Onderzoek van het Katwijks dialect afgerond; Alles over het Katwijk nu
in één boek bij elkaar
Katwijkse dialectsprekers blijken nog voor gemiddeld vijftig procent kennis
te hebben van hun dialect. Dit is een van de conclusies uit het proefschrift
van Leendert de Vink. In Dialect en dialectverandering in Katwijk aan Zee
onderzocht hij welke veranderingen zich in deze tijd in het Katwijks dialect
voltrekken en welke factoren daarop van invloed zijn. Aan het onderzoek
deden 84 Katwijkse dialectsprekers mee, in leeftijd variërend van 20 tot 70
jaar. Dit boek is de eerste grondige studie van het Katwijks sinds de boeken
van Overdiep & Varkevisser, De volkstaal van Katwijk aan Zee (1940) en het
Woordenboek van de volkstaal van Katwijk aan Zee (1949). Het boek bevat een
uitgebreide en overzichtelijke grammatica, waardoor het een naslagwerk is
voor iedereen die meer wil weten van het Katwijks. In mei verschijnt van De
Vink nog Kleine grammatica van het Katwijks, met een woordenlijst, een
boekje over het Katwijks voor een breder publiek.
Katwijk aan Zee is altijd een gesloten gemeenschap geweest. Daardoor is het
dialect er goed bewaard gebleven. Maar wat gebeurt er met het dialect als de
standaardtaal meer invloed krijgt?
In Dialect en dialectverandering in Katwijk aan Zee worden de veranderingen
in kaart gebracht die zich in deze tijd in het Katwijks voltrekken. Het
dialect verandert, maar het verandert niet in alle opzichten even sterk.
Sommige onderdelen uit het dialect blijken stabieler te zijn dan andere. Uit
eerder onderzoek is voor dialecten een zogenaamde stabiliteitshiërarchie
afgeleid, met de volgende onderdelen (van meer naar minder stabiel): de
fonetiek (dat is het accent waarmee mensen spreken), de syntaxis (de
zinsbouw), de bijwoorden, de lexicale fonologie (de klanken), de morfologie
(de verbuiging en vervoeging van woorden) en de inhoudswoorden. Uit het
onderzoek van De Vink blijkt dat het Katwijks zich in dit opzicht
grotendeels gedraagt zoals andere dialecten. Net als in andere dialecten
zijn het de inhoudswoorden die het snelst uit het dialect verdwijnen.
Typische dialectwoorden dus, zoals het Katwijkse onterjuin (voor het
Nederlandse brutaal), zullen we dus steeds minder vaak horen.
Het Katwijks neemt een bijzondere plaats in ten opzichte van de andere
Nederlandse dialecten in het gebruik van de verkleinwoorden. Die scoren
verschrikkelijk hoog. Typerend voor het Katwijks is de combinatie van een
enkelvoudsvorm op -je (zoals in het Nederlands) en een meervoudsvorm op -ies
(zoals in het omringende Hollands). Katwijkers zeggen dus ien bakje - twie
bakkies, terwijl het in het Nederlands bakje - bakjes is en in het Hollands
bakkie - bakkies. De combinatie van in het enkelvoud -je en in het meervoud
-ies blijken de Katwijkers dus nog goed te kennen.
Wat is nu de oorzaak van de veranderingen in het dialect? Uit het onderzoek
van De Vink blijkt dat de factor frequentie een grote rol speelt. Dit
betekent dat wanneer iets vaker in het dialect voorkomt, het zich beter
handhaaft en het minder snel verandert. Als iets minder vaak voorkomt,
handhaaft het zich minder goed en verandert het sneller. Zo komt de
Katwijkse klank ie, voor een Nederlandse ee, veel voor in het dialect, in
onder andere de woorden stien, twie, bien, gien en hiete, maar komt de
Katwijkse klank àèu, voor een Nederlandse au, weinig voor in het dialect,
alleen in de woorden blàèuw, flàèuw, gràèuw, làèuw, klàèuw en ràèuw, woorden
die ook nog eens weinig gebruikt woorden. Doordat de ie vaker voorkomt dan
de àèu, blijkt deze klank zich beter te handhaven.
Leendert de Vink, Dialect en dialectverandering in Katwijk aan Zee. Delft,
Eburon, 2004. ISBN 90 5972 019 9. ¤ 29,90.
Gemeente Katwijk