Socialistische Partij
Tribune 4
Het Wad wacht af
Interview Arjo Klamer
Bottenvrouw Clea Koff
Buurtconcierge Theo niet correct
Column Marijnissen
Elke, één van de 43.626
Grote zorgen over deregulering kinderopvang
21-04-2004 * Een meerderheid van de Tweede Kamer wil extra geld
lospeuteren bij minister De Geus van Sociale Zaken voor de
kinderopvang. Dat is goed nieuws. Helaas zal de Kamer waarschijnlijk
ook gaan instemmen met verregaande deregulering van de kinderopvang,
waardoor volgens de SP de kwaliteit ernstig in het geding komt.
Volgens de nieuwe wet moeten ouders, overheid en werkgever elk een
derde van de kosten op zich nemen, maar De Geus stelt de bijdrage van
de werkgever niet verplicht. Aanvankelijk was hij dat wel van plan,
maar trok dat voornemen in omdat hij vindt dat de werkgeversbijdrage
in de CAO moet worden geregeld.
CDA, VVD, LPF en de ChristenUnie zijn net als de minister tegen een
verplichte bijdrage van werkgevers. De minister compenseert ouders die
voor opvang geen cent krijgen van hun broodheer, maar stopt daar eind
2007 mee. Dan is zijn ouders met een bescheiden inkomen helemaal aan
de goden overgeleverd.
Als de minister tegen een verplichte bijdrage blijft, komt de PvdA met
een plan om die compensatie in stand te houden, ook na 2007. Mensen
met een krappe beurs komen er voor in aanmerking. Het voorstel kan
zeer waarschijnlijk op steun rekenen van LPF, SP, GroenLinks,
ChristenUnie en mogelijk ook D66, waarmee er een krappe meerderheid
voor is. De kosten zouden zo'n 25 miljoen euro per jaar bedragen.
Lees hier de bijdrage van SP-Kamerlid Arda Gerkens:
Arda Gerkens Voorzitter, een van de mooie kanten van het vak minister
is het maken van beleid. De mogelijkheid om bij iedere wet en
regelgeving eens stil te staan over wat een minister wil en welke kant
het met dat betreffende thema uit moet gaan. En bij het thema
kinderopvang valt heel wat stil te staan lijkt mij. Kinderopvang staat
immers nog in de kinderschoenen in ons land, kent een diversiteit waar
je je vraagtekens bij kunt zetten en heeft de afgelopen jaren al heel
wat discussies opgeleverd. Maar bovenal voorzitter, gaat het om
kinderen. Om heel kleine kinderen, die niet mondig kunnen zijn en waar
de basis wordt gelegd voor onze samenleving. De eerste drie jaar van
het leven zijn cruciaal voor de ontwikkeling van het mensje. Wat daar
gebeurd heeft uiteindelijk impact voor de rest van het leven en
daarmee voor onze samenleving.
Dan, voorzitter, is een wet als deze een kans bij uitstek voor de
minister. En dan moet ik concluderen dat de minister deze kans voluit
heeft laten liggen. Waarom, vraag ik hem, heeft hij de wet niet
aangegrepen om te kijken naar alle aspecten van kinderopvang? Waarom
heeft hij niet opvoedingsondersteuning, peuterspeelzalen, intergratie
en gastouders meegenomen?
In de ogen van mijn fractie ben je er niet als je alleen kijkt naar de
praktische aspecten van opvang. Van hoe krijgen we meer opvang en hoe
regelen we de betaling ervan. Ja, dat is ook belangrijk, maar zeker
niet het enige element. Waarom kunnen kinderen die op de crèche zitten
niet naar de peuterspeelzaal? Maar ze hebben toch opvang zou u zeggen?
Ja opvang, maar peuterspeelzaal, of schooltje, is iets heel anders.
Daar leren kinderen tellen, samenspelen, worden ze voorbereidt op het
schoolse regime. Heel soms doen KDV's dit ook, maar dat is marginaal.
Juist voor kinderen met achterstanden, daar waar we nu veel geld
uitgeven aan voorschoolse educatie, ligt hier een kans.
En daar waar we nu moeite doen om het contact met de ouder niet te
verliezen, om hun te helpen bij de moeilijke taak van opvoeden, waar
geen diploma voor te krijgen is, daar laten we hier de gouden kans
liggen om opvoedingsondersteuning te bieden. In mijn ogen heeft een
goed kinderdagverblijf niet alleen een pedagogisch plan, maar ook een
pedagogische medewerker in dienst. Deze kan naast het personeel ook de
ouders adviseren als zij even niet meer weten hoe om te gaan met een
onmogelijke peuter. En daarmee kan de signaleringsfunctie van de
leidster versterkt worden, zodat als het ouders even te moede wordt,
er advies kan zijn en dat erger voorkomen kan worden. Daarmee kunnen
we preventief gaan werken aan vreselijke zaken als kindermishandeling.
Maar ook aan ontwikkelingsachterstanden en aan hechtingsproblemen, ik
noem maar een aantal belangrijke zaken in de ontwikkeling van het
kind. Al deze problemen, mits vroeg gesignaleerd, kunnen adequaat
aangepakt worden, waarmee erger voorkomen en dus ook veel geld
bestaat.
En natuurlijk geld hier dat niet alle kinderen naar het KDV gaan, maar
wanneer de peuterspeelzalen en BSO hierbij geïntegreerd wordt, dan
bereiken we al een grote groep. De consultatiebureau's zien weliswaar
bijna alle kinderen, maar zeker niet vaak genoeg om bovenstaande
problematiek te signaleren. Voorzitter, wat een mooie kans deze wet om
nu eens iets gedegens neer te zetten. Maar de minister grijpt deze
niet. Waarom toch niet?
Hoe ziet de wet er dan wel uit? Uitgekleed tot hoe gaan we de betaling
regelen en een schamele AMvB over kwaliteit. Ik wil beginnen met die
betalingsregeling. Het is goed dat ouders eindelijk de mogelijkheid
krijgen zelf te kiezen. Niet vanwege de marktwerking, maar wel vanwege
het feit dat ouders de eerst verantwoordelijken zijn voor de opvoeding
en daarom zij ook diegene moeten zijn die verantwoordelijk zijn voor
de opvang.
Helaas vertrouwt de minister teveel op de medewerking van de
bedrijven. En dat terwijl de bedrijven op dit moment juist snijden in
de secundaire voorwaarden en niet in zijn minst in de
kinderopvangregelingen. Waarom stelt de minister de werkgeversbijdrage
niet verplicht? Een dergelijk belangrijk onderdeel van de wet mag u
niet aan zelfregulering overlaten, de ervaring leert dat je daar niet
op kunt bouwen. Bovendien is het MKB slachtoffer van een dergelijke
regeling. Zij worden onevenredig zwaar getroffen, niet in de laatste
plaats omdat veel winkels vrouwelijk personeel in dienst hebben. Een
werkgeversfonds of een regeling via de fiscaliteit, waar werkgevers
slechts een klein percentage kwijt zijn aan kinderopvang, maar er wel
van verzekerd zijn, lost ook voor heel veel werkgevers problemen op.
Dan de compensatieregeling. De minister wil deze afschaffen omdat daar
een prikkel voor de werkgevers uit zou gaan. Ik zie niet welke prikkel
daarvan uit gaat. Als de compensatieregeling wordt afgeschaft dan
heeft de werknemer daar last van, niet de werkgever. Als de minister
de werkgevers bijdrage niet wil verplichten, dan moet hij de
compensatieregeling niet afschaffen. Als hij de compensatieregeling
wil afschaffen, dan moet hij de werkgeversbijdrage verplichten. Zo
simpel is dat.
Bovendien is voor zelfstandige ondernemers er na 2007 helemaal niets
meer geregeld waardoor deze de rekening van de kinderopvang zelf
betalen. Bij het MKB werken beide ouders vaak samen in het bedrijf en
een groot deel van deze groep zit niet in de hogere inkomensklassen.
Waarom lost de minister dit probleem niet op? Graag een reactie.
Als laatste wil ik opmerken dat het bijeenvoegen van vier geldstromen
een bureaucratische oplossing van de eerste orde is. Niet alleen bij
het aanvragen, maar ook bij iedere wijziging weer. Ik help het de
minister hopen dat dit de ouders niet gaat afschrikken. Bovendien
berekent VNO-NCW een toename van de administratieve lastendruk van
10%. Wat zegt de minister hierover? Ook hierom was het veel
doorzichtiger geweest als er fonds of een regeling via de fiscaliteit
was gekomen.
Waar we wel voor moeten waken is dat de kinderopvang niet zo
ingewikkeld en ondoorzichtig en duur wordt dat het onbereikbaar wordt
voor ouders. Vooral omdat we dan moeten waken voor illegale opvang. Ik
denk aan ouders die hun kinderen noodgedwongen brengen naar "goedkope
opvang" waar alle toch al magere regels van kwaliteit niet gelden,
waar geen vergunning een rol speelt. Niet omdat ouders dat zo willen,
maar omdat ze niet anders kunnen.
Bovendien lopen we met de marktwerking ook het risico dat de krenten
uit de pap worden gehaald. Hoe denkt de minister te garanderen dat er
in de achterstandwijken kwalitatief minder, of erger, geen
kinderopvang beschikbaar is en in de goede wijken, waar ouders meer
geld hebben de betere opvang te vinden is? Graag daarop een antwoord.
Dan heb ik nog een amendement ingediend rondom de
bemiddelingsbureau's. In onze ogen kan het niet zo zijn dat we aan de
ene kant hier regelen dat ouders zelf kunnen beslissen over hun
kinderopvang en aan de andere kant de deur open blijft staan voor
werkgevers om ouders te verplichten via bemiddelingsbureau's te
werken. Graag hoor ik van de minister dat ook hij van mening is dat de
werkgever niet een bemiddelingsbureau verplicht mag stellen. Ik
overweeg op dit punt namelijk een motie. Bovendien wordt de werkgever
hierin nog een keer gestimuleerd omdat hij de bemiddeling
belastingvrij kan aanbieden. Voorzitter het is of het een of het
ander. Of alle ouders kunnen, als ze dat willen gebruik maken van een
bemiddelingsbureau en voor die kosten gecompenseerd worden, of niet.
Gezien ook het recente onderzoek van BOinK dat ouders wanneer ze voor
de bemiddeling moeten gaan betalen er weinig tot geen interesse meer
in hebben, lijkt het ons ook niet meer dan logisch dat dit niet
onbelast blijft.
Dan de voorstellen voor de groepen. De SP wil geen groepsvergrotingen
in de BSO. Het argument dat kinderen op school in grotere groepen
zitten snijdt hier geen hout. Dit is geen school en kinderen op de BSO
gedragen zich anders en vragen andere aandacht dan kinderen in een
schoolse situatie. Ook wil mijn fractie geen wijziging ten aanzien van
de vaste groepen versus het open deuren beleid.
Het hebben van een pedagogisch plan lijkt een kleine moeite. Immers
ieder kinderdagverblijf heeft een pedagogisch beleid, dus het op
schrift stellen daarvan is zo gepiept. Dat is geen overbodige
regelgeving, dat is de basis voor ieder KDV. Daarom wil mijn fractie
niet alleen dat dit op papier komt, maar pleit hier ook voor een
jaarlijkse inspectie op hoe het pedagogische beleid haar beslag krijgt
in het verblijf. Dat lijkt mij een taak die de GGD uit kan voeren.
Want het hebben van een pedagogisch plan is een ding om naar te
streven, maar ouders moeten ook zeker kunnen weten dat waar ze voor
gekozen hebben, ze ook krijgen.
Voorzitter, we kennen de APK keuring, allerlei huishoudelijke
apparaten worden gekeurd voordat ze in de winkel liggen, speelgoed
kent veiligheidskeuringen, maar kinderdagverblijven worden op een van
de meest belangrijke elementen, de pedagogiek, niet gekeurd? Graag
hoor ik een reactie van de minister hierop.
Als ouder kun je namelijk niet zo makkelijk de kwaliteit van de
kinderopvang controleren. Zeker niet de eerste twee jaar als je kroost
nog geen goede volzinnen produceert. En later kun je zelfs je
vraagtekens stellen bij wat je kind je vertelt. Hoe dan, zou ik
denken. Loop je dan als ouder onverwacht het verblijf binnen om te
kijken wat daar gebeurd? Of eis je een webcam, niet om de kinderen,
maar om de leiding te controleren?
Het lijken me allemaal geen methodes op basis van vertrouwen en dat
terwijl je niet alleen de opvoeding, maar ook het leven van je
kinderen overgeeft aan de crècheleiding. Niet iets om lichtvaardig mee
om te gaan, niet als ouder, maar zeker ook niet als overheid.
En wat te doen als je niet tevreden bent. Vooropgesteld dat er
voldoende plaats is, kun je wisselen, maar wat doet dat met het kind.
Weet de minister wel dat een kind in het eerste levensjaar zich aan
vier personen maximaal kan hechten? Twee daar van zijn de ouders en
dan blijven er nog twee over. Net zo goed als het van belang is dat de
leiding op een groep niet om de drie maanden wisselt, is het van
belang dat je als ouder ook die stabiliteit bied aan je kind. En dus
zul je niet zo snel van crèche wisselen. Vooropgesteld dat er al een
andere crèche is. Want op het platteland is vaak maar één crèche
beschikbaar. De keuze van BSO wordt vaak bepaald door welke BSO
kinderen op de school ophaalt. Daarmee is van een echte marktwerking
al geen sprake. En daarmee is het zeker van belang dat je als ouder
verregaande mogelijkheden hebt om invloed uit te oefenen op het beleid
ten aanzien van de opvang. Verstaat u mij goed voorzitter, ik bedoel
daarmee niet de bedrijfsvoering, maar wel de uitoefening van het
beleid ergo het pedagogische plan.
Het afschaffen van de kwaliteitseisen in 2007 is een onzalig idee. Het
is als het afschaffen van de verplichting van remmen in een auto.
Voorzitter ook mijn partij is een grote voorstander van het afschaffen
van overbodige regels, maar het is juist aan de minister om met een
AMvB te komen die geen overbodige maar wel broodnodige regelgeving
bevat. Ik vraag de minister mij uit te leggen waarom hij zit ziet als
overbodige regelgeving. Weet de minister wel hoeveel ongevallen er
gebeuren op KDV's? Beseft de minister dat als de onveiligheid van
kinderdagverblijven toeneemt, dat ouders er juist voor gaan kiezen
kinderen daar niet meer naar toe te brengen? Ik ken ze nu al,
aanstaande moeders die hun werk opzeggen. En dat is juist wat de
minister niet beoogt, mag ik aannemen.
De eisen moeten echt veel concreter voorzitter. Wat is een bereikbare
buitenruimte? Mogen dan twee leidsters met 8 baby's naar een park 250
meter verderop? Hoe in Godsnaam? De eis voor een buitenruimte was al
bijzonder weinig, maar zo wordt het helemaal niks.
En wat is een passende groepsruimte als nergens omschreven staat wat
men onder passend verstaat? Ik wil echt waarschuwen voor het ophemelen
van zelfregulering. In het ene debat zitten we allerlei zaken te
repareren omdat de wetgever dacht dat het met zelfregulering wel zou
lukken, en hier wordt het gewoonweg weer voorgesteld. Het is altijd
een gok of zelfregulering wel helpt. Als het gaat om jonge kinderen
dan neem je toch geen enkel risico?
Op deze beider punten overweeg ik dan ook met een motie.
Voorzitter een stagiair is een stagiair. Dat is een leidster in
opleiding. De SP is tegen het idee dat je mensen in opleiding al
volwaardig kunt inzetten. Dat geld dus zeker ook voor de kinderopvang.
Dat is niet alleen ter bescherming van de kinderen, maak ook van de
stagiaires. We praten over vaak jonge mensen die we niet met een
dergelijk grote verantwoordelijkheid moeten opschepen.
Voorzitter, dan toch nog dit. Het is goed wanneer je als ouder een
bewuste keuze kunt maken over hoe je je kind wilt opvoeden. Als je
bewust kunt kiezen voor werk, niet vanuit het oogpunt dat je het
financieel nodig hebt, of dat je ertoe gedwongen wordt door de
overheid, ik refereer aan de sollicitatieplicht voor moeders met
kinderen ouder dan vijf jaar. Dat je bewust kunt kiezen om thuis te
blijven, niet omdat de opvang onbetaalbaar of van slechte kwaliteit
is. Er is niks mis met het moeder zijn (of vader zijn) en er is niks
mis met het kiezen voor de opvang. Zolang je maar kunt kiezen.
Misschien moet je ouder zijn om te weten wat voor opgave het is om je
kind naar een KDV te brengen. Je vraagt je af of je een slechte ouder
bent dat je moet of wilt werken. Je moet je weren tegen meningen van
mensen die vinden dat je thuis moet blijven. Iedere moeder voelt een
steek in haar hart als haar kind smorgens zegt: "ik wil niet naar de
crèche". Dan kun je alleen maar je kind wel brengen als je weet dat
daar leidsters zijn die begrijpen wat je voelt, waar je kind
enthousiast de naam van uitroept als zij binnenkomt en je weet dat je
kind daar veilig is. Zodra je aan een van deze zaken gaat twijfelen,
dan twijfel je ook over werken. Als de kosten dan ook te hoog worden
is de uitkomst van de rekensom vaak dat de moeder thuis blijft. En dat
kan toch nooit de bedoeling zijn van deze wet.