037- Goede opvoeders luisteren naar deskundigen
Datum: 6 april 2004
Vóór 1970 vinden opvoedingsdeskundigen dat ouders kinderen moeten
opvoeden tot verantwoordelijke burgers. Na 1970 staat de ontwikkeling
van het kind tot een gelukkig individu centraal. Dit concludeert
Janneke Wubs in haar proefschrift Zij bestudeerde 109 populaire
opvoedingsboeken die verschenen tussen 1945 en 1999. Wubs:
"Deskundigen vinden door de jaren heen dat je opvoeding niet zomaar
aan ouders kan overlaten. Ze schrijven dat ouders moeten luisteren
naar de kinderen, maar dat ze om de kinderen goed te kunnen begrijpen
wel eerst moeten luisteren naar de deskundigen." Wubs promoveert op 15
april 2004 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
De adviezen in de opvoedingsboeken zijn tussen 1945 en 1970 gebaseerd
op een duidelijk pedagogisch doel. Met opgeheven vinger wijzen de
deskundigen de ouders erop hoe ze hun kind horen op te voeden. Het
doel is om kinderen te begeleiden op weg naar een bestaan als
waardevol lid van de samenleving. Hierover zijn de meeste auteurs het
eens, ongeacht hun geloof of levensovertuiging. Dat ouders het soms
moeilijk hebben met het bereiken van dit doel, maakt niet uit.
Zelfopoffering hoort bij opvoeden
Trendbreuk
Rond 1970 vindt een duidelijke trendbreuk plaats. Deskundigen willen
ouders niet meer voorschrijven hoe ze hun leven moeten inrichten en
vinden dat ouders hun kinderen naar eigen inzichten met liefde moeten
grootbrengen. Aan die vrijheid komt snel een einde, als
ontwikkelingspsychologische opvattingen in het opvoedingsadvies gaan
domineren. Wubs: "Het optimaal ontwikkelde, gelukkige kind werd het
ideaal. Ouders moesten goed opletten of hun kind wel kon meekomen en
werden zo opnieuw in een keurslijf gedwongen. De deskundigen zeggen
dat ze ouders niets willen opdringen, maar blijken het toch steeds
beter te weten. Zij zijn immers de deskundigen die verstand hebben van
wat goed is voor de ontwikkeling van een kind en wat niet."
Dr. Spock
Het boek Baby en kinderverzorging van dr. Benjamin Spock dat in 1950
verschijnt is met grote afstand het meest verkocht van alle
opvoedingsboeken. Zijn boek wordt nog steeds herdrukt. Wubs: "Het
grote publiek liep meteen met hem weg, maar pas in de jaren zeventig
volgden deskundigen in Nederland zijn voorbeeld." Dr. Spock was zijn
tijdgenoten ver vooruit, vindt Wubs. "Hij is de eerste die begrip
toont voor de situatie van ouders. Hij vindt bijvoorbeeld dat ouders
meer op hun gevoel moeten afgaan. Als je geen last hebt van het gehuil
van je baby, mag je die best een poosje laten huilen. Maar als je daar
niet tegen kan, mag je hem ook gerust uit de wieg halen en troosten."
Er wordt wel beweerd dat dr. Spock een voorstander van de
anti-autoritaire opvoeding was en dat hij generaties westerse kinderen
heeft verpest. Maar mensen die dat zeggen, hebben zijn boek niet goed
gelezen, vindt Wubs. "Hij zegt wel degelijk dat je kinderen moet
begrenzen."
Wel of niet slaan?
Wubs onderzocht ook wat de deskundigen vinden van straffen. "Voor 1970
vinden de deskundigen straf maar een onbeholpen opvoedingsmiddel. Maar
om het pedagogische doel te bereiken, is straf soms toch nodig. Een
weloverwogen pak slaag kan, als niets anders helpt, slecht gedrag
misschien nog stoppen. Ze namen het ouders echter heel erg kwalijk als
die sloegen in een opwelling, uit emotie. Na 1970 keuren ze het slaan
nog steeds af, maar hebben ze meer begrip voor ouders die hun kinderen
slaan uit woede en onmacht. Ze vinden het veel erger als ouders expres
slaan." Opvallend in dit kader noemt ze de mening van een kleine groep
Christelijke auteurs die in de jaren tachtig publiceerde over
opvoeding. "Voor hen was de Bijbel de belangrijkste leidraad bij de
opvoeding. Pedagogische en psychologische inzichten gebruiken ze voor
zover deze passen binnen hun overtuiging. Wat mij echter verbaast was
dat enkele auteurs niet alleen slaan gedoogden, maar zelfs vinden dat
je kinderen moét slaan als ze ongehoorzaam zijn."
Vaders en allochtone ouders
In de door Wubs onderzochte boeken is er weinig aandacht voor de rol
van de zorgende vader en de samenwerking tussen ouders en
kinderdagverblijven. "Auteurs richten zich nog steeds vooral tot de
moeder. Ze gaan er nog steeds van uit dat kinderen tot hun vierde jaar
bij mama thuis zijn. De rol van de vader, die voor 1970 heel duidelijk
was, is tegenwoordig in de opvoedingsboeken zelfs zo goed als
onzichtbaar." Ook merkt ze op dat de dominantie van de
ontwikkelingspsychologie in opvoedingsadvies wellicht kan verklaren
waarom opvoedingsondersteuners zo moeilijk aansluiting kunnen vinden
bij allochtone ouders. "We vergeten wel eens dat de
ontwikkelingspsychologie een product van onze westerse maatschappij
is. Het is maar de vraag of iedereen zo belangrijk moet vinden wat
voor ons bij een optimale ontwikkeling hoort. En misschien zien wij
wel aspecten van ontwikkeling over het hoofd waar andere culturen ons
op kunnen wijzen."
Curriculum Vitae
Drs. Janneke Wubs (Groningen, 1970) studeerde Psychologie aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Ze verrichtte haar promotieonderzoek in
de vakgroep Algemene pedagogiek en Genderstudies van de RUG. Het werd
gefinancierd door NWO. Zij promoveert op 15 april 2004 tot doctor in
de Psychologische, Pedagogische en Sociologische Wetenschappen.
Promotor is prof.dr. J.J.H. Dekker, co-promotor mw.dr. P.C.M. Bakker.
Janneke Wubs is jarenlang actief geweest als pleegmoeder in een
opvanghuis voor uit huis geplaatste kinderen. De titel van haar
proefschrift luidt Luisteren naar deskundigen. Opvoedingsadvies aan
Nederlandse ouders 1945 - 1999. Het boek verschijnt in een
handelsuitgave bij Van Gorcum in Assen, ISBN 90-2324028-6, prijs EUR
25,-.
Rijksuniversiteit Groningen