Postadres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Postbus 20001 der Staten-Generaal
2500 EA Den Haag Plein 2
Bezoekadres 2511 CR DEN HAAG
Binnenhof 19, Den Haag
Telefoon
070 - 356.44.12
Fax Datum Kenmerk Onderwerp
070 - 363.32.14 23 april 2004 04M465608 Commissie-benoeming en
samenstelling nieuw Commissie
Zeer geachte Voorzitter,
In reactie op uw brief van 10 maart jl. (kenmerk 204-021), waarin vervat het verzoek
van het lid Bos omtrent de samenstelling en de benoeming van de eerstvolgende
Europese Commissie, licht ik hieronder de procedurele gang van zaken bij de
samenstelling van de Commissie toe.
Tijdens het aanstaande Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie zal een
nieuwe Europese Commissie aantreden. Per 1 november zal de eerste Commissie
aantreden die op basis van het Verdrag van Nice zal worden samengesteld. De
nieuwe Commissie zal in beginsel tot november 2009 in functie zijn.
De toekomstige samenstelling van de Commissie zal in enkele opzichten veranderen
ten opzichte van de huidige.
Ten eerste zal deze Commissie ook Commissarissen uit alle toetredende landen
omvatten. Reeds per 1 mei aanstaande zullen Commissarissen uit de toetredende
landen actief zijn in de huidige Commissie. In de nieuwe Commissie zullen de
toetredende lidstaten ieder één Commissaris in de Commissie hebben.
Ten tweede zijn er veranderingen in de omvang van de Commissie. In het verdrag
van Nice is bepaald dat in de nieuwe Commissie elke lidstaat één Commissaris zal
leveren. Dit betekent een verandering ten opzichte van de huidige regeling, die de vijf
grootste lidstaten het recht gaf twee Commissarissen in de Commissie te hebben.
Tenslotte bevatten de huidige besprekingen over een nieuw verdrag voor een
Europese Grondwet elementen die de toekomstige samenstelling van de Commissie
kunnen beïnvloeden. Het is echter niet aannemelijk dat deze elementen reeds van
invloed zullen zijn op de eerstvolgende Commissie.
Meer in het bijzonder is gevraagd naar de benoemingswijze van de nieuwe
Commissie-voorzitter en de nieuwe Commissarissen. Ook daarin zijn met het
inwerking treden van het verdrag van Nice veranderingen opgetreden. Zowel Raad
als Europees Parlement heeft daarbij een belangrijke rol te spelen.
In onderling overleg zal de Europese Raad een kandidaat voordragen, waarvan de
Europese Raad meent dat deze geschikt is voor het ambt van Commissie-voorzitter.
De Europese Raad neemt dit besluit met gekwalificeerde meerderheid. De
besluitvorming hierover is te verwachten bij gelegenheid van de Europese Raad van
juni a.s.
Na de voordracht door de Europese Raad is het Europees Parlement aan zet. De
voordracht van de Europese Raad dient immers door het EP goedgekeurd te
worden. Het Europees Parlement heeft hiertoe in een procedure voorzien, waarbij de
aanstaande Commissie-voorzitter grondig wordt beoordeeld.
De voorzitter van het Europees Parlement verzoekt de aanstaande Commissie-
voorzitter zijn plannen voor de komende Commissie-periode schriftelijk uiteen te
zetten. Dit betreft zowel zijn inhoudelijke agenda, alsook een grove schets van de
opzet van de nieuwe Commissie. Op basis van die verklaring vindt een debat plaats
tussen Europees Parlement en aanstaande Commissie-voorzitter. Ook het
voorzitterschap van de Raad wordt voor dit debat uitgenodigd. Na dit debat besluit
het Europees Parlement met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen over de
voordracht van de Europese Raad.
De planning van het Europees Parlement gaat ervan uit dat dit debat en deze
stemming zullen plaatsvinden tijdens de plenaire sessie van juli 2004 (21-22 juli). De
ervaring, opgedaan bijvoorbeeld bij de aanstelling van de huidige Commissie, leert
dat in dit debat het Voorzitterschap nauwelijks een inhoudelijke rol heeft. Niettemin
zal, indien het voorzitterschap daartoe door het Europees Parlement wordt verzocht,
het dan zittend Voorzitterschap het debat bijwonen.
Na de goedkeuring door het Europees Parlement zullen vanuit de lidstaten
kandidaten worden voorgedragen voor het ambt van Commissaris. Deze zullen
vanuit de lidstaten bij de aanstaande Commissie-voorzitter worden ingebracht,
conform de procedures die daarvoor in de lidstaten gelden. In Nederland zal dit
gebeuren na bespreking en besluitvorming door de ministerraad.
Volgens het Verdrag van Nice zal Nederland één kandidaat voordragen. Het is thans
nog niet duidelijk of de onderhandelingen over het grondwettelijk Verdrag ertoe
zullen leiden dat lidstaten voortaan drie kandidaten moeten voordragen en of de
nieuwe Commissie-voorzitter zal vragen deze bepaling bij de samenstelling van de
Commissie in 2004 reeds voorlopig toe te passen. Over deze mogelijkheid sprak ik
op 20 november jl. met uw Kamer. Vooralsnog ga ik ervan uit dat Nederland deze
zomer één kandidaat zal voordragen.
De Tweede Kamer zal worden geïnformeerd over het besluit van de regering inzake
de Nederlandse voordracht.
Pagina
2/3
Nadat de namen verzameld zijn, stelt de Raad de lijst met kandidaten vast. Dit besluit
wordt met gekwalificeerde meerderheid genomen. Deze aanmelding van kandidaten
uit de hoofdsteden alsmede het besluit door de Raad daarover zullen in de
zomermaanden genomen worden.
De aanstaande Commissie-voorzitter is eerstverantwoordelijke voor de verdeling van
de portefeuilles. In de periode van aanmelding en kort daarna zal de aanstaande
Commissie-voorzitter portefeuilles aan individuele Commissarissen toewijzen.
Hierbij spelen ervaring en kennis een belangrijke rol.
Het Europees Parlement is vervolgens aan zet bij de beoordeling van de individuele
Commissarissen en de Commissie als college in zijn geheel. Het Europees Parlement
nodigt, in overleg met de aanstaande Commissie-voorzitter, de individuele
Commissarissen uit voor individuele hoorzittingen. Daarbij dienen de aanstaande
Commissarissen een verklaring af te leggen over het beleid dat zij zich als
Commissaris voornemen te voeren. In die hoorzittingen zal zowel de algemene
geschiktheid van de voorgedragen Commissaris worden gewogen, alsook zijn
specifieke geschiktheid voor de portefeuille waarvoor hij of zij wordt voorgedragen.
Na afloop van deze individuele hoorzittingen, verschijnt de Commissie als college
voor het Europees Parlement voor een plenair debat. Bij dat debat worden alle leden
van de Raad uitgenodigd. Het Europees Parlement zal vervolgens dit college als
geheel goedkeuren, door een meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Deze individuele hoorzittingen, evenals het debat met het college, zijn voorzien voor
de plenaire sessie van oktober 2004.
Ten slotte is het de Raad die de Commissie benoemt. Na goedkeuring door het
Europees Parlement stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de
Commissie aanstellen. Dit zal gebeuren in de tweede helft van oktober 2004, zodat
de nieuwe Commissie per 1 november aanstaande haar functie kan aanvangen.
De MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken,
mr. dr. J.P. Balkenende
Pagina
3/3
Ministerie van Algemene Zaken