European Commission

IP/04/501

Brussel, 20 april 2004

De Commissie zet de industrie in het middelpunt en versterkt het concurrentievermogen in een uitgebreide Europese Unie

Nadat de Europese Commissie het debat over de rol van het industriebeleid in december 2002 nieuw leven inblies, geeft zij nu, in een vandaag aangenomen mededeling, de contouren van een industriebeleid voor de uitgebreide Europese Unie aan. Hiermee wordt ingespeeld op de bezorgdheid van de Europese Raad en ook op de ongerustheid over een mogelijke deïndustrialisatie en op vragen over hoe wij op de huidige structurele veranderingen binnen de Europese industrie kunnen vooruitlopen en reageren. De Commissie roept op drie gebieden tot actie op: verbetering van het regelgevingsklimaat voor ondernemingen, inclusief maatregelen om overregulering op EU- of nationaal niveau te vermijden; een betere inzet van alle EU-beleidssectoren om het concurrentievermogen te bevorderen, met name door maatregelen op gebieden als onderzoek, opleiding, concurrentieregels en regionale steun; en samenwerking met afzonderlijke sectoren om een beleid te ontwikkelen dat op specifieke behoeften is afgestemd, de waardeketen op een hoger niveau brengt, op structurele veranderingen anticipeert en deze begeleidt. De actie op deze gebieden past in het kader van de nieuwe financiële vooruitzichten voor de periode tot 2013, die aan het concurrentievermogen bijzonder belang toekennen. Tot slot is deze mededeling ook een uitgangspunt. De analyse en aanbevelingen zullen een belangrijke bijdrage zijn aan de lopende evaluatie van de strategie van Lissabon en de werkzaamheden van de groep op hoog niveau over het Lissabon-proces, die door Wim Kok wordt voorgezeten. Een andere mededeling, die ook vandaag werd aangenomen, benadrukt dat een proactief concurrentiebeleid een wezenlijk onderdeel is van een coherent en geïntegreerd beleid tot bevordering van het concurrentievermogen van de Europese industrie. Zij zet uiteen hoe de Commissie haar nieuwe proactieve benadering van concurrentie aan de vooravond van de uitbreiding denkt voort te zetten.

"Anderhalf jaar geleden hebben wij het debat over de rol van de industrie en over de bijdrage van het EU-beleid in dat verband nieuw leven ingeblazen", aldus Erkki Liikanen, lid van de Europese Commissie voor ondernemingen en informatiemaatschappij. "Vandaag zetten wij uiteen welke stappen moeten worden ondernomen zodat de industrie in de uitgebreide Europese Unie haar volle potentieel kan ontwikkelen. Zij moet een motor voor banen, innovatie en groei blijven. Wij moeten ervoor zorgen dat al ons beleid het concurrentievermogen ondersteunt en wij moeten ons meer bewust worden van het cumulatief effect van een veelvoud van regels op het bedrijfsleven. Wij hebben ook onderzocht of de vrees voor deïndustrialisatie gegrond is. Deïndustrialisatie is nog geen groot probleem in de EU en de initiatieven van vandaag moeten ervoor zorgen dat dat zo blijft".

"Een proactief concurrentiebeleid wil zeggen dat de Commissie haar regelgevingsprocedures stroomlijnt. Wij hebben het al eenvoudiger gemaakt om in de uitgebreide Unie toestemming te krijgen voor pan-Europese fusies. Nu zetten wij het mes in de administratieve rompslomp waarmee het toezicht op de staatssteun nog altijd gepaard gaat", verklaarde Mario Monti, Commissielid voor concurrentie.

Een industriebeleid voor een uitgebreide Europese Unie

De Europese industrie heeft vele sterke punten aan de vooravond van de uitbreiding, maar op een aantal belangrijke punten, zoals productiviteit, innovatie en uitgaven voor onderzoek, laten haar prestaties te wensen over. Hoewel niet van een algemene deïndustrialisatie kan worden gesproken en de meeste industriële sectoren zelfs kunnen bogen op een hogere productie, vindt in Europa wel een doorlopend herstructureringsproces plaats. Hierbij verschuiven middelen en banen naar kennisintensieve activiteiten. Dit proces is voordelig, maar kan ook pijnlijk zijn, omdat het soms ten koste gaat van specifieke sectoren of regio's, terwijl de voordelen meer gespreid zijn. Bovendien speelt bij dit omschakelingsproces ook de concurrentie uit derde landen, zoals China en India, een rol.

Ook de uitbreiding is in deze context van belang. Zij biedt de Europese industrie belangrijke kansen op het gebied van investeringen, vaardigheden en nieuwe markten, maar hiervan kan alleen gebruik worden gemaakt als het herstructureringsproces niet door kunstmatige hinderpalen wordt belemmerd. Bovendien kan de uitbreiding er in sommige gevallen toe bijdragen de productie, die anders naar Azië zou zijn verplaatst, binnen de EU te houden. De uitbreiding zal ook het concurrentievermogen bevorderen, omdat ondernemingen hun activiteiten tussen bestaande en nieuwe lidstaten kunnen verdelen en zo van de pluspunten en voordelen van de verschillende delen van de Unie kunnen profiteren. Ook ons nabuurschapsbeleid kan een bijdrage leveren door de werking van de interne markt naar nabuurstaten uit te breiden.

Dit alles laat zien hoe belangrijk het is dat men de veranderingen voor is en deze met het nodige beleid ondersteunt. De actie op EU-niveau moet met name op drie gebieden zijn gericht:
* Verbetering van het regelgevingsklimaat. De Commissie gaat verder met de uitvoering van haar actieplan voor een betere wetgeving en let daarbij op hoe zij haar aanpak kan verbeteren. Daartoe behoort bijvoorbeeld dat zij bij de effectbeoordeling van haar voorstellen meer rekening houdt met aspecten betreffende het concurrentievermogen en dat zij zich een beter beeld vormt van het cumulatief effect van regelgeving op specifieke industrieën.
* Betere inzet van de diverse EU-beleidssectoren, zodat deze samen het concurrentievermogen kunnen ondersteunen. Daarbij moet het accent liggen op beleidssectoren die de invoering en het gebruik van kennis stimuleren, de productiviteit bevorderen en die bedrijven helpen te innoveren. Het gaat daarbij met name om innovatie, onderzoek, interne markt, handel, werkgelegenheid, opleiding en regionale ontwikkeling.

* Ontwikkeling van een Europees industriebeleid voor specifieke sectoren in overleg met de belanghebbenden. Hierbij moet worden voortgebouwd op de resultaten die al in de farmaceutische industrie, de lucht- en ruimtevaartindustrie, de scheepsbouw, zakelijke dienstverlening en textielindustrie zijn bereikt. Deze aanpak moet worden uitgebreid tot nieuwe terreinen, zoals de automobiel- of andere industrieën.

Een proactief concurrentiebeleid

De mededeling gaat in op de bijdrage van de diverse instrumenten van het concurrentiebeleid, namelijk antitrustregels, fusiecontrole, liberalisatie en toezicht op staatssteun. Er wordt uitgegaan van een proactieve benadering die de volgende aspecten omvat:
* een verbetering van het regelgevingskader op concurrentiegebied om zakelijke transacties, een brede verspreiding van kennis en een doeltreffende economische herstructurering te bevorderen;
* een handhavingspraktijk om de belemmeringen voor markttoegang en doeltreffende concurrentie die de concurrentie op de interne markt het meest schaden, actief uit de weg te ruimen.

De mededeling bevat een samenvatting van de recente en nog lopende uitgebreide hervorming van het EU-concurrentierecht en laat zien hoe een proactieve handhaving in combinatie met vereenvoudigde procedures en een economischere benadering de administratieve lasten voor het bedrijfsleven, met name voor het midden- en kleinbedrijf, kunnen helpen verlichten en de Commissie in staat kunnen stellen middelen vrij te maken voor een aanpak van de ernstigste en schadelijkste concurrentieproblemen, met name kartels, concurrentie in geliberaliseerde nutssectoren, vrije beroepen en financiële diensten. Er wordt eveneens ingegaan op de specifieke bijdrage van het staatssteunbeleid aan het concurrentievermogen.

Ook bij haar staatssteunbeleid kiest de Commissie voor een economische benadering. Sinds het eind van de jaren negentig spitst de Commissie zich bij dat beleid steeds meer toe op gevallen en vraagstukken die voor de interne markt en de EU-industrie van werkelijk belang zijn, dat wil zeggen op gevallen waar de actie van de Commissie tot reële resultaten of een meerwaarde leidt. Anderzijds probeert zij zich niet onnodig te belasten met vraagstukken en zaken waar dat niet het geval is.