CDA

CDA
15-04-04

Wat is sociaal voor het CDA?

Het net verschenen lentenummer van Christen Democratische Verkenningen is gewijd aan de vraag ´Wat is sociaal?´.

Deze vraag is actueel nu het CDA het voortouw neemt bij een ingrijpende modernisering van de verzorgingsstaat, die haaks lijkt te staan op wat gewoonlijk onder sociaal wordt verstaan. In het openingsartikel maakt hoofdredacteur Thijs Jansen aannemelijk dat de christen-democraten op dit moment impliciet teruggrijpen op een oudere opvatting die vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw tot eind jaren vijftig het meest pregnant tot uitdrukking kwam in het protestantse soevereiniteitsdenken. Volgens ARP-voorman Abraham Kuyper liet dat staatsinmenging toe, maar de strekking daarvan moest zijn om de zelfwerkzaamheid der organen van het maatschappelijk leven op te wekken, niet om die te vernietigen.
Deze opvatting wijkt sterk af van de dominante invulling van het begrip sociaal die verbonden is met de verzorgingsstaat (hoofdzakelijk tussen 1958 en 1973 door het CDA opgebouwd). Jansen betoogt dat het CDA het eigen sociale gezicht scherpere contouren kan geven door het soevereiniteitsdenken expliciet te hernemen en te actualiseren. Zo kan het overtuigend positie bepalen ten opzichte van de korte periode van 20 jaar waarin sociaal synoniem geworden is met alle verworvenheden van de verzorgingsstaat.

Het nummer bundelt een aantal bijdragen die relevant zijn voor die positiebepaling. Borstlap stelt ´dat de bestaande beschermende automatismen van onze verzorgingsstaat inmiddels ons samenleven eerder beknellen en frustreren, dan ondersteunen´. Hij bepleit een reductie van de arrangementen van de verzorgingsstaat tot het strikt noodzakelijke en verwijst daarbij naar Abraham Kuyper. Hij doet een aantal prikkelende voorstellen. Een nadere uitwerking is te vinden in het artikel van Van Asselt die laat zien hoe het CDA-voorstel van lastenmaximering, solidariteit en soevereiniteit combineert. SER-voorzitter Wijffels laat zich inspireren door Herman Schaepman, een katholieke leidsman uit de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. ´Als geen ander verstond hij zijn tijd en de noodzaak om tot vernieuwende oplossingen en organisatievormen te komen voor een volgende fase van maatschappelijke ontwikkeling. Die noodzaak is er nu ook. Daar ligt wat mij betreft de actualiteit van Schaepman´. Vier centrale noties uit de katholiek-sociale leer moeten een nieuwe vorm krijgen. Het gaat om menselijke waardigheid, solidariteit, verantwoordelijkheid en subsidiariteit. (De auteurs Hans Borstlap en Herman Wijffels vormden samen met onder anderen Piet Hein Donner en Jan Peter Balkenende het Strategisch Beraad dat in 1996 de nieuwe koers voor het CDA uitzette in de notitie Nieuwe Wegen, Vaste Waarden).
Borgman richt zich in het bijzonder op solidariteit: De solidaire samenleving van mensen die zich met elkaar verbonden weten, is geen van buiten komende norm, maar is als perspectief in de samenleving zelf aanwezig. Als zodanig vraagt het erom dat mensen individuen, maatschappelijke organisaties, politieke partijen er verantwoordelijkheid voor nemen.
Theo Schuyt betoogt dat het politieke taboe op liefdadigheid niet meer vol te houden is. Zeker het CDA zou daarvoor niet huiverig moeten zijn omdat het een traditie heeft van op de bres staan voor het particulier initiatief. Filantropische bronnen voor de sociale zekerheid zijn heel goed denkbaar en worden zelfs al aangeboord. ´De trend van meer privaat geld voor publieke doelen past naadloos in het beleid van Balkenende II´, aldus Schuyt.
In twee bijdragen wordt aandacht besteed aan de periode 1958 tot 1973 waarin confessioneel-liberale kabinetten de verzorgingsstaat opzetten en uitbouwden. Het sociale gezicht waar het CDA nu mee worstelt, werd in die tijd gevormd. Het had sterk katholiek-sociale trekken. Van Griensven schreef een portret van KVP-minister Gerard Veldkamp, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en geestelijk vader van verschillende volksverzekeringen die nu op de schop gaan (zoals de WAO en de AWBZ). Hij signaleert dat er een groot verschil lijkt te bestaan tussen de ideologische uitgangspunten van Veldkamp toen en de Geus nu. Roebroek, auteur van een standaardwerk over de ontwikkeling van twee eeuwen sociale politiek in Nederland stelt in een interview dat op dit moment de protestantse opvatting over sociaal, die meer naduk legt op individuele verantwoordelijkheid, domineert over de katholieke, die meer op solidariteit via de overheid was gericht.

Het nummer zal op donderdag 15 april aanstaande om aangeboden worden aan Minister de Geus in Nieuwspoort vanaf 17.15 uur. Het nummer kan op de dag zelf vanaf 15.00 uur onder embargo worden opgehaald op het CDA bureau, Dr. Kuyperstraat 5. Voor nadere informatie Jan Prij, 070-3424877/872 en prij.wi@bureau.cda.nl

Voor meer informatie over Christen-Democratische Verkenningen kunt u kijken op www.cda.nl/wi