Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech van minister Dekker bij de ondertekening van de procesconvenanten over de modernisering van het huurbeleid op donderdag 15 april 2004.

Dames en heren,

Eigenlijk is het een klein wonder. Aan tafel zitten de vertegenwoordigers van huurders en verhuurders, om straks convenanten te tekenen over de modernisering van het huurbeleid. En dat terwijl het huurbeleid toch ingewikkeld is. Het raakt veel mensen in de portemonnee en heeft een sterke relatie met de woningmarkt. Ik ben daarom zeer verheugd dat we het nu eens zijn over de manier waarop we tot dat nieuwe beleid willen komen.
Die overeenstemming over proces en planning is natuurlijk een eerste stap. Maar ook de langste reis begint met een eerste pas. Staat u mij toe om kort de belangrijkste afspraken op te sommen.


1. Als eerste stap zal ik de belemmeringen op de woningmarkt met de partijen verkennen. Daarbij komen drie onderwerpen aan de orde: de nieuwbouwproductie, de herstructurering en het huurbeleid. Deze analyse zal uitmonden in een uitgangspuntennotitie.


2. Op basis van deze uitgangspuntennotitie zal ik de balans opmaken en voorstellen formuleren in een beleidsnotitie. Deze notitie zal ik in mei ter besluitvorming aan het Kabinet aanbieden.


3. Na bespreking in de ministerraad zal ik over de notitie een brief naar de Tweede Kamer sturen. Parallel aan het debat in de Kamer kunnen de partijen hun achterbannen raadplegen.


4. Als dat is gebeurd, zal ik deze zomer met partijen convenanten sluiten.

Voor dit hele proces geldt een strak tijdpad. Het nieuwe beleid moet in september 2004 gereed zijn, zodat na Prinsjesdag definitieve besluitvorming in de Tweede Kamer kan plaatsvinden. Daarna zal het wetgevingstraject snel worden gestart om te zorgen dat het nieuwe huurbeleid per 1 juli 2005 in werking kan treden. We zijn het dus eens over het proces. Maar hoe moet het nieuwe huurbeleid er concreet uitzien? Ik heb daar de volgende gedachten over.
Allereerst het waarom van een nieuw huurbeleid. Mijn belangrijkste doel voor deze kabinetsperiode beweging in de woningmarkt krijgen door nieuwbouw, stedelijke vernieuwing en modernisering van het huurbeleid. Het nieuwe huurbeleid zie ik als één van de instrumenten om dat voor elkaar te krijgen. Het huurbeleid heeft namelijk effect op de investeringsbereidheid van verhuurders. Door de prijs-kwaliteitverhouding te verbeteren, ontvangen verhuurders meer voor duurdere huurwoningen. De investeringsbereidheid in deze woningen gaat dan omhoog. Het nieuwe aanbod past bij de bestaande vraag naar duurdere woningen, dus er zal meer verhuisd worden. En daardoor komen meer goedkope huurwoningen ter beschikking voor de mensen waarvoor ze bedoeld zijn en die nu niet of nauwelijks aan de bak komen. Zoals starters, studenten en ouderen.

Ik besef dat dit idee verder uitgewerkt moet worden en een aantal vragen open laat. Want hoe zorg je nu voor een betere prijs-kwaliteitverhouding? Op dit moment zie ik een aantal denkrichtingen waarover ik de komende weken met partijen wil spreken.

In de eerste plaats heb ik geconstateerd dat voor maar liefst 95% van alle drie miljoen huurwoningen in Nederland de maximale huurprijs is geregeld. Ofwel, slechts 5% wordt verhuurd op de vrije markt. Omdat mag worden verondersteld dat een goede prijs-kwaliteitverhouding op de vrije markt tot stand komt, wil ik nadenken over de mogelijkheid om een groter deel door de markt te laten verhuren. In de tweede plaats wil ik nadenken over het huidige woningwaarderingssysteem. Op basis van punten die aan woningen worden toegekend, wordt de maximale huurprijs vastgesteld. Maar in dat systeem wordt niet of nauwelijks rekening gehouden met de woonomgeving en met eventuele spanning op de regionale woningmarkt. In de derde plaats hebben we het systeem van de maximale jaarlijkse huurverhoging. Verruiming daarvan zal onderdeel zijn van de gesprekken die ik met partijen wil voeren.

Ik stel aan de modernisering echter wel een aantal randvoorwaarden. De ontwikkeling van de koopkracht in relatie tot de betaalbaarheid van het wonen is voor mij een essentieel toetspunt. Met name voor kwetsbare groepen. Daarnaast komt er alleen ruimte op de woningmarkt en kan er verhuisd worden als verhuurders investeren in woningen.

Dames en heren,

Tot zover mijn eerste ideeën over een nieuw huurbeleid. In mei zal ik u uitvoeriger kunnen informeren.
We kennen nu in ieder geval elkaars ideeën en uitgangsposities. Dat leggen we vast in de te ondertekenen convenanten. Ik hoop na deze eerste stap op een goede afloop. En uiteindelijk op een huurbeleid dat bijdraagt aan de noodzakelijke dynamiek op de woningmarkt, zodat we méér en betere woningen kunnen realiseren voor iedereen. Ik dank u voor de aandacht.