spacer
spacer
Persberichten
Nieuwegein, 22 april 2004
NVM AOG-visienota: maatwerk moet mogelijk zijn om
kwaliteitsverbetering buitengebied te realiseren
Het is van het grootste belang dat de ontwikkelingen en veranderingen
in het buitengebied op een goede manier te sturen, omdat er anders
geen buitengebied meer overblijft. Dit is voor de vakgroep Agrarisch
Onroerend Goed van de NVM het uitgangspunt geweest bij een onderzoek
dat zij heeft laten uitvoeren naar de problematiek rond de
herbestemming van het buitengebied in Nederland. Analyse van deze
knelpunten leert onder meer dat nieuwe initiatieven veelal spaak lopen
door verschil van mening tussen overheden onderling, overheid en
burgers en lange bestuurlijke processen.
Andere bestemmingen
De agrarische sector staat de laatste jaren enorm onder druk, zowel
ruimtelijk-ecologisch als sociaal-maatschappelijk. Als gevolg van de
veranderingen in de landbouw wordt verwacht dat er de komende tien
jaar tussen de 20 en 30 procent van de agrarische ondernemers hun
activiteiten zal beëindigen. Steeds meer agrarische bedrijven zullen
hierdoor vrijkomen, waarvoor een andere bestemming moet worden
gezocht.
Aanvullend onderzoek naar de mogelijkheden van alternatieve
inkomensverwerking door agrarische ondernemers, particuliere
initiatieven voor nieuwe economische dragers en mogelijkheden voor
herbestemming van agrarische gebouwen, leert dat bij het oppakken van
de uitdagingen partijen al jarenlang tegen tal van problemen oplopen.
NVM Agrarisch Onroerend Goed geeft in haar Visienota `De herbestemming
van het buitengebied' aan dat maatwerk mogelijk moet zijn om de
gewenste kwaliteitsverbetering van het buitengebied tot stand te
brengen. Al jaren is er door vele partijen en de politiek over dit
onderwerp gesproken, maar er zijn echter geen concrete voorstellen
gedaan.
Nieuwe economische dragers
Uitgangspunt voor een vitaal platteland is volgens de NVM dat
agrarische ondernemers moeten kunnen blijven ontwikkelen. Verder is
vergroting van de economische vitaliteit en verbetering van de
ruimtelijke kwaliteit alleen mogelijk met nieuwe economische dragers.
Daarbij blijkt wonen de belangrijkste en meest duurzame drager te zijn
en op lange termijn ook de best beheersbare. Een beleid van alle
partijen samen dat daarop gericht is, biedt de meeste kans van slagen.
Met name gemeenten moeten in hun bestemmingsplannen ruimte creëren
voor de herbestemming van het buitengebied. Daarnaast zal een
overheidsbeleid dat erop gericht is de geconstateerde hindernissen weg
te nemen naar de mening van NVM Agrarisch Onroerend Goed oplossingen
brengen. Dit betekent onder meer dat:
* Stankcirkels opgegeven moeten worden en in plaats daarvan de
ontwikkeling van agrarische bedrijven verbinden aan de hoeveelheid
grond en productierechten.
* Agrarisch beter definiëren en binnen de agrarische bestemming alle
activiteiten mogelijk maken die voor het voortbestaan van belang
zijn en bijdragen aan de kwaliteit van het buitengebied.
* Consistente maar ook een meer flexibeler toepassing van de
ruimte-voor-ruimte-regeling.
* Alle bewoners van het buitengebeid mede verantwoordelijk maken
voor de kwaliteit van het buitengebied.
NVM