PERSBERICHT
Nummer: 086 AdV
Datum: 31 maart 2004
Brief aan groningen en drenthe over Noordelijke rekenkamer
Provinciale Staten van Fryslân zullen op 21 april beslissen over de wijze waarop ze een rekenkamer gaan instellen. Een speciale klankbordgroep zal een voorstel voorbereiden. Dit voorstel zal uitgaan van twee nieuwe opties die worden gepresenteerd naast de voorstellen uit de nota "Een Noordelijke Rekenkamer".
De eerste optie is de keuze voor een rekenkamer, samen met de provincies Groningen en Drenthe, gebaseerd op een groeimodel, waarbij vooreerst uitgegaan wordt van een beperkte personele invulling en een maximaal taakstellend budget. Hierover is een brief aan Provinciale Staten van Groningen en Drenthe gestuurd.
De tweede optie is de keuze voor een eigen Friese Rekenkamer, onder dezelfde basisvoorwaarden met de opdracht aan de statengriffier en een in te stellen stuurgroep om dit model nader uit te werken en daarbij de mogelijkheid tot samenwerking met andere instanties (gemeenten, waterschap) open te houden.
Uit de behandeling in de statencommissie van vorige week is gebleken dat, mocht de raadpleging van Groningen en Drenthe duidelijk maken dat geen overeenstemming kan worden bereikt over een bescheidener eerste opzet in een mogelijk groeimodel, een meerderheid van de Friese Staten zal kiezen voor een eigen Friese rekenkamer.
Bijlage: brief aan Provinciale Staten van Groningen en Drenthe.
Aan Provinciale Staten van
de Provincies Groningen en Drenthe.
Leeuwarden, 29 maart 2004
Geachte collega-statenleden,
Op basis van een besluit van het presidium van de provincie Fryslân wordt de besluitvorming in Provinciale Staten van Fryslân over het instellen van een rekenkamer(functie) voorbereid in de statencommissie Boarger en Mienskip.
De nota "Een Noordelijke Rekenkamer" stond aanvankelijk geagendeerd voor de vergadering van de Statencommissie Boarger en Mienskip van 28 januari jl. Dit ter voorbereiding op latere besluitvorming in Provinciale Staten van Fryslân.
Tijdens de discussie die volgde op een voorlichtende inleiding over provinciale en lokale rekenkamers (voorafgaand aan de beoogde behandeling van de Nota Een Noordelijke Rekenkamer en het bijbehorende statenvoorstel) bleek dat er nog behoefte was aan een nadere uitwerking van een aantal vraagpunten die uit deze discussie naar voren kwamen. Een en ander heeft geleid tot een aanvullende notitie die is behandeld in de statencommissie Boarger en Mienskip van 22 maart jl.. De fracties van Grien Links, SP, D66 en de OSF waren niet vertegenwoordigd in deze commissievergadering.
Naar aanleiding van de aanvullende notitie is in deze commissievergadering eerst gesproken over de door de Friese Staten gewenste positionering van een rekenkamer(functie) en te hanteren uitgangspunten bij het instellen van de rekenkamer(functie). Vervolgens is gediscussieerd over de mogelijke samenwerkingsopties.
Alle aanwezige partijen waren het er over eens dat niet moest worden gekozen voor een model waarbij statenleden zitting kunnen hebben in de rekenkamer(functie). Door alle aanwezige partijen werd uitgesproken dat de rekenkamer onafhankelijk moet zijn. Ook wordt geopteerd voor een rekenkamer(functie) die is gericht op het bereiken van leereffecten en niet alleen op afrekenen.
Uit de discussie kwam duidelijk naar voren dat een ruime meerderheid van de commissieleden van oordeel was dat een eerste opzet van een rekenkamer(functie) een bescheiden karakter zou moeten hebben. Men kiest voor een groeimodel waarbij met een minimale, verantwoorde, omvang wordt begonnen. De meerderheid van de commissie was van oordeel dat het model dat in de Nota "Een Noordelijke Rekenkamer" wordt gepresenteerd te royaal van opzet is en de daaraan verbonden kosten derhalve te hoog.
Met uitzondering van de fractie van de FNP, die in de commissievergadering heeft aangegeven de voorkeur te geven aan een Friese rekenkamer(functie), waarbij de mogelijkheid tot samenwerking met gemeenten wordt opengehouden, willen de andere partijen een samenwerking in een Noordelijke Rekenkamer(functie) nader onderzoeken.
Wel moet daarbij opgemerkt dat de PvdA als eerste opteert voor een eigen rekenkamerfunctie als start van het groeimodel.
Door de Friese CDA fractie is aangegeven dat zij een maximaal, taakstellend budget van
E 230.000,- (als bijdrage van Fryslân of voor een Friese rekenkamer) een goed uitgangspunt zouden vinden. De voorkeur van de meeste partijen gaat uit naar een minimale aanvangsbezetting, waarbij indien nodig ad hoc expertise wordt ingehuurd. Van groot belang wordt gevonden dat een eventuele noordelijke samenwerking moet kunnen leiden tot synergie en schaalvoordelen.
Een enkele partij heeft zich uitgesproken over het voorstel uit de nota "Een Noordelijke Rekenkamer" met betrekking tot de instelling van een programmaraad. Omdat de programmaraad geen officiële status heeft en verzoeken om een bepaald onderwerp voorwerp van onderzoek te maken ook door de individuele staten(leden) aan de rekenkamer kunnen worden gedaan achten zij een programmaraad overbodig.
Ook is ter sprake geweest dat duidelijk moet zijn dat de te benoemen stuurgroep een tijdelijk karakter dient te hebben en zich uitsluitend dient bezig te houden met de instelling van de rekenkamer.
De door de commissie in het leven geroepen klankbordgroep zal nu voor de vergadering van Provinciale Staten van Fryslân een statenvoorstel voorbereiden, dat op 21 april 2004 aan Provinciale Staten zal worden voorgelegd.
Dit voorstel zal uitgaan van twee nieuwe opties welke worden gepresenteerd naast de voorstellen uit de Nota "Een Noordelijke Rekenkamer" te weten:
de keuze voor een rekenkamer, samen met de provincies Groningen en Drenthe,
gebaseerd op een groeimodel, waarbij vooreerst uitgegaan wordt van een beperkte personele invulling en een maximaal taakstellend budget.
Hierover eerst Groningen en Drenthe raadplegen.
de keuze voor een eigen Friese Rekenkamer, onder dezelfde basisvoorwaarden met de
opdracht aan de statengriffier en een in te stellen Stuurgroep om dit model nader uit te
werken en daarbij de mogelijkheid tot samenwerking met andere instanties (gemeenten,
waterschap) open te houden.
Hierbij willen we nog opmerken dat de Staten zich nog zullen moeten uitspreken over de keuze voor een rekenkamer of een rekenkamerfunctie.
Uit de behandeling in de statencommissie is gebleken dat, mocht de raadpleging van Groningen en Drenthe duidelijk maken dat geen overeenstemming kan worden bereikt over een bescheidener eerste opzet in een mogelijk groeimodel, een meerderheid van de Friese Staten zal kiezen voor optie B.
Als Provinciale Staten van Groningen en Drenthe, hebt u reeds een besluit genomen dat is gebaseerd op de voorstellen uit de nota een "Noordelijke Rekenkamer". Hierin is dus ook reeds invulling gegeven aan de omvang van de rekenkamer, de daaraan verbonden kosten en de bestuurlijke vorm.
Voor de besluitvorming van Provinciale Staten van Fryslân, althans voor een belangrijk deel van de daarin vertegenwoordigde fracties, is nu van groot belang te weten of u eventueel bereid bent aan de hierboven omschreven wensen van de Friese fracties tegemoet te komen.
Om een goede afweging door onze staten mogelijk te maken en zo voor alle partijen op korte termijn duidelijkheid te kunnen verschaffen over het mogelijke vervolgtraject, verzoeken wij u spoedig te willen reageren op deze brief, indien mogelijk nog voor 21 april 2004.
In afwachting van uw reactie verblijf ik,
hoogachtend,
W. de Haan,
voorzitter van de statencommissie Boarger en Mienskip.
---- --
Provincie Friesland