Amsterdammers in meerderheid voor Noord/Zuidlijn
16 april 2004 - O+S
Amsterdammers blijven ondanks de extra kosten van 90 miljoen in
meerderheid voor de aanleg van de Noord/Zuidlijn. Wel willen zij een
uitgebreide financiële verantwoording van de mogelijke extra kosten
van het project voor de stad. Dat blijkt uit een O+S-enquête in
opdracht van AT5.
De aanleg van de Noord/Zuidlijn is in volle gang. Nu de lijn concreet
vorm krijgt, blijkt 45% van de Amsterdammers voor de aanleg te zijn,
28% is tegen aanleg en 27% heeft geen uitgesproken opvatting over dit
onderwerp. Jongeren zijn veel uitgesprokener voor aanleg (50% voor,
16% tegen) dan ouderen (38% voor, 32% tegen).
Iets meer dan de helft (57%) van de Amsterdammers is op de hoogte van
de recente discussie over de kostenoverschrijding. Op de vraag of de
kostenoverschrijding van 90 miljoen gevolgen dient te hebben, blijkt
dat 10% vindt dat de aanleg direct gestopt zou moeten worden; nog eens
10% vindt dat de aanleg heroverweging behoeft. Een ruime meerderheid
vindt dat de aanleg kan doorgaan: 12% zegt dat de aanleg zonder meer
door kan gaan, 41% wil een uitgebreide verantwoording van de kosten en
22% vindt dat de overschrijding politieke gevolgen zou moeten hebben
voor de verantwoordelijke wethouder.
Vrijwel niemand van degenen die ten tijde van het referendum voor de
aanleg waren én hun stem hebben uitgebracht is nu tegen de aanleg.
Omgekeerd is ook vrijwel niemand die in 1997 tegen heeft gestemd nu
voor de aanleg.
O+S volgt de opinie over de Noord/Zuidlijn sinds 1996. Aanvankelijk
was een ruime meerderheid van 65-70% voor aanleg en een minderheid van
30-35% tegen. In de aanloop naar het referendum daalde het aantal
voorstanders. In de uitslag van het referendum, waaraan maar iets meer
dan een kwart van alle kiesgerechtigde Amsterdammers deelnam, bleken
de tegenstanders in de meerderheid. Toch kon de aanleg doorgaan, de
opkomstdrempel bleek lang niet gehaald te zijn. Direct na het
referendum accepteerden Amsterdammers niet alleen in overgrote
meerderheid dat de aanleg doorgang kon vinden, ook het aantal
voorstanders nam weer toe, vooral in de groep die bij het referendum
niet had gestemd. De overlast en het ongemak die met de aanleg gepaard
gaat en de financiële onzekerheid over het project, blijken, net als
de berichtgeving erover, tot dusver geen grote invloed te hebben op de
opvatting van Amsterdammers over de aanleg van de Noord/Zuidlijn.
© Gemeente Amsterdam
Gemeente Amsterdam