IP/04/504
Brussel, 20 april 2004
Vrij verkeer van goederen: de Commissie verzoekt Duitsland om de
statiegeld- en retoursystemen voor bepaalde soorten eenmalige
verpakkingen te wijzigen
De Commissie heeft het antwoord van Duitsland op haar oorspronkelijke
verzoek om informatie van oktober 2003 bestudeerd en besloten om
Duitsland officieel om wijziging van de statiegeld- en
retourvoorschriften voor eenmalige verpakkingen (in de regel blikjes
en flessen uit kunststof) in de Duitse verpakkingswet
("Verpackungsverordnung") te verzoeken. De Commissie ziet in dat
verplicht statiegeld en de verplichting dat verpakkingen teruggenomen
moeten worden winst oplevert voor het milieu, maar is wel van mening
dat de wijze waarop de statiegeld- en retoursystemen in Duitsland
functioneren het vrije verkeer van verpakte dranken uit andere
lidstaten op onevenredige wijze belemmert en in strijd is met de
bepalingen ten aanzien van de interne markt in het Verdrag (artikel
28) en artikel 7 van Richtlijn 94/62/EG (de zogenaamde
"verpakkingsrichtlijn"). De maatregelen werken in het bijzonder door
op ingevoerde dranken, aangezien zo'n vijfennegentig procent van de
ingevoerde dranken vooral in verband met het vervoer over grote
afstanden in eenmalige verpakkingen verpakt wordt. Het verzoek van de
Commissie zal gestalte krijgen in een met redenen omkleed advies.
Hiermee wordt de tweede stap in de inbreukprocedure uit hoofde van
artikel 226 van het EG-Verdrag gezet. Indien Duitsland niet binnen
twee maanden een antwoord verstrekt dat voldoet, kan de Commissie de
zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese
Gemeenschappen.
Wanneer nationale voorschriften het vrije verkeer van goederen binnen
de Europese Unie (een van de grondbeginselen van de interne markt, die
in artikel 28 van het EG-Verdrag is vastgelegd) belemmeren, kunnen
ondernemingen geen gebruik maken van hun recht om een product overal
in de Europese Unie te verkopen. De concurrentie op de nationale
markten wordt op deze wijze aan banden gelegd, waardoor de consument
minder keuze heeft en gevaar loopt om meer te betalen dan nodig is.
"We hebben bij verschillende gelegenheden op hoog niveau overleg
gevoerd met de Duitse autoriteiten om in deze kwestie tot
overeenstemming te komen. Er is niet voldoende gedaan om tegemoet te
komen aan het uitgangspunt van de Commissie dat het Duitse systeem
niet langer in strijd mag zijn met de voorschriften van de Europese
Unie waarmee Duitsland en alle andere lidstaten akkoord zijn gegaan.
De Commissie ziet nu geen ander alternatief meer en zal de zaak dan
ook een verder vervolg moeten geven, hoewel ze nog steeds hoopt dat er
nog een oplossing gevonden zal kunnen worden zodat de zaak niet
aanhangig hoeft te worden gemaakt bij het Hof van Justitie," aldus de
verantwoordelijke commissaris voor de interne markt, de heer Frits
Bolkestein.
Op grond van de Duitse "Verpackungsverordnung" (wet op verpakkingen)
wordt verplicht statiegeld (van minimaal 0,25 of 0,50 euro al naar
gelang de inhoudsmaat ) geheven op mineraalwater, bier en
koolzuurhoudende frisdranken in eenmalige verpakkingen (het gaat
daarbij in de regel om blikjes en flessen uit kunststof). Daarnaast
zijn detailhandelaren verplicht om lege verpakkingen terug te nemen,
indien die van dezelfde soort, vorm en afmetingen zijn als de
verpakkingen van de producten die ze in hun eigen assortiment hebben.
Er is tot op dit moment evenwel nog geen echt landelijk retoursysteem
voor verpakkingen ingevoerd, waardoor de consument dergelijke
eenmalige verpakkingen bij wat voor verkooppunt dan ook terug zou
kunnen geven om het betaalde statiegeld terug te krijgen. Integendeel,
detailhandelaren hoeven alleen verpakkingen terug te nemen die van
precies dezelfde soort, vorm en afmetingen zijn als de verpakkingen
van de producten die ze in hun eigen assortiment hebben. Andere
soorten leeggoed kunnen ze weigeren. Het gevolg hiervan is dat er met
een aantal zogenaamde "Insellösungen" wordt gewerkt, wat inhoudt dat
de verpakkingen specifiek op bepaalde detailhandelaren worden
afgestemd en qua soort, vorm en afmetingen op kleine punten afwijken
van de verpakkingen die aan andere detailhandelaren worden geleverd.
Op die manier blijven de financiële verplichtingen voor de
detailhandelaren beperkt, omdat ze alleen de verpakkingen van
producten terug hoeven te nemen die ze zelf verkocht hebben en ook
alleen in dit geval het statiegeld terug hoeven te betalen.
Het uiteindelijke gevolg van dit alles is dat er momenteel in
Duitsland geen landelijk retoursysteem voor leeggoed bestaat, maar een
heel scala aan uiteenlopende systemen die allemaal op zichzelf staan
en niet op elkaar aansluiten. De twee bestaande retoursystemen die
mogelijkerwijs in het hele land ingang zullen vinden, bestrijken op
dit moment slechts een uiterst klein deel van de desbetreffende Duitse
drankenmarkt. Producten in eenmalige verpakkingen zijn ondertussen uit
de schappen van tal van winkels verwijderd.
In deze situatie stijgen de productiekosten en wordt de invoer van
bier, mineraalwater en frisdranken uit andere lidstaten van de EU
belemmerd.
Volgens de wetgeving van de EU mogen om redenen van algemeen belang,
zoals de bescherming van het milieu, maatregelen worden genomen die
het vrije verkeer van goederen aan banden leggen, indien die
maatregelen zonder onderscheid gelden voor nationale en ingevoerde
producten en ze evenredig zijn. Het evenredigheidsbeginsel behelst
onder andere dat de genomen maatregel het vrije verkeer binnen de
Europese Unie zo min mogelijk mag belemmeren.
In de verpakkingsrichtlijn is voorts met name vastgelegd dat lidstaten
die statiegeld- en retoursystemen invoeren dit op een zodanige wijze
moeten doen dat er geen belemmeringen voor de handel binnen de EU
ontstaan. Uit ervaringen in andere lidstaten is gebleken dat
statiegeldsystemen ook kunnen worden ingevoerd zonder dat de handel op
de interne markt verstoord wordt.
De Commissie is evenwel van mening dat de wijze waarop de uit de
Duitse verpakkingswet voortvloeiende verplichting tot heffing van
statiegeld en tot het terugnemen van verpakkingen in de praktijk is
vertaald tot onevenredige belemmeringen voor de handel binnen de EU
leidt. Daarnaast betwijfelt ze of de genomen maatregelen wel de meest
geschikte maatregelen voor het milieu zijn.
In antwoord op de officiële schriftelijke aanmaning van de Commissie
van oktober 2003 hebben de Duitse autoriteiten aanvullende feitelijke
informatie verstrekt. Deze gegevens leveren evenwel op geen enkel punt
afdoende bewijzen op om de bezorgdheid van de Commissie weg te nemen.
Recente informatie over inbreukprocedures tegen andere lidstaten is te
vinden onder:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h
tm
European Commission