15-04-2004 Rol van Novem: Kennisverspreiding
Stop energie in een betere wereld
Stop energie in een betere wereld
Voorlichting van deelnemers aan meerjarenprogramma van Kerkeninactie
'De aarde ademt op'.
Projectleiding: Kerkinactie (Samen op Weg-kerken)
Andere betrokken partijen: Oikos, Raad van Kerken in Nederland
(projectgroep Kerk en Milieu), Global Action Plan Nederland (GAP),
Facing Facts.
Doelstelling
Een energiebesparing via gedragsverandering van minimaal 5% bij
minimaal 100 huishoudens. Daarnaast dient het project een methode op
te leveren die een substantiële opschaling mogelijk maakt. Het project
maakt deel uit van het programma De aarde ademt op, dat zich richt op
klimaatbeleid in relatie tot armoedebestrijding (duurzame
ontwikkeling). Doelstelling van dit programma: gebruik van minder
energie, mensen bewegen om over te stappen op duurzame vormen van
energie, mensen bewegen om een donatie te doen in het Kerkinactie
Klimaatfonds op basis van overschrijding van hun
"energieverbruikruimte".
Doelgroep: de primaire doelgroep wordt gevormd door de achterban van
Kerkinactie: in potentie ongeveer 3 miljoen mensen en 3000 kerkelijke
gemeenten. De keuze van de doelgroep hing onder andere samen met de
waardengerichte visie van het project. De verwachting was dat de
verwerking van de waarden "rechtvaardigheid" en "duurzaamheid" een
extra stimulans zou zijn om te participeren.
Looptijd: begin 2002 - 1 mei 2003.
Aanpak
Centraal in het project staat een waardengerichte visie op
energieverbruik (en klimaatsverandering). Het gaat daarbij om zorg
voor de schepping en een eerlijke, wereldwijde verdeling van
emissierechten, op basis van een mondiale duurzaamheidsnorm,
uitgedrukt in de "mondiale CO2-voetafdruk". Het project maakt gebruik
van de EcoTeam-methode van Global Action Plan Nederland (GAP), waaraan
een mondiale- en een waardencomponent (op basis van rechtvaardigheid
en duurzaamheid) is toegevoegd. Er is gekozen voor een teambenadering
met het oog op de onderlinge stimulering en motivering van de
deelnemers.
Op twee manieren is geprobeerd de kerkelijke achterban te betrekken
bij het project: via zogenoemde ambassadeurs (die deelnemers werven)
en via de kerkelijke infrastructuur met folders, nieuwsbrieven,
artikelen, bijeenkomsten en een website. Aanmelding was mogelijk per
team of individueel. Het was ook mogelijk om digitaal deel te nemen.
Het aantal bijeenkomsten verschilde per team. Voor het project is een
werkboek samengesteld met o.a. themahoofdstukken, tests, tips,
suggesties voor verdieping en verspreiding van ervaringen,
meetformulieren en een CO2-wijzer. Andere hulpmiddelen: een video, een
posterserie, een klimaatrollenspel, cartoons en een
elektriciteitsmeter.
De verbruiksgegevens van de deelnemers zijn verwerkt door GAP. De
teams ontvingen feedback in de vorm van rapporten. Voor het berekenen
van de besparingspercentages is geen gebruik gemaakt van een
controlegroep. Wel is voor het onderzoek naar de methode en de
opschaling een enquête afgenomen onder de deelnemers, onder
mensen/groepen die informatie hadden aangevraagd en onder een aselecte
groep uit het donateursbestand van Kerkinactie. Om inzicht te krijgen
in de motivatie van mensen om wel of niet mee te doen aan het project
zijn een schriftelijke enquête en een interviewstramien ontwikkeld. De
enquête is voorgelegd aan alle deelnemers en aan een controlegroep uit
de achterban van Kerkinactie. Daarnaast is er bij een aantal
deelnemers een diepte-interview afgenomen en is er gebruikgemaakt van
participerende observatie, literatuurstudie, gesprekken met
deskundigen en input vanuit de digitale forumruimte.
Resultaten in het kort
* De gemiddelde op jaarbasis gerealiseerde besparing bedroeg voor
gas 16% en voor elektriciteit 20%. Het waterverbruik is gemiddeld
12% gedaald.
* De besparingen zijn vooral door gedragsverandering bereikt, in
mindere mate door investeringen. Tweederde van de deelnemers
verwacht dat de veranderingen blijvend zullen zijn.
* De deelnemers zeggen nieuwe inzichten en ideeën te hebben
opgedaan, zowel wat betreft energieverbruik als klimaatverandering
en de relatie milieu-ontwikkeling. De geloofsovertuiging van de
deelnemers heeft indirect een rol gespeeld in de motivatie om mee
te doen.
* Het digitale traject is minder positief beoordeeld.
Klik hier voor een uitgebreide beschrijving van de resultaten.
Meer Informatie
Voor meer informatie over dit project kunt u contact opnemen met:
Gert de Gans of Judith Grootscholten, Oikos, Utrecht,
E-mail g.de.gans@stichtingoikos.nl of
j.grootscholten@stichtingoikos.nl
Mark van Kuilenburg, Projectgroep Kerk en Milieu, Utrecht
E-mail: m.van.kuilenburg@kerkinactie.nl
Novem