informele RAZEB Gymnich van 16 17 april 2004
Kamerbrief Verslag informele RAZEB Gymnich van 16 17 april 2004
Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Politieke Zaken
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
21 april 2004
Behandeld
J.C.S. Wijnands
Kenmerk
DPZ-171/04
Telefoon
070 - 348 6163
Blad
1/1
Fax
070 - 348 4638
Bijlage(n)
1
Betreft
Verslag van de informele Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
("Gymnich") van 16-17 april 2004
Graag bied ik u hierbij het verslag aan van de informele Raad Algemene
Zaken en Externe Betrekkingen ("Gymnich") van 16-17 april 2004 in
Tullamore, Ierland.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B. Bot
Verslag van de informele Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
("Gymnich") van 16-17 april 2004
De informele RAZEB (Gymnich) onder Iers voorzitterschap vond plaats op
16 en 17 april jl. in Tullamore, de geboortestad van minister Cowen.
De volgende onderwerpen stonden centraal bij deze bijeenkomst: Kosovo,
Irak, Midden-Oosten, effectief multilateralisme en ASEM-uitbreiding
(Birma). Daarnaast werd ook gesproken over de IGC en Cyprus.
Kosovo
HV Solana en Commissaris Patten gaven een somber beeld van de situatie
in Kosovo en benadrukten de noodzaak om vast te blijven houden aan het
standards before status-beleid. De aandacht moest uitgaan naar de
bescherming van minderheden (incl. terugkeer vluchtelingen),
bevordering van de rule of law en de dialoog tussen Pristina en
Belgrado; bespreking van de statuskwestie was onder de huidige
omstandigheden in Kosovo niet aan de orde en zou slechts de aandacht
afleiden van genoemde prioriteiten. Dit uitgangspunt werd breed
onderschreven, al was er sprake van groeiende bereidheid om nader te
bezien op welke wijze de statuskwestie te zijner tijd aan de orde zou
moeten komen. Veel landen oefenden kritiek uit op UNMIK en pleitten
voor een sterkere EU-rol in Kosovo. Tevens werd door verschillende
landen gewaarschuwd voor het gevaar dat aanhoudende onrust in Kosovo
van invloed zou zijn op andere gebieden in de regio. HV Solana stelde
nadere voorstellen voor een versterkte EU-rol in het vooruitzicht en
zou het inkomende Voorzitterschap hierbij nauw betrekken.
Nederland heeft het belang van ownership in Kosovo benadrukt en
aangegeven dat zonodig financiële consequenties verbonden moesten
worden aan gebrekkige medewerking door partijen. Voorts was het
belangrijk zowel Kosovo-Serviërs (onder andere via deelname aan het
lokale bestuur) als Belgrado meer te betrekken bij het transitieproces
in Kosovo. Het standards before status-beleid bleef essentieel en de
nadruk moest blijven liggen op politieke en economische hervormingen.
Ik heb mij aangesloten bij de oproepen voor een grotere EU-rol in
Kosovo ter ondersteuning van UNMIK, en in dit verband Solana's
aankondiging van nieuwe voorstellen daartoe verwelkomd, evenals de
benoeming van de Italiaan Gentillini tot speciale vertegenwoordiger
van Solana voor Kosovo.
Irak
Er bestond eensgezindheid over het belang van een sterkere VN-rol in
Irak voor zowel het politieke transitieproces (inclusief verkiezingen)
als voor de wederopbouw. Deze rol moest worden vastgelegd in een
nieuwe VNVR-resolutie. Verschillende landen benadrukten dat deze
resolutie ook legitimiteit moest verlenen aan de nieuwe Iraakse
interim-regering en dat de overdracht van bevoegdheden zoals gepland
op 30 juni zou moeten plaatsvinden. Volgens Solana kon de EU-rol in
Irak pas na de overdracht nader worden ingevuld. Patten stelde dat de
voorziene medium term strategy nog voor het einde van het Ierse
voorzitterschap gereed zou zijn. Verschillende landen bepleitten de
buurlanden van Irak meer bij het transitieproces te betrekken,
bijvoorbeeld via een internationale verzoeningsconferentie.
Nederland heeft benadrukt dat de EU eensgezind moet optreden,
bijvoorbeeld in de VNVR tijdens de onderhandelingen over een nieuwe
VR-resolutie. Deze resolutie zou moeten ingaan op het politieke
proces, de VN-rol en de status van de multinationale troepenmacht. Op
veiligheidsvlak zou de EU moeten bezien wat de mogelijkheden zijn voor
een bijdrage in de sfeer van civiele crisisbeheersing (bijvoorbeeld
training Iraakse politie), waartoe het Raadssecretariaat nadere
voorstellen zou moeten doen. Ook moest de EU nagaan of het een rol kon
spelen bij de bescherming van de VN in Irak. Ik heb tevens voorgesteld
de speciale VN-vertegenwoordiger Brahimi uit te nodigen bij een
volgende RAZEB. Net als andere landen heeft Nederland gewezen op het
belang van meer betrokkenheid van de buurlanden bij het politieke
proces in Irak (inclusief openlijke steun); ik heb Solana's voornemen
om een aantal buurlanden in dit kader te bezoeken verwelkomd en
collega's aangespoord dit voorbeeld te volgen.
Midden-Oosten
Ministers bespraken de uitkomst van het overleg Bush-Sharon en de
gevolgen hiervan voor het vredesproces. Terwijl teleurstelling bestond
over het feit dat hierbij afspraken zijn gemaakt buiten het Kwartet en
de Palestijnen om, lag de nadruk op de noodzaak constructief om te
gaan met de Israëlische voorstellen voor terugtrekking uit Gaza, die
immers ook nieuwe kansen opleverden. Volgens Solana moesten de
Palestijnen in Gaza een eerlijke kans krijgen op eigen benen te staan;
hieraan kon de Unie een bijdrage leveren, bijvoorbeeld door steun bij
orde- en rechtshandhaving. Bezien moest volgens hem ook worden of aan
terugtrekking uit Gaza legitimiteit kon worden verleend door de VNVR.
Mede op basis van de bevindingen tijdens mijn recente bezoek aan de
regio heb ik gepleit voor een actieve rol van de EU ter bevordering
van koppeling van de Israëlische terugtrekking uit Gaza aan de
Roadmap. Hierbij heb ik bepleit dat het Kwartet op korte termijn en op
hoog niveau bijeen zou komen. Deze bijeenkomst zou een aantal
gezamenlijke uitgangspunten voor de verdere aanpak moeten opleveren
die recht deden aan de Roadmap. Voorts zou de Unie de Palestijnen
moeten aansporen om zich actiever op te stellen teneinde te voorkomen
dat Israël hun passiviteit zou kunnen gebruiken als argument om nieuwe
voldongen feiten te creëren.
Ministers kwamen een verklaring overeen (bijlage) waarin werd
bevestigd dat de Roadmap de enige weg naar de beoogde twee
staten-oplossing is en dat wijziging van de 1967-grenzen en een
oplossing voor het vluchtelingenprobleem alleen het gevolg kunnen zijn
van onderhandelingen tussen de partijen. Geconstateerd werd dat deze
uitgangspunten ook door president Bush werden onderschreven. Naar
verwachting zal het Kwartet waarschijnlijk begin mei op hoog niveau
bijeenkomen.
EU-strategie ten aanzien van Middellandse Zee en Midden-Oosten regio
Dit onderwerp kwam door tijdgebrek slechts summier aan de orde.
Hierbij werd geconstateerd dat de huidige omstandigheden in het
Midden-Oosten de afstemming van dit initiatief met vooral de Arabische
landen niet zou vergemakkelijken. Gehoopt wordt op enig herstel van
eensgezindheid binnen de Arabische Liga ter zake, mede met het oog op
de komende top-bijeenkomsten in juni (G-8, EU-VS en NAVO), waarbij ook
over de relaties met de Arabische wereld zal worden gesproken. Het
ministeriele Euromed-overleg van begin mei in Dublin bood in ieder
geval een goede gelegenheid om de dialoog met de regio ter zake gaande
te houden.
Effectief multilateralisme
Het belang van effectief multilateralisme en VN-hervormingen werd
breed onderschreven. Veel nadruk werd hierbij gelegd op het vermogen
om snel en adequaat op crisissituaties te kunnen reageren, ook door
regionale organisaties als de EU. Solana stelde dat de Unie zich
vooral moest toeleggen op de ontwikkeling van capaciteiten voor
peacekeeping, economische assistentie en ondersteuning van de VN. Door
het vermogen op deze terreinen snel te reageren had de EU - meer dan
andere regionale organisaties - toegevoegde waarde. Patten toonde zich
tevreden over de werkrelatie met de VN en pleitte voor een
VN-mechanisme voor het volgen van benchmarking-processen. Het
Voorzitterschap streeft ernaar in de komende weken overeenstemming te
bereiken over de EU-input voor het High Level Panel on Threats,
Challenges and Change dat in december in een rapport aanbevelingen aan
de SGVN moet doen over de wijze waarop via collectieve actie (VN) een
antwoord kan worden gegeven op de uitdagingen en dreigingen van deze
tijd.
Nederland heeft aangegeven dat niet alleen gekeken moet worden naar
hervormingen van VN-instituties, rekening houdend met geopolitieke
realiteiten, maar ook hoe beter gebruik kan worden gemaakt van de
bestaande instituties. Nederland staat hierbij open voor
VNVR-hervormingen, waartoe eventueel ook het VN-Handvest zou moeten
worden aangepast, al viel hiertegen veel weerstand te verwachten.
Selectiviteit van acties moest worden voorkomen en het adagium
responsibility to protect diende verder uitgewerkt te worden. Voorts
benadrukte Nederland het belang van coördinatie tussen multilaterale
actoren en van snel reactievermogen (en werd in dit kader ook het
binnen de EU nader uit te werken concept van battle groups
verwelkomd). Voorts heb ik belangstelling uitgesproken voor de vanuit
de Commissie geopperde gedachten over vorming van een EU civiele
protectiemacht. Tenslotte heb ik een permanent inspectie-orgaan van
de VNVR bepleit, dat op korte termijn vergaande inspecties met
betrekking tot massavernietigingswapens moest kunnen uitvoeren daar
waar dat niet kon op basis van bestaande verdragsverplichtingen.
ASEM-uitbreiding / Birma
Ministers waren het eens dat bij de besluitvorming over deelname door
Birma aan ASEM de volgende factoren cruciaal waren: vrijlating van
Aung San Suu Kyi (ASSK), een nationale conventie in Birma ter
voorbereiding van een nieuwe grondwet dient inclusief en vrij van
intimidaties te zijn, en volledige deelname van de National League for
Democracy (NLD) van ASSK aan de conventie. Nederland heeft in dit
verband ook aandacht gevraagd voor het belang van toevoeging door
Birma van een tijdschema aan de eigen roadmap voor hervormingen. Een
roadmap zonder tijdschema was niet geloofwaardig en we riskeerden dat
na vervulling van bovengenoemde voorwaarden verdere verbeteringen
zouden uitblijven. Overeengekomen werd dat Birma - eenmaal deelnemer
aan ASEM - blijvend aangespoord zou worden om hervormingen volgens een
tijdschema door te voeren. Ook werd vastgesteld dat indien Birma
gaandeweg zou terugkomen op eerdere toezeggingen dit niet zonder
gevolgen zou blijven voor Birma's deelname aan ASEM.
Nederland heeft voorts gewezen op het belang van tijdige
besluitvorming over uitbreiding met het oog op de twee ministeriele
ASEM-bijeenkomsten (MinFin en MinEZ) in juli en september. Het
Nederlandse voorstel om een gezant van het Voorzitterschap aan te
stellen om het ASEM-uitbreidingsproces in de komende periode actief te
bevorderen werd aanvaard. Tenslotte heeft Nederland aangegeven dat aan
ASEM-bijeenkomsten na 1 mei van EU-zijde hoe dan ook a 25 dient te
worden deelgenomen. Overeengekomen werd dat bij een positief besluit,
de Unie - vooruitlopend op bekrachtiging van de ASEM-uitbreiding bij
de ASEM-Top in oktober - à 25 zal deelnemen aan de voorziene
ministeriële ASEM-bijeenkomsten in juli en september.
IGC
Minister Cowen stelde een brief in het vooruitzicht - in de komende
dagen - waarin het Voorzitterschap haar plan van aanpak uiteen zal
zetten met betrekking tot de IGC richting Europese Raad in juni,
inclusief data voor (extra) ministerieel overleg.
Cyprus
Tijdens de afsluitende lunch in het bijzijn van Turkije (en Roemenië
en Bulgarije) werd grote druk uitgeoefend op Cyprus om te bevorderen
dat het komende referendum over hereniging op basis van de voorstellen
van de SGVN tot een positieve uitkomst zou leiden.
Arjan Erkel
Tenslotte heb ik mijn collega's bedankt voor alle inspanningen die
hebben bijgedragen tot de vrijlating van Arjan Erkel.
Ministerie van Buitenlandse Zaken