22-04-2004
Meningen: Cultuur krijgt nog veel te veel geld!
De regering gaat flink snijden in de subsidies van diverse
kunstinstellingen, theatermakers en muziekgroepen. Sommigen kunnen
direct hun koffers pakken en anderen kunnen op halve kracht verder.
Maar waarom moet dat allemaal zo zwaar gesubsidieerd worden? Als ze
zichzelf niet kunnen bedruipen, hebben ze dan bestaansrecht? Wij
peilden de meningen.
Margot Kraneveldt, lid van de Tweede-Kamerfractie voor de LPF: "De
LPF-fractie vindt het een maatschappelijke taak van de overheid om de
voorwaarden te scheppen voor een rijk geschakeerd cultureel landschap,
waarvan zoveel mogelijk mensen moeten kunnen genieten. Maar dan niet
alleen de elite, zeg maar even gechargeerd het verwende Amsterdamse
grachtengordelpubliek, maar ook de gewone man in een afgelegen
provincie. Aandacht voor ons cultureel erfgoed en onze vaderlandse
geschiedenis vindt de LPF ook erg belangrijk. Subsidie geven aan
culturele instellingen is prima, maar je mag als overheid wel eisen
stellen. Degenen die aanspraak willen maken op subsidie, dienen
blijvend hun artistieke kwaliteiten, hun meerwaarde voor dat landschap
en hun gezonde bedrijfsvoering aan te tonen. Eens subsidie wil dus
niet zeggen altijd subsidie. Ook dat is onderdeel van de dynamiek van
kunst en cultuur!
Herman Marres, raadslid voor de PvdA in Amsterdam:
Cultuur is de manier waarop wij met ons allen samenleven. De
afspraken, de mores en de regels, wetenschap, onderwijs en kunsten.
Krijgen die nog veel te veel geld? Dat zou een rare redenering zijn.
In een tijd van zinloos geweld, van onduidelijkheid over onze
afspraken die wij met elkaar moeten hebben, in een tijd dat wij
daarover afspraken met elkaar moeten maken moet je daar dus extra in
investeren. Dat komt linea recta terug. Minder geweld en minder
wanorde in onze samenleving. Meer orde kost ons - met ons allen -
minder geld. Dus veel geld naar educatie van jong tot oud. Veel geld
naar integratie van jong tot oud. Veel geld voor onderricht hoe onze
samenleving in elkaar zit. Veel geld om de verschillende processen die
onze samenleving vormen te ondersteunen. Of heb je het soms over
kunst? Maar welke kunst dan? De stelling wordt dan wel erg
ingewikkeld. Voor mij staat één ding duidelijk vast. Beeldende kunst
en vormgeving, maar ook vele podia kunsten, zijn cultuur processoren.
Processen die vorm geven aan die cultuur: onze samenleving. Heel
onzichtbaar soms en vaak niet op het eerste gezicht te bevatten. Daar
is kennis voor nodig. Maar als we elk wetenschappelijk research
instituut zouden schrappen dan lopen we voor je het weet op alles
achter en zijn we voor dat jij en ik onder de zoden liggen een derde
wereldland. Dan kunnen we weinig meer doen aan onze solidariteit
principes en worden we wel heel erg afhankelijk van de solidariteit
principes 'luimen' van rijke anderen. Die gedachte benauwd mij zeer.
Nederland begint al erg achter te lopen. Op kennis en ICT gebied
kelderen we op de wereld rang lijst. Dat is heel zorgelijk. Voor kunst
gaat het zelfde op.
Hans Res, fractieleider voor het CDA in Amsterdam:
Subsidies aan de kunst geven zal altijd een discussiepunt zijn. In de
tijden dat er minder geld te verdelen is, kan het schudden aan de
subsidieboom geen kwaad. Het is een natuurlijk proces. Weer even goed
bekijken waar een overheid nu moet bijspijkeren en waarom. Volgens mij
blijft het van groot belang juist de trendsettende kunst te
ondersteunen als dat nodig is. Kleine plantjes die kunnen uitgroeien
tot iets moois behoren extra aandacht te krijgen. Die grote eikenbomen
redden het meestal wel ongeacht de verzorging.
Eric van der Burg, fractieleider van VVD Amsterdam:
Cultuur is uitermate belangrijk voor de vorming van de mens.
Investeren in cultuur betekent investeren in je samenleving. Daarnaast
biedt het pluriforme cultuur aanbod de stad nog veel meer; toerisme,
en daar toerisme 1 van de belangrijkste dragers van onze stedelijke
economie is verdient een investering in de cultuur zich ook financieel
vaak terug. Wat ik wel raar vind, is dat een kaartje voor het
nationaal ballet of de opera nog altijd veel goedkoper is dan een
musical van Joop van den Ende, terwijl bij van den Ende de zalen
maanden van te voren uitverkocht zijn. Dus dat zou wat mij betreft
mogen veranderen. Daarnaast moeten we er als stad ook voor zorgen dat
iedere Amsterdammer gebruik maakt van het culturele aanbod, dus ook
jong, minder vermogend of allochtoon. Daar moet wat mij betreft dan
ook bij de verdeling van de gelden goed op gelet worden.
Charlotte Riem Vis, fractielid van de PvdA, woordvoerder Cultuur:
Ik ben van mening dat kunst voor iedereen toegankelijk moet zijn. In
een tijd van economische recessie is deze toegankelijkheid minder en
minder vanzelfsprekend. De beter bedeelde elite zal wellicht bereid en
bedeeld genoeg zijn zichzelf te voorzien. Maar is er ook de bereidheid
voor de gehele samenleving deze last te nemen, ook voor hen die de
dure kaartjes niet kunnen betalen? Of die hun kinderen niet met kunst
in aanraking kunnen brengen? Is die bereidheid er niet dan is het de
taak van de overheid in de middelen te voorzien. Wellicht een
kunstbelasting naar draagkracht? Gun een ieder een dubbeltje voor de
toegang tot de ontroering, het genieten, de troost, de confrontatie,
de lach en de loutering én voor de menselijke gave zich in kunst uit
te drukken. Noem het maar het dubbeltje van Riem Vis.
Manon van der Garde, woordvoerder Zorg voor de PvdA fractie:
Cultuur krijgt veel geld, maar niet te veel geld. Kunst- en
cultuurinstellingen moeten gesubsidieerd worden, omdat het belangrijk
is dat een evenwichtig aanbod wordt gedaan en nieuwe organisaties een
kans krijgen. Als de overheid niet investeert in kunst en cultuur
wordt het eenheidsworst en zijn we overgeleverd aan de commercie en de
markt. Dat biedt de televisie ons al genoeg. Cultuur heeft ook te
maken met creativiteit, educatie, ontwikkeling en uitdaging en dat mag
best wat kosten.
Later meer
Marcel Duyvestijn
Partij van de Arbeid