Consumptie in februari 0,7 procent lager
Het volume van de binnenlandse consumptie door huishoudens in februari 2004 was 0,7 procent kleiner dan in februari 2003. De consumptieve bestedingen waren voor de twaalfde achtereenvolgende maand lager dan in de overeenkomstige maand een jaar eerder. De daling van de consumptie was begin 2004 minder sterk dan in de laatste maanden van 2003, zo blijkt uit cijfers van het CBS.
Daling consumptie begin 2004 minder sterk
De binnenlandse consumptie was in de eerste twee maanden van 2004 gemiddeld 0,4 procent lager dan in dezelfde periode van 2003. De consumptie werd in zowel januari als februari 2004 opwaarts beïnvloed door een gunstiger samenstelling van de koopdagen en door hogere uitgaven van huishoudens aan zorg als gevolg van overheidsmaatregelen. Het positieve effect hiervan was circa 0,6 procentpunt. Zonder deze invloed zou de binnenlandse consumptie in januari en februari gemiddeld ongeveer 1 procent lager zijn uitgekomen dan in dezelfde periode een jaar eerder. Deze afname is beduidend minder dan die in het tweede halfjaar van 2003. Toen was het volume van de binnenlandse consumptie nog bijna 2 procent lager dan in de tweede helft van 2002.
Tegengestelde ontwikkeling bij goederen en diensten
In februari 2004 toonden de bestedingen aan goederen en aan diensten een tegengestelde ontwikkeling. Het volume van de bestedingen aan goederen lag in februari dit jaar 3,1 procent onder het niveau van februari 2003. Aan diensten zoals huisvesting, vervoer, horeca en zorg werd, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, 1,5 procent meer besteed. Omdat 2004 een schrikkeljaar is, telde februari een extra koopdag. Zonder dit effect zou het volume van de binnenlandse consumptie in februari dit jaar 1,1 procent kleiner zijn geweest dan in februari 2003.
Kleinere afname bij duurzame goederen
In februari 2004 was het volume van de bestedingen aan duurzame goederen 3,7 procent kleiner dan een jaar eerder. In januari was het volume 0,5 procent kleiner dan in januari 2003. In de tweede helft van 2003 werd er, voor prijsverandering gecorrigeerd, per maand gemiddeld circa 6 procent minder besteed aan duurzame goederen dan een jaar eerder. De afname begin 2004 was dus beduidend kleiner dan die in de laatste maanden van 2003. Net als in de voorafgaande maanden stonden ook in januari en februari de bestedingen aan woninginrichting het sterkst onder druk. De uitgaven aan de consumptiecategorie duurzame goederen, waaronder kleding, schoenen, meubels, vervoermiddelen en consumentenelektronica, zijn het meest gevoelig voor schommelingen in de conjunctuur.
Aan voedings- en genotmiddelen werd in februari dit jaar 0,4 procent minder besteed dan in dezelfde maand van 2003. Aan overige goederen, zoals bijvoorbeeld brandstoffen, energie, medicijnen, schoonmaakmiddelen, boeken en planten is 4,5 procent minder besteed dan in februari 2003.
Technische toelichting
Dit persbericht beschrijft de ontwikkeling van de Consumptie door huishoudens. De binnenlandse consumptieve bestedingen zijn verdeeld in vier hoofdcategorieën: voedings- en genotmiddelen (in 2003 aandeel 14,5 procent), duurzame goederen (20,7 procent), overige goederen (14,2 procent) en diensten (50,5 procent). Het gaat bij de binnenlandse consumptie om de uitgaven op Nederlands grondgebied: dus ook de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland. De uitgaven van Nederlandse ingezetenen in het buitenland zijn niet in dit cijfer opgenomen. Het in de tabel opgenomen begrip 'nationale consumptie' bevat in tegenstelling tot de term 'binnenlandse consumptie' wel de bestedingen van Nederlandse ingezetenen in het buitenland, maar niet de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland.
De groeicijfers in dit persbericht zijn steeds gebaseerd op een vergelijking met de overeenkomstige periode een jaar eerder. De gegevens zijn nog voorlopig. De volumemutaties geven de voor prijsveranderingen gecorrigeerde ontwikkeling van de bestedingen weer. Voor het berekenen van de prijsontwikkeling is gebruik gemaakt van het basismateriaal van de consumentenprijsindex (CPI) van het CBS.
Verschillen in de samenstelling van de koopdagen tussen de perioden die vergeleken worden, kunnen vooral bij de maandcijfers van de consumptie voor sterke schommelingen zorgen. Zo wordt op een vrijdag of zaterdag meer uitgegeven dan op een zondag, maandag of dinsdag. Bij kwartaal- of jaarcijfers zijn de effecten van deze verschillen veel minder groot. In de reeks koopdaggecorrigeerde volumemutaties wordt met deze effecten rekening gehouden. De koopdagcorrecties zijn bepaald met behulp van seizoencorrectietechnieken.
Per 2004 zijn er enkele belangrijke wijzigingen doorgevoerd in de Ziekenfondswet en de AWBZ. Deze beleidsmaatregelen brengen een verschuiving teweeg van de consumptie door de overheid naar de consumptie door huishoudens. De consumptie door huishoudens komt hierdoor gemiddeld per maand zo'n 0,3 procentpunt hoger uit dan een jaar eerder.
De macro-economische maandconsumptiecijfers sluiten aan bij de concepten en definities van de Nationale rekeningen en de uitkomsten van de reguliere Kwartaalrekeningen van het CBS.
PB04-060
19 april 2004
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht
CBS