Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Tonkens over eerwraak in de
vrouwenopvang.(2030410790)
1
Hebt u kennis genomen van het bericht `Federatie Opvang geschokt door eerwraak in
vrouwenopvang'? 1)
1
Ja.
2
Kunt u bevestigen dat bekend was dat de man van de vermoorde vrouw wist waar zij
verbleef? Hoe beoordeelt u het gegeven dat de man via zijn netwerk steeds wist te
achterhalen waar zijn vrouw verbleef? Hoe beoordeelt u het gegeven dat er desondanks
voor de vrouw geen andere opvang gevonden kon worden, omdat alle huizen vol zaten?
3
Deelt u de mening dat het nodig is om op korte termijn meer opvangplaatsen te realiseren en
de uitstroom uit de vrouwenopvang te bevorderen, teneinde dergelijke afschuwelijke
gebeurtenissen te voorkomen? Zo ja, wat gaat u doen om dit te realiseren?
2 en 3
Ja, de feiten leiden tot die conclusie.
De bewering dat de man zijn vrouw via zijn netwerk wist te achterhalen, is volgens de
politie Zaanstad onjuist. Het politie-onderzoek is overigens nog gaande.
Uit onderzoek naar de instroom in de vrouwenopvang, verricht door het Trimbos-Instituut,
blijkt dat er sprake is van plaatsgebrek. Om die reden heeft het kabinet oplopend naar 2007
4 miljoen extra structureel uitgetrokken voor de uitbreiding van de opvangvoorzieningen
voor vrouwen (en hun eventuele kinderen) die groot gevaar lopen zoals slachtoffers van
eerwraak. Hiervoor kunnen 200 plaatsen extra worden gerealiseerd.
4
Bent u bereid onderzoek te laten verrichten naar mogelijkheden om volstrekt geheime
onderduikadressen of zwaar beschermde opvang te realiseren?
4
In het kabinetsstandpunt (TK, 2003-2004, 29325, nr. 1) interdepartementale
beleidsonderzoek maatschappelijke opvang zijn pilots `safe houses' aangekondigd. Dit zijn
geheime particuliere opvangadressen waar vrouwen met een groot veiligheidsrisico kunnen
worden ondergebracht. Deze pilots worden in overleg met de VNG en de Federatie Opvang
nader uitgewerkt.
5
Bent u bereid te stimuleren dat er tussen politie en vrouwenopvang waterdichte afspraken
komen die de veiligheid van bewoners en personeel kunnen waarborgen?
5
In het algemeen is voor een sluitende aanpak rond huiselijk geweld intensieve samenwerking
nodig tussen politie, openbaar ministerie, reclassering, vrouwenopvang en hulpverlening.
Ter uitvoering van de kabinetsnota `Privé Geweld Publieke Zaak' (TK, 2001-2002, 28345
nr. 2) heeft het ministerie van Justitie in 2001-2003 subsidies verstrekt aan enkele
tientallen lokale samenwerkingsprojecten huiselijk geweld. In de meeste gevallen waren
daarbij ook politie en vrouwenopvang betrokken.
2
Wat de samenwerking tussen vrouwenopvang en politie betreft; in de praktijk blijkt dat met
name de afdeling Zeden van de politie en de vrouwenopvangcentra elkaar weten te vinden.
In een aantal regio's zijn er goede afspraken over meldingen van geweld bij de politie door
vrouwenopvangcentra. Dat betekent overigens nog niet dat overal waterdichte afspraken
zijn over specifiek eerwraak-kwesties. Ik zal daarom op korte termijn overleggen met de
VNG, BZK, V&I, Justitie en de Federatie Opvang over maatregelen om de veiligheid in de
vrouwenopvang vergroten. Ik denk hierbij onder meer aan bindende afspraken tussen politie
en hulpverlening, de bescherming van adressen, cliënten en personeel en de versnelde
introductie van particuliere opvangadressen. Verder zijn - zoals gemeld tijdens het algemeen
overleg over huiselijk geweld op 11 maart jl. en het plenair debat over integratie en
emancipatie op 16 maart jl. - de minister van Justitie en de minister voor V&I voornemens in
één of twee politieregio's een pilotproject te starten met als doel een registratievorm te
ontwikkelen die een reële indicatie geeft van de aard en omvang van eergerelateerd geweld.
Op basis daarvan zal tevens een aanzet worden gegeven voor de ontwikkeling van een
aanpak van eerwraakgerelateerd geweld.
1) ANP, 15 maart jl.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport