D66

Nederland moet opkomen voor duurzame wereldeconomie

Voedsel, ruimte en groen

Boris van der Ham


20-04-2004 - De Nederlandse overheid moet actief opkomen voor duurzame ontwikkeling. Bij het debat over dit onderwerp in de Tweede Kamer, heeft D66-kamerlid Boris van der Ham de regering op het hart gedrukt om kopgroepen te vormen met andere landen die een hoge prioriteit leggen bij het milieu en bij duurzaamheid. Van der Ham: We moeten ons niet aanpassen aan de middenmoot. Als we beweging willen de goede kant op, moeten we zelf ook iets in beweging zetten. Verdroging, woestijnisering, klimaatveranderingen en verlies aan biodiversiteit zijn hele reële bedreigingen voor grote delen van onze planeet. Er moeten een aantal landen bereid zijn voorop te lopen met vernieuwend beleid. Wat D66 betreft hoort Nederland bij die kopgroep.

Hieronder een samenvatting van de bijdrage van Van der Ham aan het debat van 20 april:

Boris van der Ham: Het dilemma waarmee de wereld zit wat betreft duurzame ontwikkeling is kort samen te vatten met het bekende zinnetje uit de Driestruiversopera van Brecht: eerst het vreten, dan de moraal. Want iedereen zal zeggen dat ze voor een mooi milieu zijn, tegen de zeespiegelstijging, en voor het beschermen van regenwouden en zeldzame dieren, maar er moeten wel aardappels op tafel s avonds, of rijst, of maïs, of welk eten dan ook, als er al eten is. Kortom: hoe combineren we de moraal van morgen, met de behoeften van vandaag? Hoe combineren we de zorg voor de toekomstige generaties met de primaire belangen van de generatie van vandaag die ook moeten leven? Dat is de vraag.

En het gekke is dat we op die vraag, die wereldomvattend is, ook nog best het antwoord weten. We moeten af van de olie-gebasseerde economie en we moeten duurzame, renewables gebruiken (en weten zelfs ook al welke dat moeten zijn: wind, zon, waterstof), we moeten minder materialen weggooien en meer hergebruiken, we moeten ervoor zorgen dat de handel in de wereld zodanig wordt dat iedereen een leuke boterham kan eten.

Het doel is wel bekend. Maar de weg ernaartoe is de onderwerp van discussie. En met een mooi woord heet dat de transitie, de overgang. En het woord transitie is de kern van duurzame ontwikkeling. Welke stappen moet je zetten tot de ideale situatie, hoe maak je vernieuwing mogelijk, hoe betaal je het en wie gaan nieuwe dingen uitvinden?

We hebben ook nog te maken met ideeën over de toekomst die we nog niet kennen. Kiezen in onzekerheid noemt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid het.

Lets stop talking, lets go walking- zei de premier op de duurzaamheidstop in Johannesburg in 2002. Een beetje steenkolen engels, dat wel -en steenkolenengels is niet echt gepast op een duurzaamheidstop zou je zeggen- maar het was goed bedoeld.

Hij had ook nog een ander citaat: You must be the change you wish to see in the world. Dat is ook een prachtige uitspraak: je moet de verandering zijn die je voor de wereld wilt. Een citaat van Mahatma Gandhi.

In dat licht zou ik willen vragen hoe de regering zich wil verhouden tot de aanbeveling in het rapport Omgaan met kennis in transities van de raad voor ruimtelijk, milieu en natuuronderzoek, namelijk dat vernieuwing niet kan zonder nieuw, dwars denken. De raad zegt wel dat je daarin niet te ver moet gaan. Maar waar wil Nederland dwars liggen, en met wie gaan we die nieuwe dingen doen?

Als het gaat om de echt grote problemen van onze tijd. Armoede, energie, biodiversiteit, water, dan kunnen we die alleen maar in Internationaal verband aanpakken. We moeten daarbij een creatieve meedenker zijn, een aanjager, een golfopwekker.

Daarbij gaat het om ideeën, maar daarna al heel snel om iets veel bassalers, namelijk diplomatie. Diplomatie is het gereedschap voor een goed milieubeleid en voor duurzaamheid. Nederland doet dat nog niet goed genoeg. Het Poldermodel zorgt voor veel versnippering van het beleid: iedereen doet een beetje aan duurzaamheid. De hokjes tussen de ministeries moeten worden doorbroken. Daarnaast heeft Nederland haar goede positie verspeeld door het vaak te laat invoeren van Europese wet- en regelgeving. Dit overigens niet de schuld van dit Kabinet maar vooral van de ambtsvoorgangers van de ministers. Ik roep de regering op om het achterstallig onderhoud zo snel mogelijk in te halen. Een ambitie die past in de gedachte van het kabinet, en iets waarmee we onmiddellijk tot de koplopers van Europa zouden gaan behoren.

Er zijn zon twintig grote mondiale problemen die we in ongeveer twintig jaar moeten oplossen, of er tenminste een start mee hebben gemaakt. Huidige instituties voldoen niet aan de benodigde flexibiliteit. De Onderdirecteur van de Europese vestiging van de Wereldbank, de heer Rischard, heeft een boek geschreven over de problematiek. Hij pleit voor netwerkafspraken tussen landen, bijvoorbeeld voor visserij, of een andere invulling van de G7 of de G20 om tot snellere standaarden te komen.

Er zijn goede voorbeelden van kopgroepen. Zo zijn de CFKs in betrekkelijke korte tijd uit de spuitbussen verdwenen. Ook de Global Dams Commission heeft een aantal richtlijnen uitgedaan over dammen en ecosystemen waar sindsdien redelijk lippendienst aan is geboden. Dat de kopgroep gedachte ook in internationaal opzicht kan werken hebben we gezien tijdens de top in Johannesburg. Daar hebben de EU samen met de aanstaande toetreders samen met Canada, Brazilië, Noorwegen, IJsland en Nieuw Zeeland aangegeven hardere doelstellingen na te streven voor duurzame energie dan wat mondiaal nodig was. Wat D66 betreft zou Nederland ook een kopgroep moeten vormen op het gebied van dierenwelzijn, om bijvoorbeeld het castreren van biggen tegen te gaan.

D66 is er van overtuigd dat technologische vernieuwing, milieutechnologie een voorwaarde zijn om te kunnen voortbestaan. Maar er is wel haast bij het vernieuwen. En daar maak ik me zorgen over. Want ondanks de Lissabon-doelstellingen zie ik nog niet hoe Europa en daarin Nederland echt grote stappen maken. Zeker als je het vergelijkt met Amerika en Azië. George Bush staat niet bekend als een groot milieudenker. Maar als waterstof mogelijk een mooie groene nieuwe energiedrager blijkt voor de toekomst dan en misschien iets goed zou kunnen betekenen voor de Amerikaanse economie, dan krabt Bush even achter zijn oren en zegt tegen een groep wetenschappers: ga er maar onderzoek naar doen, hier heb je 1,2 miljard dollar en ik wil binnen paar jaar resultaat zien. Het effect van zon gebaar en zon enorme berg geld is dat the best and the brightest zich samendrommen als bijen in een bijenkorf om het hogere honing van de waterstofeconomie te onderzoeken. Dit soort leiderschap zie ik Prodi nog niet tonen, of Walstrom. Het zelfde doet Amerika nu met de witte biotechnologie, die zeer milieuvriendelijke toepassingen kent (en die soms wel een energiebesparing rond chemicaliën kent van 40% en die dus uitermate geschikt is om te voldoen aan de Johannesburgdoelstelling dat in 2020 het gebruik van chemicaliën sterk moet worden teruggebracht): er wordt vanuit de politiek leiderschap getoond op het gebied van onderzoek en er wordt niet kinderachtig gedaan met de bedragen die daarvoor ter beschikking worden gesteld. Hoe wil de minister van Economische Zaken dat leiderschap in de EU bewerkstelligen, want dit is nu uitgerekend een uitdaging aan de EU?

Kan de minister van EZ in dit kader ingaan op de wijze waarop hij aankijkt tegen het dossier nanotechnologie. Er zitten grote voordelen in op terrein van innovatie en milieu. Maar er zijn ook risicos. Vraag is hoe Minister van EZ hier vanuit duurzaamheidoptiek tegen aankijkt en alle aspecten afweegt. D66 zou graag zien dat, vergelijkbaar met de biotechnologie en genetische manipulatie, er een maatschappelijk debat wordt gestart over dit onderwerp. Het is een technologie waar we ons op moeten voorbereiden, en waarvan we de vruchten moeten plukken.

We zetten in op een aantal transities (energie, landbouw, mobiliteit). Op dit moment wordt dit transitiebeleid binnen departementen nog teveel geïsoleerd uitgevoerd van het andere beleid. Om transities te kunnen doorvoeren in de toekomst is een vertaling naar het huidige beleid nu al nodig, Dit gebeurt te weinig. Hoe is bijvoorbeeld het transitieproject op het gebied van mobiliteit meegenomen in de nota mobiliteit, die we nog moeten ontvangen?

Ook een vraag over klimaatgecompenseerd vliegen. De regering zegt dat ze inzet op een heffing op vliegtuigbrandstof. D66 is daar al jaren voorstander van. Maar vooruitlopend op zon heffing moeten we burgers en bedrijven eenvoudige mogelijkheden geven om een steentje bij te dragen aan het milieu door bij elke vlucht een bijdrage te leveren een bosaanplant. En de overheid moet daar een voorbeeld voor geven door mee te doen aan het trees for travelprogramma. VROM en BUZA vliegen al klimaat, maar hoe zit het met Verkeer en Waterstaat en met Economische Zaken? Graag een reactie. En hoe staat het met die vraag die ik stelde aan de staatssecretaris van Milieu over de klimaatzuilen op Schiphol, waardoor burgers op een makkelijke en vrijwillige manier een bijdrage kunnen leveren aan de klimaatgevolgen van vliegen?

Nog iets heel anders: Namelijk de positie van Suriname en het Kyoto-protocol. Mijn informatie is dat dat land een steuntje in de rug nodig heeft om dit te ratificeren. Ik zou de minister van OS willen aansporen dit bij de Surinaamse minister van Arbeid, technologie en Milieu, De heer Cl. Marica, onder de aandacht te brengen. Er schijnen problemen te zijn met capaciteit op het ministerie en ook andere problemen. D66 zou graag zien dat we Suriname helpen om mee te doen aan Kyoto. Als het Kyoto Protocol geratificeerd wordt door Suriname geeft dit ook een impuls om systematisch tot heraanplant van bosplantages over te gaan en ook de C02 vastlegging in het nieuwe bos beloond te krijgen. De stichting Face is opgericht voor deze aanpak tot duurzaam bosbouw, en overweegt samenwerking met een Surinaamse partner mits dit ook vanuit de overheid ondersteund wordt. Misschien iets voor de Nederlandse energiebedrijven om bomen te planten in Suriname en zo "groene stroom" te "transformeren" vanuit een zakelijke CDM/Kyoto Protocol samenwerking met ontwikkelingslanden als Suriname? Graag een reactie.
Dan nog een paar punten waar ook het IUCN aandacht voor heeft gevraagd. D66 vindt dat lokale bevolking voor groene diensten en natuurbeschermingsdoeleinden in de derde wereld gecompenseerd moeten worden. Welke mogelijkheden ziet de Regering om een compensatiefonds op te zetten om de vaak arme lokale mensen te compenseren voor de gevolgen voor het behoud van ecosystemen, uitstervende zoogdieren etc.?
Tenslotte: twee jaar geleden heb ik samen met een aantal internationale politici een initiatief genomen om een pleidooi te houden voor een Nobelprijs voor Duurzame ontwikkeling. Ons pleidooi is om de Nobelprijs voor Economie om te vormen naar een prijs voor Duurzaam leiderschap. Politici, ondernemers, organisaties moeten grote slagen maken om te komen tot een betere, groenere, duurzamer wereld. Inmiddels hebben veel van mijn collegas de oproep ondersteund, en hebben we zelfs de steun van de Dalai Lama en ondernemingen als Body Shop International. U bent van harte welkom het initiatief te ondersteunen en te gaan naar www.sustainable-prize.net