Praktijkonderzoek Veehouderij

Grote groepen vleesvarkens

PraktijkRapport 29

Auteurs: E.M. van den Heuvel, A.I.J. Hoofs, G.P. Binnendijk, A.J.J. Bosma, H.A.M. Spoolder

In het Varkensbesluit 1998 is het minimaal vereiste leefoppervlak voor vleesvarkens van 85 tot 110 kg vergroot van 0,7 m2 naar 1,0 m2 per dier. In de EU-richtlijn is een norm van 0,65 m2 per dier vastgelegd. Bij een groter leefoppervlak per varken nemen de huisvestingskosten toe. Vanuit de praktijk was de vraag of men op de vergroting van het leefoppervlak kan inspelen door de groepsgrootte aan te passen, zodat de huisvestingskosten kunnen afnemen.
Het onderzoek is opgezet om inzicht te krijgen in de effecten van de groepsgrootte van vleesvarkens op de technische en economische resultaten. Ook de invloed van grote groepen vleesvarkens op de benodigde hoeveelheid arbeid en de arbeidsomstandigheden is meegenomen. Het onderzoek bestaat uit een vergelijkende studie aangevuld met bedrijfsbezoeken aan varkenshouderijbedrijven waar ervaring bestond met het werken met vleesvarkens in groepen groter dan 35 vleesvarkens. Het onderzoek is in opdracht van het Productschap voor Vee en Vlees uitgevoerd door het Praktijkonderzoek van de Animal Sciences Group van Wageningen UR. De vergelijkende studie werd op het Praktijkcentrum Sterksel uitgevoerd in de periode van april 2000 tot juni 2002. In twee vergelijkbare afdelingen met elk één hok voor 12, 24, 36 en 72 vleesvarkens per groep is in vijf herhalingen gekeken naar het effect van de groepsgrootte op de technische resultaten, de slachtkwaliteit, de diergezondheid, de economische resultaten en op arbeid en arbeidsomstandigheden. Als gevolg van veel gezondheidsproblemen bij de vleesvarkens in de laatste twee herhalingen is een splitsing gemaakt in herhalingen zonder noemenswaardige gezondheidsproblemen (n=3) en in herhalingen met gezondheidsproblemen (n=2).

Uit het onderzoek blijkt dat vleesvarkens in groepen van twaalf dieren sneller groeien dan vleesvarkens in grotere groepen. Groepen van 12 dieren groeiden gemiddeld 811 gram per dag, gemiddeld ongeveer 40 gram per dag meer dan de andere groepsgroottes. Dit is alleen gevonden in herhalingen zonder noemenswaardige gezondheidsproblemen. In deze herhalingen is interactie met de afdeling gevonden voor het kenmerk groei. Hiervoor is geen verklaring gevonden. Verschillen in voer- en EW-opname (gemiddeld 2,40 kg/dag en 2,66) en in voeder- en EW-conversie (gemiddeld 3,44 en 3,2 kg/kg) zijn niet aangetoond. Het vleespercentage is het hoogst bij vleesvarkens in groepen van 12 en 36 dieren, respectievelijk 56,0 en 55,4 %. Dit verschil met vleesvarkens uit groepen van 24 en 72 vleesvarkens (respectievelijk 54,0 en 54,7 %) is vooral het gevolg van een verschil in spierdikte (HGP). Er is geen verschil in spekdikte (HGP) en percentage karkassen per classificatietype. Het uitvalspercentage was voor alle groepsgroottes gelijk. Alleen in herhalingen met gezondheidsproblemen is het percentage veterinair behandelde dieren het laagst (18,8 %) bij een groepsgrootte van 12 vleesvarkens. Tussen de andere drie groepsgroottes (gemiddeld 39,0 %) en in de herhalingen zonder noemenswaardige gezondheidsproblemen is geen verschil geconstateerd. De opbrengst per afgeleverd vleesvarken is het hoogst bij groepen van 12 vleesvarkens (EUR 116,88). Dit is met name het gevolg van een hogere groeisnelheid en een hoger vleespercentage. Bij 24 vleesvarkens per groep is deze opbrengst per afgeleverd vleesvarken het laagst (EUR 109,44). Hiervoor is geen verklaring gevonden. De geconstateerde hogere inrichtingskosten per gemiddeld aanwezig vleesvarken bij een groepsgrootte van 12 vleesvarkens (EUR 52,28) worden zodanig gecompenseerd door de betere technische en dus ook de economische resultaten, dat dit resulteert in het hoogste saldo minus jaarkosten huisvesting (EUR 21,93). Bij de groepsgroottes van 36 en 72 vleesvarkens ligt dit saldo, op basis van de technische resultaten in dit onderzoek, zo'n EUR 5,-- à EUR 7,-- lager dan bij 12 vleesvarkens per groep. Bij 24 vleesvarkens per groep ligt dit saldo zelfs EUR 16,-- lager. De besparing op inrichtingskosten bij het houden van grotere groepen vleesvarkens heeft in dit onderzoek niet geleid tot betere economische resultaten. De technische resultaten van grote groepen zijn dusdanig slechter dat ze de besparingen op de inrichtingskosten teniet doen.
De benodigde tijd voor de dagelijkse controle is het laagst bij groepen van 72 dieren (0,06 minuten/vleesvarken/ dag) en bij groepen van 12 het hoogst (0,10 minuten/vleesvarken/dag).

Op achttal praktijkbedrijven is meer inzicht verkregen in de arbeidsomstandigheden en de benodigde hoeveelheid arbeid bij het houden van vleesvarkens in grote groepen. Tussen september 2001 en juni 2003 zijn vijf varkenshouders bezocht die vleesvarkens in groepen, variërend van 35 tot 130 vleesvarkens per groep, hielden. Daarnaast zijn drie bedrijven alleen telefonisch benaderd. De verslaglegging van dit deel van het onderzoek is beschrijvend van aard. Uit deze bezoeken kwam naar voren dat bij het werken met grote groepen vleesvarkens het schoonspuiten van een afdeling minder tijd kost, het afleveren van vleesvarkens het beste met twee personen uitgevoerd kan worden, de dagelijkse controle lastiger is en de veiligheid van de varkenshouder een belangrijk aandachtspunt blijft.

Wilt u het hele praktijkrapport lezen? Dat kan. Bestel praktijkrapport 29 hier voor de prijs van EUR 16.51 (excl BTW) .

Varkens praktijkrapport 29: Grote groepen vleesvarkens - 2004 - 34 pagina's

Oudste praktijkrapport Vorige praktijkrapport Overzicht alle praktijkrapporten

---

© Praktijkonderzoek - Animal Sciences Group - Wageningen UR. Laatst bijgewerkt: 19-04-2004 11:49.
Mail vragen en opmerkingen over de Praktijkonderzoek Website naar: webmaster.po.asg@wur.nl