[s?.nieuws.parlement.brieven_aan_de_kamer.2004-04-15_zevende_jaarrappo
rtage_project_luchtverdedigings-_en_commandofregatten]
---
Brieven aan de Kamer
---
Zevende jaarrapportage project luchtverdedigings- en commandofregatten
15-4-2004 14:42:00
Hierbij bied ik u de zevende jaarrapportage aan van het project
luchtverdedigings- en commandofregatten (LCF). De rapportage betreft
het jaar 2003. Het project LCF behelst de bouw van vier
luchtverdedigings- en commandofregatten voor de Koninklijke marine,
inclusief daarbij behorende sensor-, wapen- en commando
(sewaco)-systemen, de platformsystemen en de boordreservedelen. De
vier schepen vervangen de beide Tromp-klasse geleidewapenfregatten en
twee standaardfregatten van de Kortenaer-klasse. De
projectbeschrijving en de projectorganisatie zijn ongewijzigd en komen
overeen met de basisbeschrijving.
De indeling van deze zevende jaarrapportage komt overeen met de
indeling van de vorige jaarrapportages. Zoals gebruikelijk wordt de
informatie over het projectbudget in een afzonderlijke brief
aangeboden. In deze rapportage wordt achtereenvolgens ingegaan op het
luchtverdedigingssysteem, de overige Sewaco-systemen, het platform en
de platformsystemen en de proeftocht van LCF-3. Tenslotte komen de
risico´s, de planning en de financiën aan de orde.
Het luchtverdedigingssysteem
Zoals in de basisbeschrijving is uiteengezet, wordt de kern van het
geïntegreerde luchtverdedigingssysteem van de fregatten gevormd door
het "Local area missile system" (Lams) bestaande uit de "Active phased
array radar" (Apar), het lange afstand infrarood zoek- en volgsysteem
"Sirius" en het korte afstand geleide wapen "Evolved sea sparrow
missile"(Essm). De fregatten krijgen de beschikking over de Smart-L
radar voor de tijdige waarschuwing tegen luchtdreiging op lange
afstand en over het Amerikaanse "Standard missile 2" (SM-2) voor inzet
tegen luchtdoelen op middellange afstand. Met het "Vertical launching
system" Mk41 kunnen zowel SM-2 als Essm-projectielen worden
gelanceerd. Ten slotte wordt er een "Quad pack canister" ontwikkeld,
die het mogelijk maakt in één cel van het verticale lanceersysteem
Mk41 vier Essm-projectielen te plaatsen. De opbouw van het
luchtverdedigingssysteem en de keuze van de deelsystemen zijn sinds de
basisbeschrijving niet gewijzigd. De ontwikkeling van het anti air
warfare (AAW) segment richt zich op de integratie van de bovengenoemde
onderdelen tot één geïntegreerd luchtverdedigingssysteem.
De stand van zaken bij de onderdelen van het luchtverdedigingssysteem
is als volgt.
Active phased array radar (Apar)Alle Apar-systemen zijn inmiddels
geleverd en aan boord van de vier LCF´n geplaatst. Op LCF-1 en LCF-2
is de goede werking van de systemen aangetoond. Begin 2004 zal het
derde systeem worden beproefd op LCF-3 en eind 2004 het vierde systeem
op LCF-4. In 2004 zal het Apar-systeem in samenhang met de andere
delen van het luchtverdedigingssysteem en het informatieverwerkend
systeem verder worden getest.
Long range infrared search and tracking system (LR-IRST) SiriusIn de
tweede helft van 2003 zijn de laatste beproevingen met het
"Engineering demonstration model" aan boord van een Canadees fregat
met succes voltooid. Over de productievoorbereiding bestaat inmiddels
overeenstemming met Canada waarvoor in december 2003 een gezamenlijke
contract is afgesloten. Thans wordt met Canada nog besproken hoe het
productieproces moet worden ingericht om optimaal van de
samenwerkingsvoordelen te profiteren. Zolang deze besprekingen niet
zijn beëindigd, is er sprake van een projectrisico. De D-brief over de
verwervingsvoorbereiding van Sirius wordt de Kamer volgens planning in
de tweede helft van 2004 aangeboden. De levering van de eerste
Sirius-systemen is, zoals gemeld in de vorige jaarrapportage, voorzien
vanaf 2006.
Evolved sea sparrow missile (Essm)Zoals gemeld in de vorige
jaarrapportage is de ontwikkeling van de Essm, inclusief de
aanpassingen die nodig zijn om de Essm met Apar te laten samenwerken,
voltooid.
Smart-LOp de eerste drie LC-fregatten is het systeem succesvol
beproefd. Het vierde systeem is inmiddels op LCF-4 geplaatst en wordt
in bedrijf gesteld.
In 2004 zal het Smart-L systeem in samenhang met de andere delen van
het luchtverdedigingssysteem en het informatieverwerkend systeem
verder worden getest.
Vertical launching system Mk 41Inmiddels zijn de verticale
lanceersystemen aan boord van alle LCFn geïnstalleerd.
Standard missile 2 (SM-2)Zoals gemeld in de zesde jaarrapportage zijn
de aanpassingen aan de SM-2, die nodig zijn om de samenwerking met
Apar mogelijk te maken, voltooid.
Anti air warfare (AAW) segmentDe ontwikkeling van het AAW-segment
behelst de integratie van de bovengenoemde onderdelen van het
luchtverdedigingssysteem tot één systeem, alsmede het testen hiervan.
Deze integratie is binnen het project een hoofdaandachtspunt. De
voortgang van de integratie van de onderdelen van het
luchtverdedigingssysteem is te volgen in het ontwikkelings- en
beproevingstraject. Er zijn in dit traject drie belangrijke mijlpalen:
de kwalificatie van de vuurleidingsoftware aan de hand van een test-
en kwalificatieprogramma, de controle van de goede werking van het
geïntegreerd luchtverdedigingssysteem inclusief vuurleidingsoftware
door de uitvoering van lanceringen in een simpel scenario en de
controle van de goede werking door de uitvoering van lanceringen in
een complexer scenario. Hiermee worden de prestaties van het
geïntegreerde luchtverdedigingssysteem stapsgewijs aangetoond.
De stand van zaken over het integratietraject is als volgt: in het
jaar 2003 zijn de integratietesten en beproevingen op de "land based
test site" gecontinueerd. Daarbij werd ook de initiële
vuurleidingsoftware verder getest. Met behulp van simulatietechnieken
zijn de lanceringen van de Essm en de SM-2 tot in detail nagebootst.
Daarnaast zijn er vergelijkbare beproevingen aan boord van LCF-1
uitgevoerd.
Vervolgens zijn er in november 2003 vanaf LCF-1 lanceringen met de
Essm en de SM-2 uitgevoerd met de initiële software. Voor het eerst
werden daarbij alle onderdelen van het luchtverdedigingssysteem als
een geïntegreerd systeem, met uitzondering van Sirius, in de praktijk
getest. Deze lanceringen zijn succesvol verlopen. Hiermee werd de
goede werking van het geïntegreerd luchtverdedigingssysteem en van de
initiële vuurleidingsoftware bevestigd.
De lanceringen door een F124 fregat van de Duitse marine zullen medio
2004 worden uitgevoerd in plaats van eind 2003 zoals in de vorige
jaarrapportage was aangekondigd. Deze vertraging wordt veroorzaakt
door de sluiting van een Amerikaanse "test range". De Duitse
lanceringen worden uitgevoerd in een complexer scenario met een
verbeterde versie van de vuurleidingsoftware. De verbeterde
vuurleidingsoftware wordt thans nog getest op de "land based test
site" en op het Duitse fregat.
Na de lanceringen door het Duitse fregat wordt de definitieve
vuurleidingsoftware volgens verwachting in 2004 opgeleverd, waarmee de
ontwikkeling van het AAW-segment zal zijn voltooid. Zolang de
definitieve versie van de vuurleidingsoftware niet is opgeleverd, is
er sprake van een projectrisico. Het LCF zal in 2005 nog een aantal
lanceringen uitvoeren om de goede werking van de vuurleidingsoftware
aan te tonen.
De overige sewaco-systemen
Dit betreft de overige sewaco-systemen die aan boord van de schepen
worden geïnstalleerd. Het gaat hierbij onder meer om het 127 mm kanon,
het elektronische oorlogsvoeringsysteem, het communicatiesysteem, de
sonar, het Goalkeeper-kanon, en de computers en subsystemen, inclusief
operator consoles, van het informatieverwerkend systeem.
De productie van de diverse reeds bestelde systemen verloopt volgens
plan en komt overeen met het bouwschema van de schepen. In de periode
van maart tot juni 2003 zijn deze sewaco-systemen aan boord van LCF-3
geplaatst en voor het grootste deel in bedrijf gesteld. Daarnaast is
op LCF-3 een volgende versie van de software van het
informatieverwerkend systeem geïnstalleerd.
In de rapportageperiode is een aantal contracten gesloten voor de
levering van boord- en walreservedelen van de sewaco-systemen.
Zoals vermeld in de basisbeschrijving en de vorige rapportages zijn
LCF-1 en LCF-2 in eerste instantie beschikbaar voor de integratie van
hard- en software en in tweede instantie voor de technische en
operationele evaluatie. In 2003 is ook op LCF-1 en LCF-2 een volgende
versie van de software van het informatieverwerkend systeem
geïnstalleerd. Inmiddels hebben LCF-1 en LCF-2 diverse
sewaco-proeftochten uitgevoerd, onder andere om delen van de software
van het informatieverwerkend systeem te beproeven. De navigatieradars,
de Smart-L, de Apar en een belangrijk deel van het communicatiesysteem
zijn daarbij als geïntegreerd onderdeel van het informatieverwerkend
systeem (verder) getest. Daarnaast is de met deze radars samenhangende
beeldopbouwfunctie alsmede de elektronische zeekaartfunctie van het
informatieverwerkend systeem verder getest. Tevens is het
luchtverdedigingssysteem (met uitzondering van Sirius) in zijn geheel
als geïntegreerd onderdeel van het informatieverwerkend systeem
getest. Al deze beproevingen zijn succesvol uitgevoerd. Tijdens
toekomstige sewaco-proeftochten zullen diverse sewaco-systemen en de
integratie van deze systemen in het informatieverwerkend systeem
verder worden beproefd.
Het platform en de platformsystemen
Bij de Koninklijke Schelde Groep (KSG) is in het rapportagejaar
volgens plan gewerkt aan de bouw van de platformen en de verwerving
van de platformsystemen. Eind 2003 waren twee LCFn opgeleverd en aan
de Koninklijke marine overgedragen terwijl twee LCF´n in aanbouw
waren.
De proeftocht van de "De Ruyter"
Van 29 september tot 15 oktober 2003 heeft LCF-3, de "De Ruyter", het
eerste deel van een beproevingsprogramma uitgevoerd, dat tot doel had
vast te stellen of het platform en de platforminstallaties in goede
staat van werking verkeren, overeenkomstig de eisen van het bouwbestek
en het bouwcontract. Daarnaast is een aantal sewaco-installaties
getest. Deze zogenaamde platformproeftocht is over het algemeen goed
verlopen.
Tijdens de proeftocht is gebruik gemaakt van een versie van het
bedienings- en bewakingsdeel van de platformautomatisering, het
"Integrated Monitoring and Control System" (IMCS) waarin naar
aanleiding van de proeftocht van LCF-2 een aantal verbeteringen was
verwerkt. Daarnaast was een deel van de adviesfuncties beschikbaar.
Dit deel van het IMCS is goed bruikbaar gebleken. De oplevering van de
rest van het IMCS dat betrekking heeft op het overige deel van de
adviesfuncties en de "on board training" functie heeft enige
vertraging opgelopen. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de
uitvoering complexer was dan oorspronkelijk voorzien. Inmiddels is met
de KSG en haar onderleveranciers overeenstemming bereikt over de
verdere oplevering van het IMCS. Begin 2004 zal het volledige pakket
adviesfuncties van het IMCS aan boord van LCF-3 varend worden
beproefd. Het "on board training" deel zal in de tweede helft van 2004
tijdens de platformproeftocht van LCF-4 worden getest.
Zoals in de vorige jaarrapportage is gemeld, bleek tijdens de
proeftocht van LCF-2 dat de onderwatergeluidsignatuur op onderdelen
niet aan de gestelde eisen voldeed. Op LCF-3 zijn daarop verbeteringen
aangebracht. De effectiviteit hiervan is begin 2004 op een meetbaan
onderzocht. De geëvalueerde resultaten zijn nog niet volledig
beschikbaar, maar de eerste indruk is bevredigend.
Risicos
De risico´s hebben vooral betrekking op de delen van het project
waarvan de ontwikkeling, de beproeving, of de verwerving nog niet
geheel is voltooid. Deze risico´s kunnen mogelijk gevolgen hebben voor
één of meer van de drie projectdimensies product, tijd en geld. De
volgende risicogebieden worden onderkend:
-Sirius;
-het AAW-segment;
-de personele bezetting.
Voor Sirius zijn de laatste beproevingen met het "Engineering
demonstration model" succesvol voltooid. Belangrijke resterende
vervolgmijlpaal is de coördinatie met Canada over de verwerving.
Een belangrijke mijlpaal voor het AAW-segment en vooral de
vuurleidingsoftware was de succesvolle lancering van de Essm en de
SM-2 door LCF-1 in een simpel scenario. De laatste mijlpaal is de
lancering van de raketten door een Duits F124-fregat medio 2004 in een
complexer scenario waarbij een verbeterde versie van de
vuurleidingsoftware zal worden gebruikt. Daarna wordt de definitieve
versie van de vuurleidingsoftware opgeleverd.
Defensie bevindt zich in een reorganisatietraject. Indien niet meer
ten volle kan worden beschikt over de benodigde kennis en capaciteit
draagt dit een risico in zich voor de projectuitvoering. Knelpunten
zullen tijdig aan het kerndepartement worden voorgelegd.
Planning
LCF-1Hr.Ms. "De Zeven Provinciën" is op 26 april 2002 in dienst
gesteld.
LCF-2Hr.Ms. "Tromp" is op 14 maart 2003 aan de Koninklijke marine
overgedragen en in dienst gesteld.
LCF-3Het derde LCF, "De Ruyter" heeft van 29 september tot 15 oktober
2003 de platformproeftocht uitgevoerd. Op 12 maart 2004 had de
overdracht aan de Koninklijke marine plaats. LCF-3 zal op 22 april
2004 in dienst worden gesteld.
LCF-4De bouw van het vierde LCF, de "Evertsen", ligt op schema. Op 19
april 2003 is het schip gedoopt.
Financiën
Het samengestelde projectbudget bedraagt per 1 januari 2004 1570,7
miljoen voor nieuwbouw en 37 miljoen voor de walreservedelen (beide
prijspeil 2003). De verandering ten opzichte van het budget in de
jaarrapportage over 2002 is het gevolg van prijspeilaanpassingen en
koerscorrecties van vreemde valuta.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Nieuws
Ministerie van Defensie