Socialistische Partij
Tribune 4
Het Wad wacht af
Interview Arjo Klamer
Bottenvrouw Clea Koff
Buurtconcierge Theo niet correct
Column Marijnissen
Elke, één van de 43.626
Nieuw zorgstelsel vooral schraal en ontoegankelijk
21-04-2004 * Afgelopen week werd in de Tweede Kamer gedebatteerd over
het nieuwe zorgstelsel. De regering heeft een fors pakket maatregelen
neergelegd, die volgens de SP geen verbetering opleveren.
"De zorg wordt minder toegankelijk en de solidariteit tussen rijk en
arm en ziek en gezond wordt aangetast," stelt Kamerlid Agnes Kant.
"Maar wat ook beseft moet worden: door veel van de plannen zullen we
uiteindelijk duurder uit zijn."
Lees hier de bijdrage in de eerste termijn van Agnes Kant, inclusief
interrupties van andere partijen.
Agnes Kant Mevrouw Kant (SP): Eindelijk vindt er een debat plaats over
het zorgstelsel. Op één punt is er goed nieuws: er komt een nieuw
stelsel. Ik moet eerlijk zeggen dat dit ook gelijk het enige goede
nieuws is. Het slechte nieuws is dat het geen solidair stelsel wordt.
Het stelsel is niet inkomenssolidair, want het wordt een stelsel met
nominale premies. Dat wil zeggen dat iedereen hetzelfde betaalt, of je
nu miljonair bent of het van de bijstand moet doen. Er komt een
no-claimregeling. Ook deze is niet inkomensafhankelijk en drukt voor
sommige mensen veel zwaarder op de portemonnee dan voor mensen met
meer geld. Het is natuurlijk gewoon een omgekeerde eigen bijdrage.
Voorts tast het nieuwe stelsel de solidariteit tussen gezond en ziek
aan. Dat vind ik een ernstig gevolg van de maatregelen die op ons
afkomen. Het hangt af van de zaken die zijn verzekerd en waar mensen
recht op hebben, of een stelsel solidair is tussen gezond en ziek. Je
ziet nu al dat het kabinet het pakket waar mensen recht op hebben,
drastisch uitkleedt. Mensen moeten steeds meer zelf betalen. Inmiddels
zijn bijvoorbeeld fysiotherapie en zelfzorgmiddelen uit het pakket
gehaald. Mijn fractie vraagt zich af: wat volgt?
Mijn fractie heeft begin dit jaar een telefoonlijn geopend waar mensen
konden melden wat de kabinetsmaatregelen voor hun portemonnee
betekenen. Natuurlijk melden zich vooral mensen die worden getroffen.
Chronisch zieken en ouderen gaan er, alles bij elkaar opgeteld, soms
maar liefst 12,5% op achteruit. Dat is heel erg veel als je weinig
hebt. En dat alleen maar omdat je ziek bent en meer kosten moet maken.
De hogere eigen bijdragen vormen ook een aantasting van de
solidariteit tussen gezond en ziek. Dat is al te zien in de thuiszorg.
De bijdrage daarvoor is behoorlijk verhoogd. Wat is daarvan het
resultaat? Heel veel mensen moeten om financiële redenen de thuiszorg
opzeggen. Dat is geen solidariteit.
De no-claimregeling, die ik al de omgekeerde eigen bijdrage noemde,
getuigt ook niet van solidariteit. Immers, de premie die de gezonde
mensen aan het eind van het jaar terug krijgen, wordt betaald door de
mensen die ziek zijn en die zorg nodig hebben. Dat zijn onder anderen
de ouderen en de gehandicapten.
Bovendien is dit een financiële drempel. Mensen gaan misschien te laat
naar de huisarts en wachten eventueel te lang om naar de specialist te
gaan, omdat zij denken: ik heb de centen niet en ik moet de no claim
terug hebben. Dit is een risico voor de gezondheid van mensen met
weinig geld.
Wat ik ontzettend dom vind aan de no-claimmaatregel, afgezien van het
ontbreken van solidariteit daarbij, is dat hierdoor de zorg echt
duurder wordt. Als er een drempel in de zorg wordt aangebracht
waardoor mensen te lang wachten om naar een dokter te gaan, hebben zij
uiteindelijk duurdere behandelingen nodig. Dat maakt de zorg dus
duurder. Tevens leidt dit tot heel veel bureaucratie. Ook dat moeten
wij allemaal betalen. Wij willen toch juist minder bureaucratie?
Een no-claimregeling, ofte wel een omgekeerde eigen bijdrage voor de
huisarts, is helemaal onverstandig. Ik heb al aangegeven dat mijn
fractie dit sowieso een domme maatregel vindt. Als je die drempel ook
nog voor de huisarts laat gelden, begrijp je niet zo goed hoe ons
zorgstelsel in elkaar zit en wat de grote voordelen zijn van de
huisarts als poortwachter. De huisarts vangt in de zorg namelijk heel
veel op voor relatief weinig geld.
De markt houdt ook geen rekening met solidariteit. Een belangrijk
nadeel van meer marktwerking in de zorg is dat de markt geen rekening
houdt met solidariteit. Het gaat je ook helemaal duizelen, als je de
brief leest van de minister over wat er allemaal gaat gebeuren,
evenals alle aanverwante wetten en stukken: marktwerking,
marktwerking, marktwerking. Ik ben gestopt met tellen.
Ik wil vijf nadelen noemen die ik zie, als de zorg de richting van de
marktwerking op gaat. Ik wil graag dat de minister daarop ingaat. De
markt kent geen belang van solidariteit van gelijke toegang en zorg
voor iedereen. Introductie van de marktwerking in de zorg draagt
altijd het risico van tweedeling in zich. Natuurlijk komt er een
acceptatieplicht. Ik weet ook dat het absoluut de bedoeling is dat die
er komt. Daarmee is echter niet direct alle solidariteit geregeld. Er
is namelijk ook selectie in het aanbod mogelijk. Waarom zouden
zorgverzekeraars heel veel moeite doen om kwalitatief goede zorg voor
een verzekerde te regelen die een kind heeft met een ernstige
handicap, een medisch heel ingewikkeld probleem? Waarom zou daarvoor
zorg worden ingekocht? Het betreft immers slechts een kleine groep.
Vandaar dat ik vrees dat selectie ook via het aanbod mogelijk wordt.
Van een dergelijke selectie zal zeker sprake zijn bij dat deel dat uit
het pakket naar de aanvullende verzekering gaat. Nogmaals, er zal
zeker een risicoselectie komen. Daar kan je op wachten.
Hoe lang zal het bij marktwerking en winstoogmerk duren voordat de
marktprincipes in de zorg echt gaan werken? Hoe lang zal het dus duren
totdat iemand die extra kan en wil betalen voorrang krijgt in het
ziekenhuis? Als dergelijke prikkels worden ingebouwd, gaan de mensen
dat soort zorg ook organiseren. Ook een mogelijkheid is dat men betere
zorg krijgt, als men meer betaalt.
De heer Rouvoet (ChristenUnie): Ook uit eerdere interrupties van
mevrouw Kant heb ik begrepen dat dit punt voor haar fractie cruciaal
is. Betreft dat toch niet veel meer het vormgeven van publieke
waarborgen in verband met de marktwerking c.q. de regulering van de
marktwerking dan absolute bezwaren tegen marktwerking? Wij zijn er
toch zelf bij?
Mevrouw Kant (SP): Ik denk dat de prikkels als effect hebben dat er
heel veel gereguleerd moet worden door de overheid voor de mensen die
uiteindelijk buiten de boot gaan vallen. Daardoor ben je veel duurder
uit. Dat is mijn kritiek op de marktwerking. Ik noem in dit verband
Amerika, waar heel veel marktwerking is. Daar zijn ook heel veel
mensen onverzekerd; er wordt geprobeerd om voor hen nog iets te
regelen. Dit gebeurt echter volstrekt onvoldoende. Toch is daar de
zorg veel en veel duurder.
De heer Rouvoet (ChristenUnie): Is uw bezwaar nu puur principieel en
wilt u geen marktwerking in de zorg? Of uit u uw bezwaar uit praktisch
oogpunt, omdat u voorziet dat het een hele klus zal zijn om de
waarborgen gestalte te geven? Wat is dus precies uw positie hierin?
Mevrouw Kant (SP): Mijn standpunt over dit soort onderwerpen is nooit
principieel. Het gaat mij erom wat er gebeurt bij de introductie van
marktwerking en om de gevolgen daarvan. Wat moet er vervolgens gedaan
worden om de negatieve gevolgen op te vangen? Is dat het waard of
niet?
Dat weeg ik tegen elkaar af en dat afwegend, concludeer ik dat wij
daar niet aan moeten beginnen.
Een volgend punt van bezwaar is dat de markt geen langetermijnbelang
kent, terwijl dat zeer belangrijk is in de zorg. Het ontbreken ervan
zal de kwaliteit in de zorg bedreigen. Het is niet voor niets dat
iedereen -- ook de minister -- toegeeft dat wij meer inspectie nodig
hebben als wij meer marktwerking in de zorg toestaan. Zo'n inspectie
moet ook weer worden opgetuigd en dat kost extra geld. Daarbij lopen
wij het risico dat mensen zorg krijgen die kwalitatief onder de maat
is. De inspectie heeft de nodige onderzoeken gedaan in privé-klinieken
waaruit dit is gebleken.
Ook denk ik dat zorg zonder marktwerking beter is en minder duur. In
de zorg moet ook niet worden geconcurreerd, maar samengewerkt. Als je
wilt dat mensen die in de zorg werken, er het beste van maken voor de
patiënt, moet je er vooral voor zorgen dat er goed wordt samengewerkt
en niet dat men elkaar de tent uit concurreert. Volgens mij is dat
niet de best afgestemde vorm van de zorg die je een patiënt kunt
bieden. Dit is niet in het belang van de patiënt.
Ik maak verder bezwaar tegen marktwerking in de zorg omdat ik er, mede
dankzij het onderzoek dat ik daarnaar heb gedaan, van overtuigd ben
dat meer marktwerking tot meer bureaucratie in de zorg leidt. Ik dacht
dat wij allemaal geen bureaucratie wilden, ten eerste omdat die de
zorg hindert en ten tweede omdat die de zorg onnodig duurder maakt. Ik
heb het in het voorstel dat ik aan de minister heb gegeven, gehad over
de DBC's die tot zeer veel bureaucratie leiden. Denk maar aan elkaar
beconcurrerende zorgverzekeraars die contracten moeten afsluiten met
alle zorgaanbieders. Dat kost allemaal zeer veel tijd. Ik geloof dat
een gemiddeld ziekenhuis zo'n vijf mensen moet aanstellen om specifiek
over al die situaties en DBC's te onderhandelen. Ik stel liever vijf
specialisten aan die wachtlijsten wegwerken.
De heer Heemskerk (PvdA): Mevrouw Kant, u zegt dat de DBC's tot
allerlei bureaucratie leiden. Bent u het met de fractie van de Partij
van de Arbeid eens dat in de zorg toch zo langzamerhand een kostprijs
moet worden berekend, zodat bekend is wat de kosten van bepaalde
behandelingen zijn? De manier waarop het nu gestructureerd is met
fictieve tarieven, is natuurlijk ook niet goed. Welk alternatief voor
DBC's biedt u, rekening houdend met kostprijzen? In elk stelsel, of er
marktwerking in wordt doorgevoerd of niet, moet toch bekend zijn wat
de kosten zijn?
Mevrouw Kant (SP): Natuurlijk moet de geleverde zorg worden betaald,
maar volgens mij is het niet nodig om daar zeer ingewikkelde
registratiesystemen voor te hanteren. Door een financieringssysteem op
hoofdlijnen kan op een fatsoenlijke manier worden betaald wat een
ziekenhuis uitvoert. Ik wil het best nog eens uitleggen, maar ik heb
er in mijn boek een heel hoofdstuk aan gewijd. U kunt dat rustig
nalezen.
De heer Heemskerk (PvdA): Uw reactie is: laten wij het in een grote
pot gooien en hopen dat het enigszins fatsoenlijk en efficiënt wordt
verdeeld. Daar wordt de zorg ook niet goedkoper en betaalbaarder van,
juist ook niet voor de lagere inkomens.
Mevrouw Kant (SP): Ik heb niet gezegd: gooi het maar in een grote pot
en wij zien wel wat er gebeurt. Ik vind ook dat de zorg die een
ziekenhuis levert, gewoon moet worden afgerekend. Nu hebben wij een
ingewikkeld systeem om dat te regelen met allerlei rituele rekeningen
die echt nergens op slaan, maar ziekenhuizen en zorgverzekeraars wel
over en weer zenden. Ook hebben wij een zeer ingewikkeld
budgetteringssysteem voor ziekenhuizen. Die systemen moeten wij eens
goed tegen het licht houden. Er is namelijk best een simpel systeem te
bedenken waardoor ziekenhuizen op een zeer eenvoudige manier worden
gefinancierd. Je kunt op hoofdlijnen duidelijk maken dat wat een
ziekenhuis doet, wordt betaald. Dat hoeft echt niet zo gedetailleerd
als nu in DBC's gebeurt. Ik hoef helemaal niet te weten of specialist
A patiënt B op tijdstip C behandeling D en vervolgbehandeling E heeft
gegeven en of dat volgende week anders is, waardoor ik een andere code
krijg. Dat wil ik allemaal niet weten; ik wil weten aan hoeveel
patiënten het ziekenhuis deze of gene behandeling heeft gegeven.
Daarop wordt het ziekenhuis afgerekend, dus gewoon op hoofdlijnen. Dat
is zeer wel mogelijk. Dit kan worden bewerkstelligd door het huidige
systeem relatief te vereenvoudigen.
Ik was eigenlijk bezig met het feit dat zorgverzekeraars moeten
concurreren. Ik zie dat dit enorm veel tijd vergt. Huisartsen zijn
alleen al met zorgverzekeraars, administratie en onderhandelingen zo'n
dag of veertien bezig. Dat is echt zonde van hun tijd, want huisartsen
hebben echt wel iets beters te doen. De bureaucratie, minder
samenwerken en concurrentie, zodat je bij schaarste hogere tarieven
kunt vragen, leiden er in mijn ogen toe dat de zorg duurder wordt als
je marktwerking introduceert. Dit is mijn stelling. Bovendien leidt
het toestaan van een winstoogmerk ertoe dat winsten gewoon in de
zakken van aandeelhouders mogen vloeien. Dat zijn centen die via de
premies in de winsten terecht zijn gekomen. Die winsten bestaan dus
ook uit centen die moeten worden opgebracht.
Mijn fractie is erg voor meer keuzevrijheid in de zorg. Er wordt vaak
gezegd dat marktwerking zal leiden tot meer keuzevrijheid. Volgens mij
is de oplossing beter en meer aanbod. Zal ik u eens zeggen wat ik denk
dat er gebeurt met de ideeën van de marktwerking? Dat leidt tot minder
keuzevrijheid, juist omdat er geen natuurlijke markt is in de zorg.
Als je toch de markt erop loslaat, ben ik er stellig van overtuigd dat
het zal leiden tot meer fusies, meer marktconcentraties, meer
monopolies en daarmee minder keuzevrijheid voor de patiënten. Dat is
precies wat wij niet willen.
Ik sluit mij aan bij de vragen of dit stelsel Europa-proof is. Ik ben
daar niet gerust op.
Het woord "marktwerking" komt wel vaak voor. Het is duidelijk dat wij
het er niet over eens zijn. Ik wil dat de minister niet alleen zegt
waarom het goed is, maar vandaag ook argumenten geeft waarom hij denkt
dat marktwerking een oplossing is. Hij beweert heel veel, bijvoorbeeld
dat marktwerking een middel is om de zorg beter te laten functioneren
en betaalbaar te houden. Hoezo? Laat de minister het mij uitleggen. De
verschuiving naar de markt is een keuze van het kabinet. Dat ziet een
noodzaak om meer keuzevrijheid, verantwoordelijkheid aan de
zorgconsument te geven en de houdbaarheid en de betrouwbaarheid op
langere termijn te kunnen waarborgen. Hoezo? Laat de minister het mij
uitleggen. Ik wil graag begrijpen waarom hij denkt dat het zo is. Ik
wil argumenten. Waarom zou marktwerking leiden tot minder regulering?
Leg het mij uit. Laat de minister mij ook uitleggen waarom hij denkt
daarvoor de markt nodig te hebben. Als er regels zijn die overbodig
zijn en die leiden tot bureaucratie, kan hij die toch gewoon
afschaffen?
De kernvraag is: waarom zou het antwoord op de problemen in de zorg de
markt zijn? Waarom zou de markt wel lukken wat de overheid samen met
de sector niet zou lukken? Je behoeft niet uit het systeem te stappen;
je kunt ook het systeem veranderen. Pak de bureaucratie aan. Zorg dat
er betere en meer samenwerking komt in de zorg. Vergelijk de
zorginstellingen en de zorgaanbieders op wat zij leveren aan
kwaliteit, efficiency en werkwijze. Zorg bijvoorbeeld dat de
Zorgautoriteit daarnaar kijkt en aanstuurt waar het niet goed gaat,
waar men betere kwaliteit moet leveren en efficiënter moet werken.
Daarvoor zou je zo'n nieuwe Zorgautoriteit moeten inzetten. Daar waar
mensen in de zorg over de schreef gaan, niet voldoen, onvoldoende
kwaliteit leveren en niet efficiënt werken, moeten wij systeem
verzinnen hoe wij kunnen ingrijpen bij managers en directies die het
niet goed doen. Die moeten wij gewoon naar huis kunnen sturen.
De heer Buijs (CDA): Mevrouw Kant heeft zojuist in algemene zin haar
grieven over de zorg naar voren gebracht. Ik kan mij daar wel iets bij
voorstellen. Ik vind het echter jammer dat zij zo weinig ingaat op de
brief van de regering van 12 maart. In dat kader heb ik twee vragen
aan haar.
Vindt zij het een goede zaak dat het verschil tussen particulier en
ziekenfonds wordt opgeheven? Wat vindt zij van de mate van
solidariteit die nu wordt geboden via de wettelijke zorgtoeslag?
Mevrouw Kant (SP): De heer Buijs verwoordde mijn grieven. In
tegenstelling tot wat ik in de brief heb gelezen over marktwerking ben
ik met argumenten gekomen. Ik heb een aantal argumenten genoemd waarom
ik denk dat marktwerking niet de oplossing is voor de zorg. Het grieft
mij dat wij daarover tot nu toe geen goed debat hebben gevoerd, maar
ik neem aan dat wij dat vandaag doen.
Ik ben erg blij dat het verschil tussen particulier verzekerden en
ziekenfondsverzekerden wordt opgeheven. Het heeft veel te lang geduurd
en het moet echt gebeuren. U zult het mij echter niet kwalijk nemen
dat ik dat liever in een ander stelsel had gezien, waarin ook de
inkomensafhankelijke premies hadden gezeten. Nu is dat niet het geval.
Het is echter een enorme verbetering en het leidt tot veel minder
bureaucratie. Het is ook een vorm van solidariteit dat de particulier
verzekerde meedraait in het zorgstelsel voor iedereen. Het was alleen
pas echt solidair geweest, als de premies inkomensafhankelijk waren
geweest. Dat is helaas niet het geval. Dat zal geregeld worden via de
zorgtoeslag. Ik weet dat het CDA en het kabinet het misschien nog niet
helemaal eens zijn hoe het goed geregeld moet worden, maar ik heb de
indruk dat het CDA daarin wat verder wil gaan dan het kabinet. Ik ben
er niet gerust op dat het een oplossing biedt. Als je solidariteit
wilt, maar het niet solidair regelt in het stelsel en de manier van
premieheffing, als iedereen evenveel moet betalen en als je het geld
in de vorm van een zorgtoeslag terugsluist naar mensen die minder geld
hebben, heeft dat een groot risico. Die zorgtoeslag kan namelijk
verminderd worden. Je kunt daaraan tornen en je kunt die weer
afschaffen. Ik ben ervoor, zeker vanwege de solidariteit op langere
termijn, om het in te bouwen in het stelsel.
Als iedereen echt voor die solidariteit is en vindt dat mensen met
lage inkomens naar verhouding te veel moeten bijdragen als de premie
nominaal en niet inkomensafhankelijk is, dan is mijn wedervraag:
waarom bouwt u dat dan niet in het stelsel in? Er zijn blijkbaar
redenen om dit van elkaar los te koppelen en die redenen geven bij mij
de angst: oh, als dat maar behouden blijft!
De heer Buijs (CDA): Als ik hier niets op zou zeggen, zou de indruk
kunnen ontstaan dat ik akkoord ga met uw laatste woorden. Nee, daar
gaat het niet om. Het gaat erom dat de CDA-fractie van mening is dat
er geen inkomenspolitiek via deze zorgverzekering moet worden bedreven
en dat inkomenspolitiek via de fiscaliteit plaats moet vinden. Dat is
de reden en niet anders.
Mevrouw Kant (SP): Dat is misschien uw reden wel, maar wij hebben met
een kabinet te maken waarin ook de VVD zit. Ik vrees dat de VVD wat
andere redeneringen en argumenten heeft. U kunt van uw kant wel
beweren dat u geen inkomenspolitiek wilt bedrijven via de zorg, maar
het is natuurlijk een en al inkomenspolitiek. Immers, als u voor
iedereen gelijke premies gaat heffen, dan is dat nogal een
inkomenspolitiek, want dat treft met name de mensen met de lage
inkomens. De mensen met de hogere inkomens hoeven dan relatief, ten
opzichte van hun inkomen, minder bij te dragen. Daar zit voor mij ook
een bezwaar voor het systeem zoals het nu voorligt. Er is daarbij een
grens aan wat mensen moeten bijdragen, afhankelijk van hun inkomen.
Het is niet zo dat hoe meer je verdient, hoe meer je bijdraagt. Daar
zit een top in, terwijl ik zo graag een stelsel zou zien waarbij
mensen die echt veel meer verdienen, ook meer bijdragen aan de zorg
voor ons allen.
Mevrouw Schippers (VVD): Wij kunnen discussiëren in karikaturen, maar
de motivatie van de VVD-fractie is ook om de inkomenspolitiek uit de
gezondheidszorg te halen en dit via de belastingen te doen, zoals wij
dat ook op allerlei andere terreinen doen, bijvoorbeeld bij de huur,
het onderwijs enz.
Mevrouw Kant (SP): U mag allerlei bewoordingen gebruiken over mijn
bijdrage aan dit debat, maar de aanduiding "karikatuur" vind ik niet
juist. Ik ben volgens mij tot nu toe alleen maar aan het argumenteren
en ik maak nergens een karikatuur van. De VVD zit in het kabinet en is
erg voor gelijke premies voor iedereen. U zegt dat het argument is dat
u geen inkomenspolitiek wilt bedrijven, maar ik heb zonet gezegd dat u
niet anders doet als u iemand met een bijstandsuitkering een even hoog
bedrag laat betalen als iemand die miljonair is. Dat is klinkklare
inkomenspolitiek.