VVD



Nieuws

14 apr 2004 - VVD bijdrage aan debat aanslagen in
Madrid en terrorismebestrijding

Dit is de bijdrage van VVD fractievoorzitter Jozias van Aartsen in de eerste termijn in het debat over de aanslagen in Madrid en terrorismebestrijding.

(Alleen gesproken tekst geldt)

Woensdag 14 april 2004
Mij is altijd bijgebleven wat Willy Brandt zei bij de opening van die indrukwekkende fototentoonstelling over Anne Frank in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Hij betoogde dat je van niemand kunt eisen dat hij een held moet zijn, zeker niet in Nazi-Duitsland. Maar dat ook daar een periode is geweest, in de eerste helft van de jaren '30, dat de gewone burger zich nog tegen het nazisme had kunnen verzetten zonder gevaar voor eigen leven. Het gaat er in het leven om, was Brandts stelling, die momenten te herkennen waarop het gevaar nog te keren is.

Wezenskenmerk van liberale democratieën is tolerantie voor afwijkende meningen. Dat maakt een samenleving als de onze zo kwetsbaar voor mensen met totalitaire opvattingen. Zeker wanneer die ideeën, zoals nu bij Al Qaida, zijn geïnspireerd door een religieuze overtuiging. Hoe graag wij ieder ook de vrijheid van die allerpersoonlijkste overtuiging willen geven, er zijn grenzen. Die grenzen zijn overschreden door diegenen die de dood verheerlijken en dan niet alleen de eigen dood, maar ook die van onschuldige burgers.

Radicale moslimstrijders willen alles vernietigen waarvoor wij staan. "U houdt van het leven, wij van de dood." Opnieuw blijkt onze kwetsbaarheid. Nu moeten wij veerkracht tonen.

Ik dank de regering daarom voor de brief van 31 maart jl. over terrorismebestrijding. Die bevat enkele behartenswaardige dingen. Terecht constateert de regering dat de aanslag van 11 maart was gericht "tegen de Westerse samenlevingen". Terecht spreekt ze van "catastrofaal terrorisme". Terecht ook wijst ze - eindelijk...! - op de religieuze component.

Niettemin, naar ons idee zijn de voorgestelde maatregelen te mager. Al in september vorig jaar zei ik: "Laten we niet naïef zijn" en "laten we actiever zijn en onze lakse houding laten varen". Ik mis de sense of urgency. Ik mis een Churchilliaanse visie. Veel voorstellen, plannen en onderzoeken, maar waar is de daadkracht? Wat als er morgen iets gebeurt?

De VVD bepleit een civielrechtelijke aanpak van het terrorisme: bijvoorbeeld ingrijpen in het bestuur van moskeeën waar de Jihad tegen het Westen wordt gepreekt. Wij vinden dat het Kabinet daar snel iets aan moet doen, evenals aan de financieringsstromen. Daar hebben we nu al ettelijke keren om gevraagd en steeds kregen we nul op het rekest.

De brief bevat ook enkele concrete maatregelen. Een daarvan is de invoering van verschillende waakzaamheidniveaus. Het kabinet wil waarschuwingslichten onsteken bij toenemende dreiging. Meer dan een zwak knipperlicht is dit niet. Bij rood licht moeten wij "zonodig paraat" zijn. Hoezo, "zonodig"? Als het licht op rood gaat, als er een ernstig vermoeden is van een ophanden zijnde aanslag, dan moet de opperste staat van paraatheid gelden. Doel van de terroristen is immers: "zoveel mogelijk willekeurige burgerslachtoffers maken en een maatschappelijke ontwrichting teweeg brengen".

Bewustwording en communicatie is niet genoeg, het gaat om optreden en terugslaan. Van een feestverlichting in groen, oranje en rood ligt geen terrorist wakker. Daarom stelt mijn fractie voor om aan de waarschuwingskleuren bevoegdheden en maatregelen te koppelen. Daar moeten de draaiboeken voor klaarliggen. Snelheid is geboden. Besluiteloosheid en lange procedures kunnen levens kosten. Ik vraag het Kabinet daarom zijn alerteringssysteem meer te doen zijn dan een burgerappèl: koppel aan de zwaarder wordende dreigingniveaus bevoegdheden die in elk geval zullen worden gehanteerd.

Nu heeft de regering daarvoor een instrument in de wettelijke regeling uitzonderingstoestanden (die op zich weer uit een aantal toepassingsmogelijkheden bestaat). Wat we tenminste aan het Kabinet vragen, is om naast het "kleurengamma" de bevoegdheden van deze wetgeving te plaatsen. Dat kan al zonder nieuwe wetgeving op stapel te zetten!

Bij acute dreiging (fase rood) kunt u overgaan tot het - separaat - in werking stellen van noodwetgeving. Maar ik sluit niet uit dat u die al in een eerdere fase nodig heeft.

Twijfel heeft mijn fractie overigens wel over de kwaliteit van de huidige crisiswetgeving, die toch nog sterk geënt is op het koude oorlogsdenken en niet op de nieuwe gevaren van de terreur.

Veel wetgeving moet ook nog aanpassing ondergaan aan de uitzonderingswetgeving uit 1997. Begin - zo zou ik het Kabinet willen aanraden - met een actualisering van de wettelijke bevoegdheden en onderzoek of u geen speciale coördinatie wet terreur nodig heeft.

Op die laatste suggestie kom ik, omdat ik me werkelijk afvraag of bestuurlijk en justitieel Nederland echt is toegerust op optreden bij crises. Het begint al met de vraag aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Defensie (KMAR!) of we wel voldoende politiële reserves hebben om in tijden van crisis een beroep te doen op menskracht. Hebben we eigenlijk nog reserves? Graag een beschouwing daarover van de beide ministers.

Daarnaast is er het fenomeen. Wie stuurt wie aan? Zelfs bij invoering van delen van de huidige wetgeving blijft de vraag, of de coördinerende minister voor terrorismebestrijding (i.c. de minister van Justitie) voldoende massa kan maken. Heeft deze minister niet een aanwijzings- bevoegdheid nodig? Graag een concreet antwoord van het Kabinet hierop. Want we hebben veel bestuur, veel muren tussen besturen, veel "koninkrijkjes", veel ponteneur op basis van vigerende wetgeving en in tijden van crisis moet iemand kunnen zeggen: "Dit moeten we doen". En hij of zij moet er zeker van zijn dat het dan ook gebeurt!

Tenslotte een korte opmerking over het buitenlands beleid en twee vragen. Wij verwelkomen de benoeming van Gijs de Vries, het oud-lid van onze Kamer in zijn nieuwe Europese functie.

Dan mijn twee dringende vragen:

Laat dit Kabinet niet de fout maken dat terrorisme nu eenmaal voortkomt uit armoede in de Derde Wereld. De daders zijn vaak hoog opgeleid en welvarend. Zij hebben het niet voorzien op onze rijkdom maar op onze manier van leven. Er is sprake van je reinste nihilisme. Ziet het Kabinet dit ook zo?

En tenslotte wat gaat de EU liefst op Nederlands initiatief nu doen aan landen die aan terrorisme proliferatie doen? Zoals Saoedi-Arabië en Marokko? En wat gaat de EU doen aan het antisemitisme in de Egyptische media? Na "Madrid" wordt het hoog tijd. Een goed onderwerp voor "Gymnich".

Laten wij hopen dat het moment van Willy Brandt nog niet voorbij is. Als wij nu op de barricaden gaan voor de verdediging van een vrije samenleving, is het hopelijk nog niet te laat.

Jozias van Aartsen