Gemeente Oss


16/4/2004 - Schoolstrijd woedt voort

Het Osse Mondriaan College is de grote winnaar van de Osse schoolstrijd. Aldus het Brabants Dagblad op 23 maart, kort na de aanmelding van leerlingen. Moest de school vorig jaar nog flinke klappen incasseren, dit jaar mepte het Mondriaan meesterlijk terug. Het artikel doet denken dat de andere scholen happend naar adem in de touwen van de boksring hangen. Maar het is nog maar zeer de vraag of daar de echte verliezer van deze schoolstrijd wordt uitgeteld.

Marketing
Het is voor leerlingen met economie in het pakket een leuke opdracht om met behulp van de vier Ps uit de marketing een maatschappelijk verschijnsel te analyseren: Plaats, Product, Promotie en Prijs. Laten we maar eens analyseren. Een school voor voortgezet onderwijs staat op een bepaalde Plaats. Wat is het voedingsgebied van de Osse scholen? Hoeveel zouden het er moeten zijn? Dan, welk Product levert zon school eigenlijk? Geeft Mondriaan een ander diploma dan de andere scholen? Of profileert een school zich op hele andere facetten van het product, het onderwijs dat ze leveren? Dat leidt naar de vraag van de Promotie. Waar scholen zich vroeger in de regel als grijze muizen stilhielden, zo proberen ze zich tegenwoordig uitbundig als paradijsvogels te presenteren. Tot slot de Prijs. Het is zeer de vraag of de concurrentieslag geen extra kosten oplevert. Niet voor de school, ouders of leerlingen misschien, maar wel voor de samenleving als geheel.

Profilering
Aan deze vier Ps wordt nog wel eens een vijfde toegevoegd, die van People. De mensen die op een school werken hebben zo hun eigen belang. Waar de school van een constante instroom van nieuwe leerlingen verzekerd is, zullen ze zich concentreren op wat ze zien als goed en degelijk onderwijs. Staat die instroom onder druk en komt je baan in gevaar, dan is er ook wel reden om nog eens goed naar je eigen product te kijken, maar is er ook een sterke neiging om de marketingstrategie vooral via de weg van de promotie te laten lopen. En omdat die ergens op gestoeld moet zijn, en omdat je als anders over moet komen, wordt er sterk ingezet op een eigen gezicht, op profilering.

Hernieuwde schoolstrijd
In de negentiende eeuw is Nederland het toneel van een heuse schoolstrijd. Als de stofwolken zijn opgetrokken, blijkt dat is afgesproken dat voortaan ook de scholen op levensbeschouwelijke grondslag (en niet alleen de door de overheid gestichte scholen) uit Rijksmiddelen betaald zullen worden. Daarmee kunnen deze scholen zonder financieel risico een op hun doelgroep (ook wel bloedgroep geheten) afgestemd profiel ontwikkelen. Goed als je ervan uitgaat dat er wat te kiezen moet zijn, minder goed als het gaat om het samen optrekken van mensen in een samenleving en duidelijk minder goed voor de schatkist. Want het resultaat is dat op allerlei locaties scholen van verschillende grondslag moeten komen. Daardoor gaat het onderwijs meer kosten en dat merkt de belastingbetaler. En dan hebben we nu even niet over de meer principiële vraag of het niet gewoon zo zou moeten zijn dat de overheid zorgt voor onderwijs dat voor iedereen gelijk en toegankelijk is. Evenmin hebben we het over de vraag of opvoeding in een bepaalde geloofsovertuiging niet door mensen gewoon thuis of in eigen kring gedaan hoort te worden. In Oss is, zoals op veel plaatsen, opnieuw een schoolstrijd opgelaaid. Men denkt volop in termen van doelgroepen en productdifferentiatie en is voortdurend met promotie in de weer. Een stimulans voor de onderwijsontwikkeling, misschien goed voor de keuzemogelijkheden, maar slecht voor de gemeentekas. Want de scholen vissen natuurlijk wel allemaal in dezelfde vijver. Ze proberen een zo mooi mogelijk deel van de school vissen in hun net te krijgen. De ene keer zwemt die school kennelijk vooral in het ene, de andere keer vooral in het andere net. Dit keer was het Mondriaan-netje extra vol.

Huisvestingskosten
Los van alle tijd en geld gemoeid met het binnenhalen van de leerlingen, leiden de schommelingen in de aanmeldingen ook tot extra kosten op het vlak van huisvesting. Een schoolgebouw kan een bepaald aantal leerlingen plek bieden. Door die schommelingen dreigen ruimtegebrek op de ene en leegstand op de andere plek. Omdat die effecten niet te voorzien zijn en misschien ook van korte duur en omdat investeren in scholen iets van de lange termijn is, is er nauwelijks een goed huisvestingsplan te maken. Het gevolg is dat de gemeente - degene die huisvesting moet bieden - voortdurend noodoplossingen zal moeten toepassen. En die zijn erg duur. Keuzevrijheid in het onderwijs wordt gekoesterd. We constateren bij scholen een daarop inspelende drang zich te profileren en te promoten. Uitstekend. Maar de vraag naar de extra opbrengsten en de extra kosten (en zeker ook wie die kosten dan moet betalen), die vraag moet ook gesteld worden.

Ieder voor zich ?
In Oss zijn er drie schoolbesturen die ieder één of meer scholen voor voortgezet onderwijs instandhouden. Er is één scholengemeenschap van openbare signatuur, de rest is katholiek. Het lijkt niet zo dat veel ouders of hun kinderen op basis van deze grondslag, deze denominatie een school kiezen. Nou betekent denominatie letterlijk je onderscheiden door naamgeving. In die zin bepaalt denominatie wel sterk de keuze. Welke naam heeft een school op zeker moment? Voor de naam van de school wordt veel gedaan. Maar de samenleving is er uiteindelijk meer bij gebaat dat er tegen acceptabele kosten goed onderwijs op passende niveaus wordt gerealiseerd. Voor Oss denk je dan aan goed algemeen voortgezet onderwijs (havo en vwo), maar daar hoort zeker ook kwalitatief hoogstaand beroepsonderwijs (vmbo, mbo en misschien zelfs wat hbo) bij. En scholen die op een eigen wijze hun onderwijs willen inrichten Want niet iedereen leert op dezelfde manier. Maar het is niet goed als dat een ieder voor zich-situatie oplevert. Waarbij scholen de financiële ruimte hebben om te bouwen voor de wellicht toevallige grote aanmelding zie zich op een bepaald moment voordoet. Want zo bouwt elke school vrijwel zeker voor een toekomstige leegstand. Er is daarom alle reden ieder voor zich te vervangen voor een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Zowel voor de ontwikkeling van het totale onderwijs in de gemeente, alsook voor een doelmatig aanwending van het geld. Ik heb de hoofden van de directies (en hun besturen) gevraagd mee te werken aan overleg dat daarop gericht is. Binnenkort hoor ik het antwoord. Onderwijs is een collectief goed waar de individuele scholen niet zomaar de wetten van de markt en de regels van de marketing op moeten kunnen loslaten. De Osse schoolstrijd mag voortwoeden, maar moet niet gericht zijn op het eigen belang van elke school afzonderlijk.