Een goed begin, maar het blijft half werk
Het kabinet heeft met het wetsvoorstel voor een nieuw zorgstelsel
weliswaar een stap in de goede richting gezet, maar de ruimte voor
marktwerking en concurrentie is nog te beperkt. Dat is kort gezegd de
reactie van het Verbond op de kabinetsplannen voor de herziening van
het zorgstelsel, die het kabinet per 2006 wil invoeren. Tijdens het
hoofdlijnendebat dat vorige week plaatsvond, kon een meerderheid van
de Tweede Kamer zich wel (in grote lijnen) vinden in de voorstellen.
Het kabinet wil, nadat er decennialang over is gesteggeld, de knoop nu
eindelijk doorhakken en het verschil tussen ziekenfonds- en
particuliere verzekeringen opheffen. Daarvoor in de plaats komt er een
verplichte basisverzekering voor iedereen. De overheid moet de inhoud
van dit basispakket nog bepalen, maar volgens minister Hoogervorst zal
het erg lijken op de huidige ziekenfondsverzekering.
Zoveel mogelijk ruimte
Verzekeraars krijgen in dit nieuwe systeem te maken met een
acceptatieplicht, maar worden aan de andere kant ook geacht de
centrale regierol op zich te nemen. Om het zorgstelsel efficiënter te
maken en de kwaliteit te verhogen, moeten zorgverzekeraars,
ziekenhuizen en andere aanbieders meer concurreren op prijs en
kwaliteit. Het kabinet verwacht dat de slechte ziekenhuizen zich
vanzelf uit de markt prijzen, omdat zorgverzekeraars straks contracten
kunnen afsluiten met díe ziekenhuizen die de beste
prijs-kwaliteitverhouding bieden. Een prima streven, waar
zorgverzekeraars zich achter kunnen scharen, maar in een modern
zorgstelsel moet de consument ook eigen keuzes kunnen maken, benadrukt
het Verbond. Willen verzekeraars op die wensen kunnen inspelen, dan
moet hen wel zoveel mogelijk ruimte worden gegund om zich te kunnen
onderscheiden. De mogelijkheid om te differentiëren in pakket en
premie is met andere woorden essentieel om te kunnen onderhandelen met
zorgaanbieders, maar die ruimte wordt nog onvoldoende geboden.
Concurrentie nodig
Net als het kabinet meent het Verbond dat (meer) concurrentie in de
zorg een aantal belangrijke knelpunten kan oplossen. Zeker nu we in
ons land te maken hebben met een inefficiënt opererend zorgstelsel en
een sterke toename van de jaarlijkse uitgaven, is concurrentie geen
overbodige luxe. Invoering van concurrentie is dus geen doel op zich,
maar een essentieel instrument om problemen in de zorg op te lossen.
De concurrentie stimuleert dat zorgverleners efficiënter en
kostenbewuster gaan werken, zodat dit leidt tot kostenbesparingen. Als
we echter willen garanderen dat het zorgstelsel in de toekomst
betaalbaar en kwalitatief in orde blijft, moet de concurrentie niet
beperkt blijven tot de zorginkoop. Zeker in de regios waar van oudsher
regionale zorgverzekeraars domineren, moeten nieuwe toetreders ook
(gelijke) kansen krijgen. Het Verbond is van mening dat een zogenoemde
marktmeester die de concurrentieverhouding stimuleert, zoals een
zorgautoriteit, daar adequate kaders voor kan scheppen.
Inkomensafhankelijk of nominaal?
Geheel volgens verwachting spraken de oppositiepartijen SP, GroenLinks
en PvdA tijdens het hoofdlijnendebat hun voorkeur uit voor een
inkomensafhankelijke premie. De keuze van de minister voor een
nominale premie werd uitgelegd als een overwinning van de particuliere
verzekeraarslobby en als verlies voor solidariteit. Het Verbond meent
echter dat de zorgtoeslag (compensatie via de belasting) de
solidariteit voldoende garandeert.
Over de werkgeversbijdrage merkt het Verbond op dat er in de
voorgestelde premiestructuur, waarin de werkgever een verplichte
inkomensafhankelijke bijdrage moet leveren, geen effectieve prikkel
zit om een collectief contract te sluiten. Om de betrokkenheid van de
werkgever te waarborgen (of liever nog te vergroten), zal de
werkgeverspremie genominaliseerd moeten worden. De, volgens ons
overigens onterechte, vrees dat collectieve contracten de solidariteit
tussen collectief en individueel verzekerden onder druk zetten, mag er
niet toe leiden dat het kind tegelijk met het badwater wordt
weggegooid.
Verzekerd!, april 2004
Verbond van Verzekeraars