European Commission

IP/04/507

Brussel, 20 april 2004

Kroatië: Commissie beveelt opening van toetredingsonderhandelingen aan

De Europese Commissie heeft vandaag advies uitgebracht over de aanvraag van Kroatië om toetreding tot de Europese Unie. Zij beveelt de Raad daarin aan met Kroatië onderhandelingen over het lidmaatschap te openen. Aan de hand van het advies van de Commissie zal de Europese Raad moeten besluiten of en zo ja wanneer onderhandelingen moeten worden geopend. De Commissie hechtte ook haar goedkeuring aan een voorstel voor een besluit van de Raad over het Europees Partnerschap met Kroatië, dat geïnspireerd is op de toetredingspartnerschappen waarmee kandidaat-lidstaten in het verleden zijn gesteund in hun voorbereidingen op het uiteindelijke lidmaatschap van de EU. Het partnerschap is gebaseerd op de analyse die in het advies is geformuleerd.

Voorzitter Prodi: "De afgelopen paar jaar heeft Kroatië zich enorme inspanningen getroost om vooruit te gaan op de weg naar het lidmaatschap van de EU. Het advies van de Commissie erkent deze vorderingen. De Commissie kan de Raad daarom nu aanbevelen om met Kroatië onderhandelingen over de toetreding te openen. De prestaties van Kroatië laten zien dat de strategie van de EU voor de westelijke Balkan(1)
een goed raamwerk biedt voor economische en politieke vooruitgang, en zullen hopelijk andere landen in de regio aanmoedigen hun inspanningen in de richting van Europese integratie te intensiveren. Ik hoop dat het nieuwe Europese Partnerschap de Kroatische regering zal helpen bij het vaststellen van de prioriteiten voor haar hervormingsinspanningen. De Europese Commissie zal daarbij alle mogelijke steun bieden, maar Kroatië bepaalt zelf hoe snel het vooruit gaat in de richting van het EU-lidmaatschap."

Kroatië diende zijn verzoek om toetreding tot de Europese Unie in op 21 februari 2003. De Raad van Ministers verzocht de Commissie in april 2003 daarover verslag uit te brengen.

In haar advies onderzoekt de Commissie de aanvraag van Kroatië aan de hand van het vermogen van dit land om te voldoen aan de criteria die zijn vastgesteld door de Europese Raad van Kopenhagen in 1993 en de voorwaarden van het stabilisatie- en associatieproces, met name de voorwaarden die door de Raad zijn gedefinieerd in de conclusies van de Raad van 29 april 1997. Die voorwaarden omvatten medewerking met het Joegoslavië-tribunaal en regionale samenwerking.

Bij de beoordeling aan de hand van de bovengenoemde criteria komt het advies tot de volgende drie hoofdconclusies:

Wat de politieke criteria betreft: Kroatië is een functionerende democratie, met stabiele instellingen die de rechtsstaat garanderen. Er doen zich geen grote problemen voor op het gebied van de eerbiediging van de grondrechten. In april 2004 verklaarde de hoofdaanklager van het Joegoslavië-tribunaal, Carla Del Ponte, dat Kroatië momenteel volledig meewerkt. Deze volledige medewerking moet gehandhaafd blijven, en Kroatië moet alle noodzakelijke maatregelen nemen om de laatste aangeklaagde op te sporen en aan het tribunaal over te dragen. Kroatië moet verdere inspanningen leveren op het gebied van de rechten van minderheden, de terugkeer van vluchtelingen, regionale samenwerking en bestrijding van corruptie.

De Commissie bevestigt dat Kroatië voldoet aan de politieke criteria die de Europese Raad in 1993 heeft vastgesteld en aan de voorwaarden van het stabilisatie- en associatieproces, die de Raad in 1997 heeft vastgesteld.

Wat de economische criteria betreft: Kroatië mag worden beschouwd als een functionerende markteconomie. Het land moet in staat worden geacht op de middellange termijn het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie, mits het doorgaat met de uitvoering van het hervormingsprogramma om de nog resterende zwakke punten aan te pakken.

Wat het vermogen van Kroatië om de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen betreft: het advies geeft een grondige analyse aan de hand van de 29 hoofdstukken van het acquis die ten grondslag lagen aan de onderhandelingen die zijn gevoerd met de landen die op 1 mei tot de EU toetreden. In het algemeen luidt de conclusie dat Kroatië op de middellange termijn in staat zal zijn de overige verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen, mits het zich aanzienlijke inspanningen getroost om de wetgeving aan te passen aan het acquis en op tenuitvoerlegging en handhaving ervan toe te zien. Slechts op de lange termijn kan echter volledig aan het acquis op milieugebied worden voldaan, en daarvoor is verhoging van de investeringen noodzakelijk.

Het Europees Partnerschap is gebaseerd op de
toetredingspartnerschappen die tot stand kwamen om eerdere kandidaten op het EU-lidmaatschap voor te bereiden. Het Europees Partnerschap betekent een belangrijke stap voorwaarts voor de betrekkingen tussen de EU en Kroatië. Het is toegespitst op de specifieke behoeften van het land en stelt prioriteiten voor de korte termijn (12 tot 24 maanden) en de middellange termijn (3 tot 4 jaar). Het Partnerschap moet de Kroatische regering helpen haar hervormingsinspanningen en de beschikbare middelen te concentreren op de gebieden waar die middelen het sterkst nodig zijn. Van de bevoegde autoriteiten wordt verwacht dat zij op hun beurt een gedetailleerd plan uitwerken voor de uitvoering van het Europees Partnerschap. Daarin moeten de concrete te nemen maatregelen en een tijdschema worden vastgesteld, en moet worden aangegeven welke menselijke en financiële middelen voor de uit te voeren taken zullen worden ingezet. De in het Europese Partnerschap aangegeven prioriteiten zijn tevens van invloed op de toewijzing van verdere financiële bijstand door de EU.

Het advies over Kroatië is te vinden op het adres:

http://europa.eu.int/comm/external_relations/see/croatia/index.htm