Ministerie Tewerkstelling en Arbeid Belgie
Lancering van het Ervaringsfonds: toelagen voor bedrijven en hun 55-plussers
Vandaag, donderdag 15 april 2004, lanceerden minister van Werk en
Pensioenen Frank Vandenbroucke en staatssecretaris voor
Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk Kathleen Van Brempt het
Ervaringsfonds. Via dit fonds wordt in 2004 tot 5 miljoen euro ter
beschikking gesteld van bedrijven die acties ondernemen ten voordele
van hun 55-plussers. De minister en de staatssecretaris lanceerden het
fonds tijdens een ontbijtgesprek met werknemers, bedrijven, sectoren
die ervaring hebben met een leeftijdsbewust personeelsbeleid. Ze
stelden tijdens de persconferentie nadien, ook een folder voor die de
bedrijven aanmoedigt de ervaring van hun oudere werknemers te
waarderen.
Werknemers tenminste houdbaar tot einde loopbaan
Met deze slogan wordt het Ervaringsfonds gelanceerd. Het fonds
ondersteunt sectoren en bedrijven om aanpassingen te doen of studies
uit te voeren die de arbeidsomstandigheden van oudere werknemers
verbeteren. Op die manier kunnen 55-plussers langer aan de slag
blijven. De toelage kan variëren van 4000 euro tot 20.000 euro,
afhankelijk van de aard van de aanpassing en/of studie en afhankelijk
van de grootte van het bedrijf (hoe kleiner het bedrijf, hoe hoger de
toelage). Vandenbroucke en Van Brempt willen in het najaar 50
projecten kunnen evalueren en een werkmethode ontwikkelen om
ervaringen uit te wisselen.
Vandenbroucke en Van Brempt noemen het Ervaringsfonds een noodzaak
omdat ook bedrijven zich moeten aanpassen aan een vergrijzende
samenleving. Bij de werkenden is nu de grootste groep tussen de 40 en
50 jaar. Omdat de instroom van jonge werkkrachten niet veel zal
verhogen de volgende jaren, mogen bedrijven zich verwachten aan een
stijgend aantal werknemers die ouder zijn dan 55. Zij zullen zich
moeten aanpassen aan deze groep. Het Ervaringsfonds wil deze
aanpassingen ondersteunen. Eerst door een financiële hulp bij het
ontwikkelen van acties en studies, daarna door het bundelen van
ervaringen en goede praktijken.
Graag werken = blijven werken
De DIOVA-databank van de federale administratie toont aan dat oudere
werknemers het moeilijk hebben met bepaalde aspecten van hun job.. Het
gaat dan om werklastaspecten (werkdruk, emotionele belasting,...);
effectaspecten (vermoeidheid, moeilijker slapen, piekeren,...);
veranderingen in het werk en loopbaanmogelijkheden. Uit onderzoek van
de VUB van 2003 blijkt dat de werknemers die deze elementen negatief
ervaren, sneller willen stoppen met werken.
De acties die ondernomen worden in het kader van het Ervaringsfonds
moeten zich dan vooral richten op de verbetering van deze `negatieve'
jobelementen. Op die manier wordt de kwaliteit van de arbeid voor
oudere werknemers verbeterd, zullen zij zich goed voelen tijdens het
werk en zullen ze daardoor bereid zijn langer te werken.
Dat bedrijven ook winnen bij het aanpassen van arbeidsomstandigheden,
blijkt uit een aantal projecten die al gerealiseerd zijn in bedrijven.
Bedrijven die specifieke acties ontwikkelden voor hun oudere
werknemers, breidden die acties al gauw uit tot al hun werknemers.
Initiatieven voor ouderen komen dus ook de jongeren ten goede.
Het bedrijf Elia bijvoorbeeld startte na interviews van een aantal
oudere werknemers, die onder meer tot doel hadden de balans werk/leven
na te gaan, een telewerkproject op. Dit project bleef echter niet
beperkt tot de `ervaren' medewerkers in het bedrijf, maar werd ook
voor jongere werknemers mogelijk gemaakt.
back