Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
logoocw
Aan: de wethouders en gedeputeerden Cultuur van de 42 gemeenten
en provincies die deelnemen aan het
Actieplan Cultuurbereik 2001-2004
Den Haag Ons kenmerk
13 april 2004 DK/BK/04/13939
Onderwerp Bijlagen:
Voortgang bestuurlijk afspraken 2005-2008 1. Beleidskader Actieplan Cultuurbereik
2. Afspraak Cultuureducatie in Primair Onderwijs
3. Beleidskader Geldstroom BKV
Geachte heer/ mevrouw,
Na uitvoerig overleg hebben het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging Nederlandse Gemeenten
(VNG) en ik een akkoord bereikt over enkele gezamenlijke culturele programma's in de periode 2005-
2008. Direct na mijn aantreden heb ik mijn waardering uitgesproken voor de vele en diverse
inspanningen van steden en provincies op het terrein van kunst en cultuur. Zoals ik in Meer dan de
Som heb geformuleerd hecht ik bijzonder veel waarde aan de stedelijke en regionale dynamiek, omdat
daar de voorwaarden worden geschapen voor de noodzakelijke wisselwerking tussen kunstenaars,
instellingen en publiek. Om kansen, die zich aandienen, beter te kunnen benutten is samenwerking
onontbeerlijk. Het verheugt mij dan ook, dat de drie overheden op basis van constructief overleg tot
een aantal gezamenlijke afspraken zijn gekomen. De bereikte overeenstemming over de verschillende
programma's markeren de start van een nieuwe periode, waarin een gezamenlijke inzet van de drie
overheden centraal staat. In deze brief informeer ik u, mede namens IPO en VNG, over deze
programma's.
Actieplan Cultuurbereik
Op 17 december zijn IPO, VNG en ik overeengekomen het Actieplan Cultuurbereik met vier jaar te
verlengen. Het is dan van belang dat zo veel mogelijk mensen kennis kunnen maken met en deel
kunnen nemen aan cultuur. Met het Actieplan 2005-2008 wordt door rijk, provincies en steden
gewerkt aan de versterking van het cultureel bewustzijn van burgers en het vergroten van zowel het
publieksbereik als de actieve participatie in kunst en cultuur. Rijk, provincies en dertig steden zijn
tezamen verantwoordelijkheid voor de inhoudelijke en financiële uitvoering van deze doelstelling. Het
rijk stelt de volgende bedragen per inwoner beschikbaar, welke met eenzelfde bedrag per inwoner
worden aangevuld door de andere overheden: provincies 0,79 per inwoner; 26 steden 0,79 per
inwoner; de vier grote steden 1,13 per inwoner. Ik verzoek provincies en gemeenten voor 15 mei
2004 aan te geven, of zij aanspraak willen maken op het genoemde bedrag.
Cultuureducatie in het primair onderwijs
IPO, VNG en OCW hebben afgesproken te zullen samenwerken bij het versterken van de positie van
cultuureducatie in het primair onderwijs. Deze samenwerking is erop gericht om scholen en culturele
instellingen te ondersteunen bij het realiseren van de doelstelling dat in 2007 alle scholen in het
primair onderwijs hun visie op de plaats van cultuureducatie in hun onderwijsprogramma hebben
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/3
geformuleerd en dat de scholen in staat zijn deze visie te vertalen in een samenhangend geheel van
cultuureducatieve activiteiten. De twaalf provincies en dertig gemeenten kunnen aanspraak maken op
een bedrag van 1 (2004 en 2005) en 1,5 (2006) per leerling in het primair onderwijs om invulling te
geven aan de in bijgaande afspraak beschreven rolverdeling. De ondersteuning van lokale en regionale
netwerken rondom de scholen neemt hierbij een belangrijke plaats in. Gemeenten en provincies zullen
hun huidige financiële inzet met betrekking tot cultuureducatie in het primair onderwijs handhaven en,
waar mogelijk, uitbreiden. Parallel aan de aanvraagprocedure voor het Actieplan Cultuurbereik dienen
provincies en gemeenten voor 15 mei 2004 aan te geven of zij aanspraak willen maken op
bovengenoemd bedrag. Ook voor het overige zal de aanvraagprocedure voor deze aanvullende afspraak
zoveel mogelijk parallel lopen aan die van het Actieplan Cultuurbereik en in verhouding staan tot de
omvang van de middelen.
Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving
Op basis van een inhoudelijke analyse, mede aan de hand van het vooradvies van de Raad voor Cultuur,
hebben OCW, IPO en VNG overeenstemming bereikt over een andere inzet en verdeling van de
Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving (BKV). Voor deze afspraken verwijs ik naar het ingesloten
beleidskader Geldstroom BKV, dat op enkele punten nog nader zal worden uitgewerkt (zie voetnoten).
Kort samengevat betekent de overeenstemming, dat de Geldstroom BKV wordt ingezet op (collectieve)
voorzieningen en investeringen voor kunstenaars en vormgevers en op versterking van de relatie
tussen aanbod en afname.
De middelen worden geconcentreerd op negen, landelijk gespreide steden die binnen een stedelijk
netwerk een voortrekkersrol op het gebied van beeldende kunst en vormgeving (kunnen) vervullen.
Concreet gaat het om: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Maastricht, Arnhem,
Enschede, Groningen.
Daarnaast zullen vijf steden, die ook over kunstvakonderwijs voor beeldende kunst en vormgeving
beschikken, in de komende periode een basisvoorziening ontvangen ter versterking van
infrastructurele faciliteiten. Het gaat hier om Tilburg, 's-Hertogenbosch, Breda, Leeuwarden en
Zwolle.
De provincies hebben een regierol. Zij signaleren en faciliteren ontwikkelingen in de regio en dragen in
overleg en samenwerking met gemeenten zorg voor de concentratie op kansrijke initiatieven in de
regio.
De twaalf provincies en de veertien gemeenten ontvangen een directe bijdrage uit de Geldstroom BKV
voor realisering van de centrale doelstelling van het beleidskader. Financieel is dit vertaald in een
nieuwe verdeelsystematiek.
Van meet af aan heb ik duidelijk gemaakt dat de Geldstroom BKV niet van bezuinigingen kan worden
uitgesloten. Nu bestuurlijk overeenstemming is bereikt over de inzet en de verdeelsystematiek van de
Geldstroom BKV, wil ik duidelijkheid scheppen over de omvang van de bezuinigingen. Gelet op de
inhoud van de gemaakte afspraken wil ik de bezuiniging beperken tot 10 % van het budget, namelijk
circa 1,8 miljoen. Dat brengt het jaarlijkse budget in de periode 2005-2008 op een totaalbedrag van
16,7 miljoen. De bezuiniging wordt evenredig over alle provincies en (categorieën) steden omgeslagen.
Concreet betekent dit voor de verdeling van de Geldstroom BKV in de periode 2005-2008: een bedrag
van 3,52 per inwoner voor Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, een bedrag van 2,64 per
inwoner voor Eindhoven, Maastricht, Arnhem, Enschede en Groningen, en een bedrag van 0,71 per
inwoner voor Tilburg, `s-Hertogenbosch, Breda, Zwolle en Leeuwarden. De provincies ontvangen een
bedrag van 0,53 per inwoner.
Parallel aan de aanvraagprocedure voor het Actieplan Cultuurbereik dienen provincies en gemeenten
voor 15 mei 2004 aan te geven of zij aanspraak willen maken op het bovengenoemd bedrag. Ook
voor het overige zal de aanvraagprocedure voor deze aanvullende afspraak zoveel mogelijk parallel
lopen aan die van het Actieplan Cultuurbereik en in verhouding staan tot de omvang van de middelen.
blad 3/3
Bibliotheekvernieuwing
Over de wijze waarop het traject van bibliotheekvernieuwing de komende jaren zal worden
vormgegeven om tot een daadwerkelijk vernieuwd stelsel te komen, hebben IPO, VNG en ik eveneens
overeenstemming bereikt. Uitgaande van de extra gelden die het kabinet Balkenende II beschikbaar
stelde zijn op hoofdlijnen afspraken gemaakt over de na te streven situatie aan het eind van de
komende Cultuurnota-periode, de rol- en taakverdeling tussen partijen en de onderwerpen waarop de
activiteiten zich zullen richten. Het gaat daarbij om afronding van het schaalvergrotingstraject,
invoering van een landelijk kwaliteitszorgsysteem, versterking van de ICT-dienstverlening en de wijze
waarop bibliotheken een rol kunnen spelen als partner en instrument voor een integrale
beleidsvoering.
De inzet van provincies en gemeenten op hun beurt is dat zij hun huidige financiële inspanning voor
bibliotheekvernieuwing, handhaven en waar mogelijk uitbreiden. Ook zullen zij actief verbindingen
leggen tussen het bibliothekenveld en andere maatschappelijke (beleids) terreinen.
Dit hoofdlijnenakkoord zal de komende maanden worden uitgewerkt tot concrete afspraken. Deze
zullen in de vorm van een aanvulling van het reeds bestaande Koepelconvenant `herstructurering
openbare bibliotheken' uit 2001 door betrokken partijen worden getekend.
Procedurele wijzigingen
Het huidige kabinetsbeleid en de ervaringen in de afgelopen periode vragen om aanpassingen in de
wijze van aanvraag en verantwoording. Voor de komende periode zijn dat de procedures voor aanvraag
en verantwoording voor het Actieplan Cultuurbereik en de Geldstroom BKV aanzienlijk vereenvoudigd.
Gemeenten en provincies dienen bijvoorbeeld nog maar één keer een aanvraag in voor een vierjarig
programma. Daarnaast zal de jaarlijkse verantwoording beperkt worden tot een rechtmatigheidtoets
gekoppeld aan de gemeentelijk en provinciale verantwoording.
Programma's met gelijksoortige doelgroepen en/of doelstellingen zijn samengevoegd: de specifieke
uitkering Cultuur en School 2001-2004 en de specifieke uitkering Cultuurbereik 2001-2004 zijn
samengevoegd tot één brede doeluitkering voor cultuurbereik 2005-2008. Procedures van
verschillende programma's worden waar mogelijk op elkaar afgestemd.
In de programma's 2005-2008 wordt meer ruimte geboden aan gemeenten en provincies om op eigen
wijze invulling te geven aan de manier waarop diverse doelstellingen kunnen worden bereikt. Het
specifieke profiel per stad of regio bepaalt in hoeverre en op welke wijze culturele initiatieven zich
kunnen ontplooien. Gemeenten en provincies zijn zelf het beste in staat om binnen de lokale of
regionale context keuzes te maken.
Informatie
Voor vragen en informatie over het Actieplan Cultuurbereik en de Geldstroom BKV verwijs ik naar
www.cultuurbereik.nl, contactpersoon Ministerie OCW is mevrouw S. Noteborn (s.noteborn@minocw.nl/
tel: 070-4124739).
Informatie over Cultuureducatie in het Primair Onderwijs is te vinden op www.culltuurbereik.nl,
contactpersoon Ministerie OCW is de heer J. Kuggeleijn (j.kuggeleijn@minocw.nl/ tel: 070-4124179).
Informatie over Bibliotheekvernieuwing is te vinden op www.bibliotheekvernieuwing.nl, contactpersoon
Ministerie OCW is de heer M. Eijffinger (m.a.m.eijffinger@minocw.nl tel: 070-4124281).
Na overleg met het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging Nederlandse Gemeenten,
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
mr. Medy C. van der Laan