Den Haag, 15 april 2004
PvdA wil met undercover -operaties discriminatie blootleggen
Racisme, discriminatie en antisemitisme nemen sinds enige jaren weer schrikbarend toe. PvdA-kamerlid Dijsselbloem vindt dat het kabinet meer moet doen om dit aan te pakken. De PvdA wil dat het aantal zaken dat voor de rechter komt in 2005 verdubbeld wordt, het netwerk van antidiscriminatiebureaus overeind blijft en de politie actief undercover discriminatie op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en in het uitgaansleven gaat opsporen. De verklaring tegen discriminatie , die sinds de ondertekening door talloze organisaties en politieke partijen in 1991 in de vergetelheid is geraakt, wordt door de PvdA opnieuw onder de aandacht gebracht. Tijdens het Algemeen Overleg zal Dijsselbloem een poster met de tekst van die verklaring aanbieden aan Minister Verdonk.
Op de arbeidsmarkt, in het uitgaansleven en bij inschrijving op scholen komt discriminatie nog veel te vaak voor. De PvdA stelt voor dat de politie actief discriminatie gaat bestrijden door undercover te opereren op deze terreinen. Gewoon met praktijktests blootleggen dat mensen met een rare achternaam niet worden uitgenodigd op sollicitatiegesprek. Of dat mensen met een accent hun kinderen niet kunnen aanmelden voor een school, of jongeren met een donkere huidskleur de discotheek standaard niet in komen.
In oktober 1991 werd de algemene verklaring tegen rassendiscriminatie ondertekend door vele tientallen maatschappelijke organisaties, het kabinet en alle politieke partijen. Deze verklaring hangt helaas op een tamelijk onzichtbaar plekje in de grote hal van de Tweede Kamer en lijkt daarmee in de vergetelheid te raken. De Partij van de Arbeid heeft daarom het initiatief genomen om van deze verklaring een poster te maken. De PvdA stelt voor om alle organisaties die bij de ondertekening in 1991 betrokken waren, opnieuw bij elkaar te roepen. Het is de hoogste tijd om te kijken wat er van de plechtige beloften terecht is gekomen en om deze beloften te hernieuwen.
Uit onderzoek van de Universiteit van Leiden en de Anne Frankstichting wordt geconcludeerd dat de Nederlandse politie en justitie in gebreke blijft bij de opsporing en vervolging van racisme en discriminatie. Er is een ophelderingspercentage van acht procent van alle gewelddadige incidenten. In Amsterdam komen bij het Anti Discriminatie Bureau honderden meldingen van racisme en antisemitisme binnen, maar in 2002 zijn maar acht zaken aangebracht. De PvdA vindt dat alle meldingen en aangiften moeten worden geregistreerd. Er moeten prestatieafspraken komen met de politie. Het aantal zaken dat aanhangig wordt gemaakt, moet in 2005 zijn verdubbeld.
In 2004 zijn de rijksbijdragen voor organisaties als het Landelijk bureau ter bestrijding van racisme (LBR) en Stichting Magenta (Meldpunt Discriminatie Internet) gekort. Het Nationaal Actieplan tegen Racisme maakt niet duidelijk wat er na 2004 met de rijksbijdragen zal gebeuren. De PvdA vindt dat het netwerk van anti-discriminatiebureaus (inclusief meldpunt discriminatie en het LBR) in ieder geval overeind moet blijven.
Partij van de Arbeid
Partij van de Arbeid