Persbericht
19 april 2004
Nederland wil steviger internationaal klimaatbeleid
Het kabinet maakt zich grote zorgen over de gevolgen van klimaatverandering. Staatssecretaris Van Geel van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zal zich daarom tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie inzetten voor verdergaande internationale klimaatafspraken.
Met het oog op de internationale klimaatconferentie (COP10) in Buenos Aires van 6-17 december 2004 wil staatssecretaris Van Geel het Nederlandse voorzitterschap benutten om het internationale klimaatbeleid te verstevigen. Daarbij geldt dat de Europese Unie zal doorgaan met het uitvoeren van het klimaatbeleid en blijft aandringen bij Rusland op ratificatie van het Kyoto-protocol. Ook zal worden ingezet op intensivering van de samenwerking met ontwikkelingslanden. Mede daarom zal in samenwerking met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking in december een conferentie worden georganiseerd: 'Energy for Development'.
De Europese Unie streeft ernaar dat de gemiddelde temperatuur op aarde niet meer dan 2 graden Celsius stijgt ten opzichte van het pre-industrieel niveau. Om dit te realiseren zijn ambitieuze reductiedoelstellingen noodzakelijk. Nederland vindt dat alle industrielanden gezamenlijk, inclusief de Verenigde Staten, daarvoor reducties moeten realiseren van gemiddeld 30% in 2020 ten opzichte van 1990. Ook ontwikkelingslanden zullen hieraan een bijdrage moeten leveren.
Het kabinet is een aantal activiteiten gestart om inzicht te krijgen in de mogelijkheden en gevolgen van een verdergaand klimaatbeleid in Nederland. Het CPB, RIVM en ECN maken een nieuwe referentieraming om een beeld te krijgen van de ontwikkeling van de uitstoot van broeikasgassen tot 2020. Daaruit moet blijken of Nederland op koers ligt om te kunnen voldoen aan de Kyoto-doelstelling. De referentieraming is naar verwachting deze zomer gereed. Het RIVM en het ECN is ook gevraagd om een zogenaamd optiedocument te maken. Daarin worden de maatregelen voor een verdergaand klimaatbeleid beschreven. Dit document zal naar verwachting in het najaar gereed zijn. Verder zal er op korte termijn een studie worden uitgevoerd naar de economische effecten van een reductie met 30% door de industrielanden inclusief de EU-lidstaten. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan een motie van de Tweede Kamer.
( bron:
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer