22-4-2004
Voortzetting schoolbeleid voor jonge kinderen in peuter- en
basisonderwijs
Gemeente continueert investering voor vroegschoolse educatie
Ten behoeve van het beleid voor educatie van 0-6 jarigen heeft het
college besloten de huidige beginschool (voor- en vroegschoolse
educatie) tot eind 2004 te financieren. Tevens heeft het college een
ontwerpbesluit genomen over het 0-6 jarigen beleid voor de periode
vanaf 2005 en de langere termijn (tot 2015). Dit ontwerpbesluit wordt
17 mei a.s. voorgelegd aan de raadscommissie Maatschappij.
In Tilburg wordt al vele jaren intensief gewerkt aan voor- en
vroegschoolse educatie (VVE) om (onderwijs)achterstanden op een zo
jong mogelijke leeftijd te vermijden en bestrijden. Met de invoering
van de landelijke VVE-regeling heeft Tilburg vanuit het Ministerie van
OCenW hiervoor extra financiële middelen gekregen. Met deze middelen
worden al een aantal jaren intensieve projecten voor 2-6 jarigen op
peuterspeelzalen en basisscholen in Tilburg uitgevoerd. Het college
heeft dinsdag jl. besloten middelen beschikbaar te stellen, zodat de
huidige projecten in ieder geval tot eind 2004 door kunnen gaan. Ook
voor de beleidsbegroting 2005 is dit de bedoeling.
Ondertussen zal de periode tot eind 2004 door de gemeente gebruikt
worden om samen met de betrokken instellingen (basisscholen,
schoolbesturen, peuterspeelzaalwerk, consultatiebureaus,
bibliotheekpartners en onderwijsbegeleidingsdienst) een aantal
uitgangspunten voor het toekomstige 0-6 jarigen beleid (vanaf 2005)
verder uit te werken.
Ondanks de positieve ervaringen met VVE tot nu toe, is er wel
aanleiding het 0-6 jarigenbeleid op een aantal punten bij te stellen:
1. Meer handen in de groepen. Sinds de invoering van VVE wordt een
aantal peuterspeelzaalgroepen in Tilburg begeleid door twee
professionele leidsters in plaats van één. Deze 'extra handen in de
groep' worden door velen als de belangrijkste meerwaarde van VVE
ervaren. Het streven is daarom deze dubbele bezetting op iedere
peuterspeelzaal te realiseren.
2. Financiering op basis van achterstand. Momenteel krijgt elke
peuterspeelzaal en basisschool die meedoet aan VVE evenveel middelen
per deelnemende groep. In de toekomst zal meer op basis van behoefte
gefinancierd worden. De middelen worden dan afgestemd op het aantal
kinderen met een (dreigende) achterstand dat de peuterspeelzalen en
basisscholen bezoeken.
3. Uitvoering van programma's. Op elke peuterspeelzaal en basisschool
waar VVE uitgevoerd wordt, wordt met de kinderen gewerkt aan een
intensief programma. Gekeken wordt of de intensiteit waarmee deze
programma)'s tot nu toe uitgevoerd worden, wel noodzakelijk is.
4. Ouderbijdrage voor peuterspeelzaal. Ouders van kinderen die
deelnemen aan peuterspeelzalen, betalen hiervoor een ouderbijdrage.
Voor sommige ouders, met name de ouders van de kinderen die het het
hardst nodig, is die ouderbijdrage niet altijd op te brengen. Hiervoor
moet een oplossing gezocht worden.
5. Verschillende instellingen in Tilburg zetten zich in voor de 0-6
jarigen in de stad. Om de inzet zo goed mogelijk te uit de verf te
laten komen is het van belang dat de verschillende instellingen
samenwerken en afstemmen. Ook hier zal de komende periode hard aan
gewerkt worden.
6. Vergroten ouderbetrokkenheid: Vóór de invoering van de landelijke
VVE-regeling werden in Tilburg de projecten voor 0-6 jarigen voor een
belangrijk deel thuis in de gezinssituatie uitgevoerd. Nu gebeurt de
uitvoering voornamelijk in groepsverband op de peuterspeelzaal of op
de basisschool. Hierdoor is het moeilijk ouders bij het geheel te
betrekken, terwijl daar wel veel belang aan wordt gehecht.
Naast de keuze voor een aantal uitgangspunten voor de korte termijn
(vanaf 2005), heeft het college ingestemd met een scenario voor de
langere termijn (tot 2015). Er is voor een toekomstscenario gekozen,
waarbij peuterspeelzalen fysiek ondergebracht worden bij basisscholen.
Wethouder Backx hierover: Op een aantal plaatsen in Tilburg is dit
inmiddels gerealiseerd. We hebben de ervaring dat het huisvesten van
peuterspeelzalen en scholen onder één dak, vele voordelen oplevert. De
samenwerking, aansluiting en afstemming tussen de peuterspeelzalen en
basisscholen wordt vergemakkelijkt; voor de kinderen is de overgang
van de peuterspeelzaal naar basisschool minder groot; voor ouders is
de drempel om hun kind naar de peuterspeelzaal te brengen minder hoog
vanwege de vertrouwde omgeving van de school, waardoor vaak ook de
ouderbetrokkenheid gemakkelijker verloopt. Al met al redenen genoeg
voor het college om voor dit toekomstplaatje te kiezen.
Dit toekomstperspectief wordt verder uitgewerkt.
Gemeente Tilburg