale driehoek', die
door de korpsbeheerder voor de regio Haaglanden is uitgebreid tot een
vijfhoek met de Regionale Brandweer Commandant en de RGC. Die
samenwerking begint bij het gedegen voorbereiden. Van Dijk vertelt dat
de verschillende partners verschillende doelstellingen hebben, die zij
onderling duidelijk moeten communiceren. Van Dijk vindt het belangrijk
om protocollen te volgen, maar "blijft zelf natuurlijk wel nadenken".
Uitgepraat
Frank Kerckhaert, burgemeester van Hengelo en voorzitter van de
stuurgroep Versterking Infrastructuur voor Infectieziektebestrijding
(VISI) is het met Van Dijk eens dat het van belang is dat alle
partners meepraten en -denken over protocollen. Hij benadrukt echter
dat een centrale regierol onmisbaar is. "Er komt een moment dat we
uitgepraat zijn en aan het werk gaan met de protocollen."Kerckhaert
liep in zijn presentatie vooruit op het eindrapport van VISI dat hij
in juli 2004 verwacht. "Bij een grote uitbraak is het belangrijk de
hulpverlening snel op te schalen. Infectieziektebestrijding kent
zoveel specialismen, dat de huidige GGD-en daar doorgaans de klein
voor zijn. De stuurgroep VISI stelt daarom een basisstructuur voor van
25 GGD-en, in plaats van de huidige 40. Deze basisstructuur komt
overeen met de veiligheidsregio's, waarin politie, brandweer en GHOR
samenwerken."
Duidelijk
In een plenaire discussie met Tweede Kamerleden kwam de traditionele
samenwerking tussen overheden op landelijk, regionaal en lokaal niveau
ter sprake. Politici van PvdA, VVD en CDA erkennen dat de
taakverdeling duidelijk moet zijn. "De overheid heeft voldoende
bevoegdheden", aldus Kamerlid Edith Schippers van de VVD. "Die
bevoegdheden zijn niet altijd duidelijk. Recente voorstellen voor
wijzigingen in de wet die de aanwijzingsbevoegdheid regelt, brengen
daar verbetering in." Ook zouden betrokken partijen een open blik
moeten hebben voor hun vakgenoten in de regio, die niet tot de
traditionele ketenpartners behoren, zoals microbiologen die verbonden
zijn aan ziekenhuizen, werd voorgesteld vanuit de zaal. Dagvoorzitter
Els Borst-Eilers stelde voor dat het ministerie van VWS, GGD Nederland
en de Vereniging voor Microbiologen deze opmerkingen meenemen als
'huiswerk'.
Het congres werd georganiseerd door de GGD Den Haag in samenwerking
met de GGD Zuid-Holland West en Geneeskundige Hulpverlening bij
Ongevallen en Rampen (GHOR) Haaglanden. Het congres werd bezocht door
circa tweehonderd openbaar bestuurders en vakspecialisten. Het gaat
dan om vertegenwoordigers van gemeentebesturen, brandweer, GGD-en,
politie en GHOR. Daarnaast waren er vertegenwoordigers van onder meer
academische ziekenhuizen, de regionale ambulancevoorziening en de
Voedsel en Waren Autoriteit.
Gemeente Den Haag