IP/04/510
Brussel, 21 april 2004
Zes lidstaten geconfronteerd met gerechtelijke actie wegens
niet-invoering van nieuwe voorschriften inzake elektronische
communicatie
Na negen maanden uitstel en twee waarschuwingen heeft de Commissie
vandaag besloten zes lidstaten - België, Duitsland, Griekenland,
Frankrijk, Luxemburg en Nederland - voor het Europees Hof van Justitie
te dagen wegens het niet volledig ten uitvoer leggen van de nieuwe
voorschriften inzake elektronische communicatie. Terzelfdertijd wordt
vooruitgang geboekt; sedert de eerste waarschuwing van de Commissie
vorig najaar hebben Spanje en Portugal de nodige nationale maatregelen
vastgesteld en zijn ze dan ook niet opgenomen in de besluiten van
vandaag. Nederland stelde gisteren nieuwe wetgeving vast en Frankrijk
zal vermoedelijk in de zeer nabije toekomst de laatste hand leggen
zijn nationale maatregelen. Er zal rekening worden gehouden met zo'n
vooruitgang, maar deze stap is een duidelijk signaal aan alle
lidstaten: bedrijven en burgers in hun landen kunnen zich geen verder
uitstel van deze belangrijke hervormingen veroorloven.
"Het nieuwe EU-wijde kader voor elektronische communicatie is een
belangrijke mijlpaal op de weg naar een kenniseconomie" zei
Commissaris voor Ondernemingen en informatiemaatschappij, Erkki
Liikanen. "Dit wordt erkend door staatshoofden en regeringsleiders en
door het Europese Parlement, maar deze belangrijke hervormingen lopen
het risico te worden ondermijnd doordat bepaalde lidstaten er niet in
slagen hun nieuwe voorschriften tijdig in te voeren. Het gebrek aan
een duidelijk wettelijk kader vertraagt de investeringen en berooft de
bedrijven en consumenten van de voordelen van de hervorming. Een en
ander komt op een bijzonder kritisch ogenblik voor de
communicatiesector en voor de economie in het algemeen, en daarom was
de Commissie verplicht deze maatregelen te nemen. Het besluit van
vandaag maant de betrokken landen aan vaart te zetten achter de
invoering, hun nationale maatregelen aan te melden en het
hervormingsproces te voltooien."
Het nieuwe EU-kader had al sedert juli van vorig jaar in alle
lidstaten van kracht moeten zijn. Het zorgt voor een "lichte"
regelgeving, biedt de lidstaten de mogelijkheid regels terug te
schroeven zodra de markten concurrentieel zijn en goed werken en zou
ertoe moeten bijdragen dat diensten universeel beschikbaar zijn in de
hele Unie. Het kader is van invloed op een groot aantal elektronische
communicatienetwerken en diensten, van de telefoon in ieders huis of
in ieders zak tot breedband en het internet. Het kader is een
belangrijk onderdeel van de Lissabonhervormingen van de EU. Het
creëert de juiste voorwaarden voor verdere investeringen en
concurrentie, nieuwe jobs, meer keuzemogelijkheden en betere diensten
voor consumenten en bedrijven in de hele uitgebreide Unie. Een
kernelement is de technologisch neutrale benadering.
Dit weerspiegelt de convergentie tussen vaste en mobiele diensten,
on-line diensten en aanbieders van inhoud voor radio- en
televisiediensten en een heel gamma van verschillende
afgifteplatforms. Dit alles betekent dat de EU een modern kader heeft
dat soepel genoeg moet zijn om zich aan snel veranderende markten aan
te passen.
Acht lidstaten slaagden er niet in de termijn te halen voor de opname
van de vier elementen van het nieuwe kader(1)
in hun nationale wetten. De Commissie leidde vorig jaar
inbreukprocedures tegen hen in (zie IP/03/1356 en IP/03/1750). Na de
aanmelding van omzettingsmaatregelen door Spanje en onlangs nog door
Portugal, is de actie tegen hen beëindigd. De Commissie is zich bewust
van de vooruitgang die in de lidstaten wordt geboekt om de
omzettingsmaatregelen af te ronden het meest opvallend in Nederland en
Frankrijk maar een laatste inspanning is nog vereist. De Commissie is
bereid rekening te houden met dergelijke ontwikkelingen zodra een
formele kennisgeving van nationale wetten wordt ontvangen.
Deze gerechtelijke acties moeten ook een sterk signaal zijn naar de
nieuwe lidstaten, waar het nieuwe kader vanaf 1 mei van toepassing
moeten worden. De Commissie heeft een tijd lang nauw samengewerkt met
de autoriteiten in deze landen om ze te helpen de uitvoering van het
nieuwe kader voor te bereiden. Naast de lopende reeks bezoeken,
bilaterale vergaderingen en discussies, ook in het Comité voor
communicatie, helpt de Commissie de nationale regelgevende instanties
(NRI's) verder bij de voorbereiding van de taken op het gebied van
gegevensvergaring en marktstudies.
Achtergrond
Het nieuwe regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken
en
-diensten omvat vier maatregelen die vanaf juli 2003 hadden moeten
worden toegepast: de Kader-, de Machtigings-, de Toegangs- en de
Universeledienstrichtlijn(2)
.
* De Kaderrrichtlijn bevat de regels en beginselen die van
toepassing zijn op alle aspecten van het nieuwe regelgevingskader.
Ze is in het bijzonder gericht op de verantwoordelijkheden en
bevoegdheden van nationale regelgevende instanties (NRI's), gezien
hun sleutelrol in het nieuwe regelgevende systeem.
* De Machtigingsrichtlijn creëert het wettelijk kader voor de
werking en de dienstverlening van verschillende netwerken en de
soorten voorwaarden die op deze activiteiten kunnen worden
toegepast. Een van de resultaten is een beperking van de
formaliteiten die gepaard gaan met de opstart van nieuwe diensten,
terwijl wordt gezorgd voor een grotere consistentie in de manier
waarop operatoren in de gehele Unie worden behandeld.
* De Toegangsrichtlijn zet de beginselen uiteen die moeten gelden
voor de manier waarop nationale regulatoren de markttoegang en de
dikwijls complexe relatie tussen verschillende exploitanten op het
groothandelsniveau van de markt behandelen. Voor zover mogelijk
moet dit worden overgelaten aan de marktwerking, maar de
regulatoren krijgen de bevoegdheid om op te treden indien zij zien
dat de algemene doelstellingen van het EU-telecombeleid niet
kunnen worden bereikt.
* De Universeledienstrichtlijn zet regels en beginselen uiteen die
zijn opgezet om de consumenten een eerlijke bejegening te blijven
bezorgen/ en een betaalbare aansluiting op de diensten die zij in
de gehele Unie nodig hebben.
Voor de lidstaten die nationale maatregelen hebben aangemeld, is het
proces van toegang i.v.m. hun verenigbaarheid met het communautair
kader aan de gang.
Een laatste aspect van het nieuwe pakket is Richtlijn 2002/58/EG
betreffende privacy en elektronische communicatie^3. Er zijn
inbreukprocedures ingeleid tegen lidstaten die de maatregel tegen 31
oktober 2003 nog niet hadden omgezet in nationale wetten (zie
IP/03/1663 en IP/04/435). De Commissie zond onlangs met redenen
omklede adviezen aan de betrokken landen en zal aan de hand van hun
antwoorden nagaan of gerechtelijke stappen bij het Hof van Justitie
moeten worden genomen.
Voor nadere achtergrondinformatie inzake het nieuwe regelgevingskader:
http://europa.eu.int/information_society/topics/telecoms/regulatory/ne
w_rf/index_en.htm
Recente informatie betreffende de staat van uitvoering is te vinden in
het Verslag over de tenuitvoerlegging voor 2003 (zie IP/03/1572), dat
beschikbaar is op het adres:
http://europa.eu.int/information_society/topics/ecomm/all_about/implem
entation_enforcement/annualreports/9threport/index_en.htm
Informatie omtrent de vooruitgang inzake hervormingen in de
regelgeving en bij het nastreven van de voor de informatiemaatschappij
vastgestelde doelstellingen, is te vinden in het definitieve
"e-Europe+ Progress report":
http://www.emcis2004.hu/dokk/binary/30/17/3/eEurope__Final_Progress_Re
port.pdf
De situatie op de markten van de toetredende landen is namens de
Commissie beschreven in een reeks rapporten van IBM Consulting, die
zijn opgesteld in samenwerking met NRI's om ze bij te staan bij hun
informatievergaring:
http://europa.eu.int/information_society/topics/ecomm/all_about/intern
ational_aspects/main_areas_work/eu_enlargement/index_en.htm
(1)
De Kader-, de Machtigings-, de Toegangs- en de
Universeledienstrichtlijn; Publicatieblad L 108 van 24.4.2002.
(2)
Richtlijn 2002/21/EG (Kaderrichtlijn); Richtlijn 2002/20/EG
(Machtigingsrichtlijn); Richtlijn 2002/19/EG (Toegangsrichtlijn); en
Richtlijn 2002/22/EG (Universele Dienstrichtlijn ).
European Commission