Behandeling zaken verdachten schietincident Terra College
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage

Datum actualiteit: 1-04-2004

PERSBERICHT- Op donderdag 15 april 2004 behandelt de jeugdstrafkamer van de rechtbank 's-Gravenhage de strafzaak tegen de zestienjarige die verdacht wordt van moord dan wel doodslag op een adjunct-directeur van het Terra College op 13 januari j.l.
De verwachting is dat de zaak deze dag inhoudelijk wordt behandeld. De zitting begint om 9.30 uur.

Behandeling achter gesloten deuren met bijzondere toegang Zaken tegen minderjarigen worden op grond van het bepaalde in het Wetboek van Strafvordering in de regel achter gesloten deuren behandeld.
Op deze regel kan een uitzondering worden gemaakt indien de voorzitter van de jeugdstrafkamer van oordeel is dat het belang van de openbaarheid zwaarder moet wegen dan het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de verdachte of diens ouders. De wet maakt het ook mogelijk dat de voorzitter anderen dan de direct betrokkenen bijzondere toelating verleent tot bijwoning van een besloten zitting. De wetgever heeft daarbij mede het oog gehad op zaken die veel publiciteit hebben getrokken. Hierbij zouden personen kunnen worden toegelaten "waarvan bekend is dat zij over de terechtzitting in de pers publiceren op een wijze dat de belangen van de jeugdige niet, althans niet meer dan strikt nodig is, in het geding komen".

De voorzitter van de jeugdstrafkamer heeft zowel de officier van justitie als de verdediging de gelegenheid gegeven zich uit te laten over de vraag of deze zaak in het openbaar dan wel achter gesloten deuren zou dienen te worden behandeld en in geval de voorkeur uitgaat naar dat laatste of (en zo ja, op welke wijze) bijzondere toegang zou dienen te worden verleend aan de media.
De voorzitter heeft daarna op dit punt het volgende beslist:
- de behandeling vindt plaats achter gesloten deuren;
- aan een beperkt aantal door de voorzitter na overleg met de persrechter aan te wijzen journalisten kan op hun verzoek bijzondere toegang worden verleend tot bijwoning van de besloten zitting;
- daarbij zal mede de vraag worden betrokken in hoeverre de belangen van de verdachte niet meer dan strikt nodig is, in het geding komen;
- er mogen tijdens de zitting geen film- of geluidsopnamen, foto's of tekeningen worden gemaakt;

- het is niet toegestaan audiovisuele apparatuur mee te nemen in de zittingszaal.

Aanmelding pers
Schrijvende journalisten en verslaggevers van omroepen die de zitting willen bijwonen dienen hiervoor uiterlijk dinsdag 6 april 2004 om 14.00 uur per brief of per e-mail, onder vermelding van hun personalia, een verzoek in te dienen bij de afdeling voorlichting van de rechtbank.
Per medium kan één verzoek worden ingediend. De rechtbank wijst de plaatsen toe.
Hierbij zal mede gewogen worden de vraag in hoeverre de belangen van de verdachte niet meer dan strikt nodig is, in het geding komen. Uiterlijk 13 april 2004 ontvangen degenen die om bijzondere toegang hebben verzocht, bericht of hen een plaats is toegewezen. Het verzoek dient gericht te worden aan:

Rechtbank 's-Gravenhage,
afdeling voorlichting, t.a.v. P. Keuning,
Kamer P1 10.17,
Postbus 20302, 2595 AJ Den Haag
(e-mail p.keuning@sgrarr.drp.minjus.nl)

Behandeling zaken twee andere verdachten op 16 april 2004 Op 16 april staat een meerderjarige terecht op verdenking van medeplichtigheid aan moord dan wel doodslag. Hem wordt verweten dat hij het vuurwapen heeft geleverd aan de minderjarige die op 15 april terecht staat. De behandeling van deze zaak is openbaar. De zitting begint om 9.30 uur.
Ten aanzien van deze zaak gelden de normale regels van de persrichtlijn inclusief de aanmeldingsprocedure voor de audiovisuele pers.

Diezelfde dag staat tevens een minderjarige terecht op verdenking van het bemoeilijken van het onderzoek naar de moord dan wel doodslag. Hem wordt verweten dat hij het wapen na het schietincident heeft verborgen. De behandeling van deze zaak geschiedt achter gesloten deuren. Bij deze zitting wordt geen bijzondere toegang verleend.

Uitspraken
Wanneer de behandeling ter zitting van deze zaken op 15 en 16 april wordt afgerond, zal in alle drie zaken uitspraak gedaan worden op donderdag 29 april 2004 om 13.30.
De uitspraken (dus ook de uitspraken in de zaken tegen de minderjarigen) zullen in het openbaar worden gedaan.

Minderjarigenstrafrecht of meerderjarigenstrafrecht? Vanuit de media bereiken ons veel vragen over het recht dat ten aanzien van de zestienjarige verdachte van toepassing is, vaak in relatie tot een mogelijk aan hem op te leggen straf. Veel berichten die hierover in de media verschijnen blijken bovendien onjuist. Daarom een korte uiteenzetting hierover.

- Deze verdachte staat terecht voor de jeugdstrafkamer omdat hij ten tijde van het begaan van het strafbare feit waarvan hij verdacht wordt nog geen 18 jaar was

- Alle bijzondere wettelijke bepalingen die gelden voor de wijze waarop strafprocessen tegen jeugdigen worden gevoerd (beslotenheid, rapportage door de Raad van de kinderbescherming, oproeping ouders of voogd e.d.) zijn daarom van toepassing

- Het Wetboek van Strafrecht kent, indien het na het proces komt tot oplegging van een straf of maatregel, andere sancties voor jeugdigen dan voor volwassenen

- Ten aanzien van jeugdigen die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit zestien of zeventien jaar oud waren, kan de rechter niettemin een volwassenensanctie opleggen, indien hij, zoals de wet dat formuleert, "daartoe grond vindt in de ernst van het begane feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan"

- De vraag of die grond bestaat komt eerst aan de orde tijdens de behandeling, al dan niet mede op basis van de over de jeugdige uitgebrachte rapporten van gedragskundigen; de officier van justitie en de verdediging zullen zich hierover ter zitting kunnen uitlaten.
- De jeugdstrafkamer beantwoordt deze vraag eerst na sluiting van het onderzoek ter zitting, indien zij komt tot oplegging van een straf of maatregel; indien naar haar oordeel het jeugdstrafstelsel buiten toepassing moet worden gelaten en recht moet worden gedaan overeenkomstig het strafrecht voor volwassenen, zal zij dit in het vonnis motiveren.

- Aan jeugdigen die ten tijde van het begaan van het strafbare feit 16 of 17 jaar oud waren, kan bij een veroordeling voor moord bij toepassing van het strafrecht voor minderjarigen een jeugddetentie van maximaal vierentwintig maanden worden opgelegd. Dat geldt ook bij veroordeling voor doodslag. Tevens bestaat de mogelijkheid de maatregel van Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen op te leggen, die in totaal maximaal 6 jaar kan duren.

- In geval van veroordeling voor moord kan aan een volwassene (en ook aan een zestien- of zeventienjarige aan wie een volwassenensanctie wordt opgelegd) maximaal een levenslange gevangenisstraf of een tijdelijke gevangenisstraf van twintig jaren worden opgelegd. Voor doodslag is de maximale straf een gevangenisstraf van vijftien jaren.
- Ten aanzien van volwassenen kan bij een veroordeling terzake moord of doodslag de maatregel van terbeschikkingstelling worden opgelegd, al dan niet gecombineerd met een gevangenisstraf, indien bij het begaan van het feit sprake was van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Indien recht wordt gedaan met toepassing van het strafrecht voor volwassenen geldt dit gelijkelijk voor de jeugdige.

Voor nadere informatie over dit persbericht kunt u contact opnemen met de afdeling voorlichting van de rechtbank, tel. (070) 381 1943