Socialistische Partij
Tribune 4
Het Wad wacht af
Interview Arjo Klamer
Bottenvrouw Clea Koff
Buurtconcierge Theo niet correct
Column Marijnissen
Elke, één van de 43.626
Dekker minimaliseert inspraak ruimtelijk beleid
22-04-2004 * Minister Dekker van VROM wil een drastische wijziging in
het ruimtelijke ordeningsbeleid in Nederland invoeren, maar
minimaliseert de mogelijkheden tot maatschappelijke inspraak over de
koerswijziging. Niet alleen is deze werkwijze waarschijnlijk in
tegenspraak met bestaande regelgeving, maar het kan op termijn tot
eindeloze en kostbare bezwaarprocedures leiden en dus tot onnodige
vertraging. Een ommezwaai in beleid moet gepaard gaan met zorgvuldige
democratische inspraak, betogen Krista van Velzen (SP), Wijnand
Duyvendak (GroenLinks) en Co Verdaas (PvdA).
Minister Dekker De Nota Ruimte legt de ruimtelijke inrichting van
Nederland voor de komende 15 jaar vast. Gezien het ingrijpende
karakter van de Nota is een zorgvuldige procedure met ruimte voor
serieuze inspraak voor ons vanzelfsprekend . Wanneer minister Dekker
al lang bezig is met haar autobiografie, moet Nederland leren leven
met de gevolgen van haar beleid. Het is voor ons dan ook
onbegrijpelijk dat minister Dekker de Nota Ruimte niet presenteert als
een nieuw plan maar als een voortzetting van het beleid van haar
voorgangers - en toen was er al inspraak, stelt zij.
De Nota Ruimte vertegenwoordigt een radicale koerswijziging ten
opzichte van het naoorlogse ruimtelijke beleid. Tot en met het
aantreden van Balkenende I werd ervan uitgegaan dat ruimte een schaars
goed is in Nederland en dat de overheid de verantwoordelijkheid heeft
deze te beheren; een zogenaamde "toelatingsplanologie". Onder Pronk,
die de procedure startte die nu moet uitmonden in de Nota Ruimte, werd
dit beleid vertaald in rode en groene contouren die aangaven waar
gebouwd mocht worden (rood) en waar niet (groen). Bundeling en
concentratie moesten in de visie van de Paarse bewindsman leiden tot
compacte steden en een duidelijk onderscheid tussen stad en
platteland. Dekker vindt het idee van rode en groene grenzen te
beperkend en geeft daarom in haar Nota de lagere overheden meer ruimte
om zelf in te kunnen vullen hoe en waar zij willen bouwen. Los van het
politieke oordeel over deze inhoudelijke koerswijziging, kan dit niet
worden afgedaan als een nadere uitwerking van de Vijfde Nota van
Pronk.
Ook qua sturingsfilosofie lijkt zich een fundamentele breuk af te
tekenen. Tegenover de sterke regisserende rol die Pronk voor ogen had,
stelt zij een gedecentraliseerde aanpak voor. Een verandering in
sturingsfilosofie kan echter grote effecten hebben op de inrichting
van ons land op de lange termijn. Ook dit rechtvaardigt dus de
opvatting dat de Nota Ruimte een nieuw plan is en geen uitwerking van
de vijfde Nota.
De minister heeft haast want er moet vaart komen in het bouwen van
woningen waar Nederland op zitten wachten. Haar eigen ministerie
publiceerde echter afgelopen maand de resultaten van een onderzoek
waaruit blijkt dat er voorlopig voldoende ruimte is voor nieuwbouw. In
dit geval geld het adagium haastige spoed is zelden goed. De
wettelijke termijn voor inspraak op een eerste conceptnota is 12
weken. Voor een plan met een planhorizon tot 2020 een alleszins
acceptabele termijn. De Kamer adviseerde minister Dekker overigens om
de Landsadvocaat om advies in deze kwestie te vragen. Waarom zij dit
niet deed is onduidelijk, of zou het zijn dat ze bang is dat het
advies haar niet zou zinnen?
In reactie op de vele bezwaren uit het land over de beperking van
inspraakmogelijkheden belooft minister Dekker nu een breed
maatschappelijk debat. Als maatschappelijke organisaties dan per se
wat willen zeggen, dan mag dat - in twee keer tien minuten. Dit is
echter niet hoe het in de wet is voorzien. De ruimtelijke inrichting
van Nederland tot het jaar 2020 vergt meer dan eventjes bijbabbelen.
Wij willen daarom de minister hierbij oproepen niet haar
verantwoordelijkheden voor het betrekken van de samenleving bij
cruciale beslissingen te ontlopen. De Nota Ruimte biedt de
mogelijkheid om het kabinetsmotto van "meedoen" praktisch handen en
voeten te geven.