Gemeente Voorburg-Leidschendam
Proef met knoflook in Leidschendam-Voorburg
Persbericht, Leidschendam-Voorburg, 19 april 2004
---
Tegen bladluis en mineermot
De gemeente Leidschendam-Voorburg neemt dit jaar een proef met het
biologisch bestrijden van insecten op bomen en hanteert daarbij twee
verschillende methoden. Tegen bladluis op linden worden
lieveheersbeestjes en knoflookextract ingezet; de strijd tegen de
kastanjemineermot op paardenkastanjes wordt gevoerd met knoflook.
Beide methoden zijn geheel biologisch en niet schadelijk voor het
milieu. In de proef worden op 127 linden lieveheersbeestjes uitgezet,
en 21 linden en 6 paardenkastanjes krijgen uitsluitend knoflookextract
toegediend. De gemeente wil met deze bestrijding de overlast
verminderen die luizen met hun kleverige afscheiding aan de omgeving
bezorgen. Daarnaast moet de proef aantonen of knoflookextract een
effectief middel is tegen de paardenkastanjemineermot.
Bemoedigend
Tonsel Boomkwekerijen uit Dronten heeft een sap ontwikkeld uit
geperste knoflook, dat opneembaar is door de wortels van planten.
Experimenten hiermee tonen aan, dat de hoeveelheid insecten op de
bomen als gevolg van de geur en de smaak van knoflook sterk
vermindert.
Deze methode is onder andere toe te passen voor het verjagen van
bladluis bij linden (waardoor het zogenaamde ´druipen´ zal afnemen) en
de kastanjemineermot bij paardenkastanjes.
Elders in het land zijn het afgelopen jaar proeven uitgevoerd met dit
knoflookextract. De bemoedigende resultaten zijn voor de gemeente
Leidschendam-Voorburg aanleiding om op bescheiden schaal een proef te
doen.
Doseerbuis
Om het knoflookextract toe te dienen worden speciale buizen in de
grond aangebracht, die er voor zorgen dat de knoflook via kleine
gaatjes langzaam vrijkomt om door de boom te worden opgenomen. Het
knoflookextract wordt eind april/ begin mei aangebracht, omdat rond
deze periode de sapstroom van de bomen op gang komt en de knoflook
vanuit de wortels naar de bladeren wordt getransporteerd. Medio juli
wordt een nieuwe dosis knoflook toegediend om de bomen tijdens de
zomer tegen de insecten te beschermen.
Aangetaste kastanjeboom Mineermot
De paardenkastanjemineermot vormt in ons land een plaag; het nietige
motvlindertje, dat nauwelijks opvalt, legt eitjes op het blad van de
paardenkastanje, waarna de uitgekomen larven zich direct een weg boren
in het bladweefsel.
Hierdoor verdwijnt een groot deel van het groene blad en kan de boom
minder bouwstoffen aanmaken.
De aantasting is herkenbaar aan bruine vlekken op het blad, waardoor
de kastanje midden in de zomer een herfstachtig uiterlijk krijgt. Er
zijn tot op heden weliswaar nog geen gevallen bekend waarbij de bomen
de aantasting niet overleven, maar ze worden echter wel steeds zwakker
en daardoor gevoeliger voor andere ziekten en plagen.
Neerslag
Het is een bekend verschijnsel dat bepaalde soorten linden voor een
kleverige neerslag kunnen zorgen op auto´s en trottoirs. Dit druipen
wordt veroorzaakt door bladluizen, die de linden in het voorjaar
bezoeken. De uitwerpselen van de bladluis bevatten suiker, die voor de
kleverige afscheiding zorgen.
Het druipen is hinderlijk voor de omgeving, maar niet schadelijk voor
de boom.
Voor de biologische bestrijding van bladluis wordt het inheemse,
tweestippelig lieveheersbeestje (adalia bipunctata) ingezet. De
resultaten met deze methode van bestrijding zijn zeer uiteenlopend. De
weersomstandigheden na het uitzetten van de larven van de
lieveheersbeestjes zijn van grote invloed op de kans van slagen van de
proef.