Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

toespraak

Directie:
voorlichting

Publicatiedatum:
20-04-2004

Status:
informatie

Speech drs. Annette D.S.M. Nijs MBA, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, ter gelegenheid van het in ontvangst nemen van het MKB onderzoek naar HBO-ers in het MKB op 20 april 2004 in Delft

N.B.: Alleen het gesproken woord geldt

Allereerst wil ik u hartelijk bedanken voor dit rapport.

Ik kan u zeggen dat ik er erg blij mee ben. Waarom? Omdat dit rapport het belang van het HBO voor het MKB onderstreept. Want als het MKB de motor is van de Nederlandse economie, dan kunnen we wel stellen dat het HBO de smeerolie is.

Ik vind het leuk hier in deze zakelijke omgeving te zijn. Tenslotte weten zakenmensen als geen ander precies wat er te koop is. Dus als u aangeeft dat het HBO op de 'kennismarkt' een waardevolle leverancier is, dan bevestigt dat eens te meer het belang van deze onderwijsinstellingen voor onze economie.

Anderzijds moet het MKB zich wél realiseren dat het HBO méér klanten heeft: ook andere sectoren nemen graag HBO-ers op in hun geledingen. Maar omdat het MKB een hele goede klant is van het HBO zou u wat mij betreft best een vaste-klantenkaart mogen krijgen. Laten we zeggen een soort HBO-Bonuskaart.

Want net als bij die supermarkt snijdt het mes met zo'n bonuskaart dan aan twee kanten: enerzijds krijgt het MKB dan bepaalde privileges:

Zo is er de vraag naar Associate Degrees. En zoals ik ook al in de kamer zei: daar ben ik zwaar over aan het nadenken.

En anderzijds kan het HBO zijn 'aanbod' (de gekwalificeerde afgestudeerden) nóg beter afstemmen op de behoefte van de klant, het MKB.

Waarop ik hoop, nee, waarop ik reken, is dat beide partijen veel intensiever gaan samenwerken. Soms lijkt het wel of er een enorme koudwatervrees is om samen te werken. Wat mij betreft volstrekt ten onrechte.

Ik denk dat we er naar toe moeten dat de kwaliteit van een HBO-instelling niet alleen wordt bepaald door de mooie cijfers die hun studenten weten te behalen.
En niet alleen door het aantrekkelijke vakkenpakket. En ook niet alleen door de kwaliteit van de docenten.
Maar ook (en misschien wel vooral!) door hun netwerk. Met welke bedrijven heeft de instelling contact? Wat voor afspraken zijn er gemaakt voor stageplaatsen? Waar kunnen afgestudeerden terecht? Dát zijn zaken die meer en meer van belang worden voor een kwalitatieve HBO-instelling.

In de praktijk heb ik overigens prachtige voorbeelden gezien van zulke samenwerkingen. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan Hogeschool Zuyd met vestigingen in Zuid-Limburg. Zo organiseren ze daar elk jaar de manifestatie 'Kennis in bedrijf'. Een zeer succesvolle regionale onderwijs-bedrijvenmarkt.

En wat de Hogeschool Zuyd verder doet, is de student al in het eerste jaar laten kennismaken met de beroepspraktijk. Niet alleen kan de student zo al in een vroeg stadium een goede studiekeuze maken, maar bovendien ontstaat er zo gedurende de gehele studieduur een geïntegreerd traject. En daarvan profiteren de instelling, de studenten én de deelnemende bedrijven.

Eigenlijk vind ik het bepalen van de vormen van samenwerking in de eerste plaats iets voor de partijen zelf. Iets dat HBO en MKB sámen moeten bepalen. Daarbij zou ik geen rol moeten spelen

Maar omdat deze samenwerking van zo'n belang is, (en innovatie bovendien een speerpunt is van het kabinetsbeleid) wil ik daar graag mijn steentje aan bijdragen. Daarom heb ik het volgende besloten:

Het opstarten van de experimentele lijn kenniscirculatie, die ik heb aangekondigd in het HOOP. Hierin kunnen MKB en HBO-instellingen samen met voorstellen komen voor experimenten met kennisuitwisseling ter ondersteuning van de regionale economie. (In een soort Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie - Teams oftewel RAAK-teams).

De criteria voor deze experimenten?
Bijvoorbeeld: in hoeverre sluiten de voorstellen aan op de regionale innovatie platforms en wat betekenen ze voor de regionale economie. En: is er sprake van een heldere, meetbare doelstelling. Maar ook: kan de HBO-instelling de rol spelen van 'preferred supplier' voor bepaalde MKB-sectoren.

En ik wil hier voor de meest enthousiaste initiatieven nog iets aan vastkoppelen als extra stimulans: ik wil extra innovatieve en extra inventieve voorstellen ook extra belonen. Met een extra premie. Een extra bonus als het ware. Tenslotte had ik het zojuist al over de HBO Bonuskaart...

Tot slot wil ik nog een stapje verder gaan. Zoals gezegd, vind ik het opzetten van samenwerkingsverbanden om de kenniscirculatie te vergroten primair de taak van de participanten zelf.

Dames en heren, u ziet: de kennismarkt is een dynamische markt. Een markt waar vraag en aanbod op nieuwe, innovatieve manieren bij elkaar komt. En ik denk dat we vandaag, met dit MKB-rapport en met mijn voorstellen voor het stimuleren van kenniscirculatie, belangrijke stappen voorwaarts hebben gedaan.