De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DN. 2004/982
datum
15-04-2004
onderwerp
Implementatie aanbevelingen werkgroep Huys
TRC 2004/2705
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Op 28 november 2003 (DN. 2003/4871) heb ik u het rapport toegezonden
van de werkgroep Huys met aanbevelingen voor het terugdringen van de
lasten van het Faunafonds. In mijn brief van 27 februari 2004 heb ik u
bericht dat ik op 4 februari een reactie op het rapport heb ontvangen
van het bestuur van het Faunafonds. Hierbij geef ik u, gehoord het
Faunafonds, mijn reactie op de aanbevelingen.
datum
15-04-2004
kenmerk
DN. 2004/982
bijlage
Algemene reactie op het advies
Ik heb de heer J.S. Huys gevraagd opties aan te dragen voor het
reduceren van de lasten van het Faunafonds. Ik constateer dat de
aanbevelingen zijn gericht op het verhogen van de efficiëntie van het
Faunafonds als geheel, terwijl terecht geachte tegemoetkomingen in
faunaschade worden ontzien. Ik meen dat deze benadering in eerste
instantie de juiste is.
De werkgroep Huys verwacht dat de uitvoering van de aanbevelingen tot
substantiële financiële en administratieve lastenverlichting voor het
Faunafonds zal leiden, zeker in combinatie met de uitvoering van het
Beleidskader faunabeheer voor ganzen en smienten, dat overigens verder
buiten beschouwing is gelaten. De precieze besparingen zijn echter
moeilijk te voorspellen omdat er interferentie is tussen de
maatregelen, en omdat zij ook zullen afhangen van de uitwerking van
andere ontwikkelingen in het faunabeheer en de faunaschadebestrijding,
zoals de Faunabeheerplannen.
Aan de kant van boeren met faunaschade zijn bij de uitvoering geringe
lastenstijgingen te verwachten door het instellen van een
behandelbedrag en een aanpassing van het eigen risico. Daar staat
tegenover dat de adviezen gericht zijn op een vermindering van het
aantal kansloze en zeer kleine schadeclaims via genoemde maatregelen
en door een betere voorlichting, waardoor de administratieve lasten
voor de doelgroep als geheel met circa 30% zouden kunnen afnemen.
Uitvoering aanbevelingen
Hieronder geef ik u per aanbeveling van de werkgroep Huys mijn
reactie.
A. Verstrek geen tegemoetkomingen op eigendommen van de
terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties. Zorg hierbij voor een
passende overgangsregeling.
Deze aanbeveling is gericht op het voorkómen van stapeling van
vergoedingen (vanuit bijvoorbeeld Programma Beheer en het Faunafonds),
met name op terreinen met een natuurdoel. Gehoord het advies van het
Faunafonds over de aanbevelingen, zal ik het Faunafonds verzoeken mij
nu te adviseren over de uitvoering van deze aanbeveling. Het advies
zou een voorstel moeten bevatten
* dat in elk geval nadrukkelijk aandacht besteedt aan de volgende
juridische aspecten:
1. het voorkómen van rechtsongelijkheid tussen terreinbeherende
natuurorganisaties en particuliere eigenaren van terreinen met een
natuurdoel, 2. de uitgangspunten van bestaande
pachtovereenkomsten, 3. de vraag of bepaalde faunaschade wel
redelijkerwijs beschouwd kan worden als reeds gedekt door een
vergoeding op grond van Programma Beheer (mede met het oog op het
draagvlak voor de SN- en SAN-pakketten), en 4. een passende
overgangsregeling.
* waarvoor draagvlak gevonden kan worden bij de betrokken partijen,
met name landbouworganisaties, particuliere natuurbeheerders en
terreinbeherende NB-organisaties.
B. Stel behandelkosten in ter hoogte van EUR 100 die bij afwijzing van
een tegemoetkoming worden geïnd.
Deze aanbeveling is gericht op het voorkómen van verzoeken tot
tegemoetkoming waarvan op voorhand duidelijk is dat zij niet voldoen
aan de gestelde criteria. Een wetswijziging die het innen van een
behandelbedrag mogelijk maakt, is reeds door mij bij uw Kamer
ingediend. Ik zal het Faunafonds verzoeken zo spoedig mogelijk na het
inwerkingtreden van de wetswijziging EUR 100 behandelkosten per
aanvraag in rekening te brengen.
C. Geef bij kleinere schades tot EUR 500 de consulent van het
Faunafonds de bevoegdheid om de schade vast te stellen.
Eventueel kan EUR 1000 als grens genomen worden.
Deze aanbeveling is erop gericht om bij kleine schades de
taxatiekosten van circa EUR 300 per geval te besparen. Het Faunafonds
adviseert EUR 1000 als grens te hanteren en de maatregel na een half
jaar te evalueren. Conform dat advies zal ik het Faunafonds verzoeken
de consulent de bevoegdheid te geven schades onder EUR 1000 vast te
stellen en de maatregel na een half jaar te evalueren.
D. Hanteer bij de tegemoetkoming een eigen risico van 5% van de
schade, met een minimum van EUR 115. (Uitzondering hierop zijn schades
door soorten waarvoor nooit een ontheffing wordt verleend; daarvoor
wordt de schade 100% vergoed.)
Betaal bovendien, ter voorkoming van onredelijke administratieve
lasten, pas daadwerkelijk uit als het uit te keren bedrag groter is
dan EUR 25.
Zie onder E.
E. Harmoniseer de ondergrens voor schadetegemoetkoming van het
Faunafonds en de hogere ondergrens voor ontheffingsverlening van de
meeste provincies. Hierbij kan het criterium van het Faunafonds van
EUR 115 per geval gevolgd worden. De werkgroep geeft als optie om het
criterium als compromis te stellen op EUR 250 per geval.
Bij D en E is aan de orde de grens tussen 'schade behorend tot het
normale bedrijfsrisico' (die eenieder voor lief dient te nemen) en
'belangrijke schade'. De grens ligt momenteel bij het Faunafonds op
EUR 115 per geval, en bij de meeste provincies op EUR 115 per hectare.
Bij oppervlakten groter dan 1 ha ligt de grens bij de meeste
provincies daardoor bij een hoger bedrag. Uw Kamer heeft bij motie-Van
den Brink c.s. (28 600 XIV, nr. 23) verzocht om harmonisatie. Ik heb u
in het AO van 4 december 2003 medegedeeld daarover in overleg met de
provincies en het Faunafonds een besluit te zullen nemen.
Het bestuur van het Faunafonds ziet een grens van EUR 250 per geval
als een redelijk compromis. Mede overwegende dat de ondergrens voor
tegemoetkomingen sinds 1994 niet meer is aangepast, zal ik in overleg
met de LTO aan het Faunafonds verzoeken
* bij de tegemoetkomingen een eigen risico te hanteren van 5% van de
schade met een minimum van EUR 250 per geval 1;
* en ter voorkoming van onredelijke uitvoeringslasten slechts
daadwerkelijk uit te betalen als het toegewezen bedrag tenminste
EUR 50 bedraagt.
Gezien uw motie over harmonisatie van de drempels bij het Faunafonds
en de provincies, en gezien genoemd advies van het Faunafonds, zal ik
daarnaast met de provincies in overleg treden over de harmonisatie van
het criterium voor belangrijke schade, bij voorkeur op EUR 250 per
geval.
F. Formaliseer, voor zover nodig, de beleidslijn van het Bestuur van
het Faunafonds voor landbouwactiviteiten met een onbekend of hoog
risico op faunaschade en maak die beleidslijn kenbaar. Verzoek het
Faunafonds te definiëren wat in dat verband onder 'nieuwe teelt'
verstaan wordt.
De werkgroep Huys stelt dat, bij aangeduide teelten, de aanvrager
slechts dan voor tegemoetkoming in aanmerking zou moeten komen als hij
kan aantonen dat hij ondanks dat hij zich terdege over mogelijke
schade heeft laten informeren en ondanks dat hij alle in redelijkheid
te eisen voorzorgen heeft getroffen, toch nog schade heeft geleden. De
tegemoetkoming zou kunnen worden beperkt tot één of enkele jaren. Het
Faunafonds kan zich vinden in deze aanbeveling, die grotendeels een
verdere formalisering van het huidige beleid betreft. De Beleidsregels
van het Faunafonds bieden de mogelijkheid haar uit te voeren. Ik zal
het Faunafonds verzoeken deze aanbeveling te volgen onder verwijzing
naar aanbeveling K over communicatie.
G. Evalueer spoedig de veranderingen die de Flora- en faunawet heeft
gebracht op het vlak van de verdeling van verantwoordelijkheden tussen
grondeigenaren, grondgebruikers en jachthouders.
Deze aanbeveling raakt aan de uitgangspunten van de Flora- en
faunawet. Ik onderschrijf de wenselijkheid om de uitwerking van deze
uitgangspunten te evalueren. Gezien het fundamentele karakter van
genoemde verantwoordelijkheidsverdeling, acht ik een afzonderlijke
evaluatie niet zinvol. Ik zal dit punt nadrukkelijk in de voorziene
evaluatie van de wet in 2007 betrekken.
H. Voer het 'Beleidskader faunabeheer' voor ganzen en smienten zo
spoedig mogelijk in.
Met de betrokkenen bij het Beleidskader werk ik aan een zo spoedig
mogelijke uitvoering van het Beleidskader. Ik heb u en uw Kamer recent
op de hoogte gesteld van de stand van zaken per brief van 27 februari
2004 (TK 2003-2004, 29 446, nr. 1) en tijdens het Algemeen Overleg van
17 maart jl.
I. Verplicht de natuurterreinbeheerders zich naar redelijkheid in te
spannen om te voorkomen dat populatieaanwas in hun terreinen leidt tot
schade in de omgeving boven het normale bedrijfsrisico.
Overwegende dat de belangrijkste soorten voor deze problematiek
(ganzen en grote hoefdieren) aan de orde zijn in het Beleidskader
faunabeheer en dat faunabeheerplannen de basis vormen voor een
planmatige aanpak van alle grondgebruikers in een gebied, zal ik dit
punt bij de uitvoering van het Beleidskader faunabeheer meenemen.
J. Onderzoek de mogelijkheid van een verzekering of heffing waarbij de
sector faunaschade (deels) zelf draagt.
Zowel de werkgroep Huys als het Faunafonds betwijfelen de haalbaarheid
van een verzekering voor faunaschade, maar adviseren voor de
duidelijkheid een dergelijk onderzoek uit te voeren. Conform de
aanbeveling zal ik de mogelijkheid van een verzekering of heffing
nader laten onderzoeken.
K. Zorg voor goede voorlichting en communicatie.
De werkgroep Huys meent dat goede communicatie en voorlichting kunnen
leiden tot een verbetering van de kwaliteit van de aanvragen. Gezien
het advies van de werkgroep Huys, gezien het verzoek van uw Kamer om
de regels van het Faunafonds beter bekend te maken, en overwegende dat
heldere en actuele informatie van groot belang is vanwege de huidige
veranderingen in het beleid (naar aanleiding van werkgroep Huys en
Beleidskader faunabeheer), zal ik het Faunafonds verzoeken
* veel aandacht te geven aan voorlichting en informatie over zijn
werkwijze, en met name over de voorwaarden voor tegemoetkomingen
in faunaschade, zoals vastgelegd in onder andere het handboek
Faunaschade;
* daarbij het gebruik van traditionele middelen (zoals persberichten
en publicaties, al of niet in vakbladen) te intensiveren;
* en al deze informatie ook te ontsluiten via het internet vanwege
de brede toegankelijkheid en goede actualiseringsmogelijkheden.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
1 In nauw overleg met de betrokken partijen zal nog worden bezien of
bij het verjagen van ganzen naar foerageergebieden het
vergoedingspercentage een relatie moet hebben met de
controleerbaarheid van de verjagingsinspanning.
PDF-versie van de brief
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Implementatie aanbevelingen werkgroep Huys (PDF-formaat, 68 kB)
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit