Ministerie van Economische Zaken Berichtnaam: Vragen van het lid Van Velzen (SP) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over mogelijk voornemen Thales tot beëindigen actieve acquisitie in JSF-project. (Ingezonden 30 maart 2004) Nummer: 535 Datum: 23-04-2004

De Minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst, heeft deze vragen als volgt beantwoord. Ministerie van Economische Zaken


1 Hoe beoordeelt u het beëindigen door Thales Nederland van acquisitiewerkzaamheden om grote orders in de VS te krijgen?


Voor zover mij bekend heeft Thales haar acquisitieactiviteiten ten behoeve van JSF-contracten niet beëindigd en zijn er regelmatig contacten met Amerikaanse en Britse JSF-partijen. Zo heeft Thales onlangs nog deelgenomen aan een bedrijvenmissie onder leiding van de heer van Hoof, bijzonder vertegenwoordiger industriële aangelegenheden JSF, aan het Verenigd Koninkrijk. Recentelijk heeft Thales vanuit de Verenigde Staten een aantal Requests For Proposal (RFPs) ontvangen.


2 + 4 Bent u, net als de woordvoerder van Thales Nederland, van mening dat de terughoudendheid van de Amerikaanse partners om technologieën met Europese partners te delen, Thales Nederland belemmert in het verkrijgen van opdrachten uit de VS? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen, zodat Nederlandse bedrijven een evenredig deel van de orders van de SDD-fase bemachtigen? Zo neen, bent u dan van mening dat Thales Nederland om andere redenen er niet in slaagt voldoende orders te verwerven? Welke redenen zijn dat volgens u?
Deelt u de mening van Thales dat de regering harder moet onderhandelen met de Amerikaanse partners? Zo neen, waarom niet?


Het punt van de gebrekkige technologieoverdracht door de Amerikanen speelt de Nederlandse industrie sinds het begin van deelname aan de SDD-fase parten. Niet alleen de Nederlandse industrie, maar ook de industrie uit andere partnerlanden, loopt tegen dit probleem aan. In antwoord op vragen van de heer Kortenhorst van 6 oktober 2003 en van 15 juli 2003 is gemeld dat de Nederlandse regering regelmatig overleg voert met, en druk uitoefent op, de Amerikaanse overheid om tot versoepeling van exportrestricties te komen. Dit heeft onder andere geleid tot een versnelde procedure voor het aanvragen van exportvergunningen voor projecten in het kader van het JSF-programma. In enkele individuele gevallen heeft de overheid faciliterend kunnen optreden. Daarnaast heeft Nederlandse druk ook een rol gespeeld bij het (voorlopig) vermijden van strengere Buy American-bepalingen. Het is echter een weerbarstige materie die de Nederlandse overheid continue onder de aandacht brengt bij Amerikaanse gesprekspartners.


Voorts blijft de overheid druk uitoefenen op Amerikaanse (hoofd-) aannemers om de gewekte productieomzetverwachtingen in de toekomst waar te maken.


De Nederlandse overheid heeft haar inspanningen ten behoeve van de ondertekenaars van de Medefinancieringsovereenkomst (MFO) geïntensiveerd. Hiermee beoogt de overheid vooral de kansen voor de MFO-leden beter te identificeren en hen maximaal te positioneren voor opdrachtverwerving. De overheid heeft echter geen uitvoerende rol bij het opstellen van de offertes en bij het voeren van contractonderhandelingen. Zie voorts beantwoording van vragen 3, 4 en 5 van de leden Timmermans en Blom (nummer 2030411660).


3 Heeft het tegenvallende aantal orders voor de Nederlandse defensie-industrie gevolgen voor de businesscase? Zo ja, welke?


Tot op heden hebben Nederlandse bedrijven en instituten ruim $ 200 miljoen aan SDD-opdrachten gerealiseerd. Voor de businesscase zijn alleen omzetten uit de productiefase van belang. Deze fase is echter nog niet begonnen.