Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij
de uitrei-king van het eerste keurmerk taxibedrijf
Dames en heren,
Van oudsher is Nederland niet zon taxiland. New York heeft zijn yellow
cabs en Londen de charmante black cabs. In die steden is de taxi een
massaal gebruikt ver-voermiddel. In New York rijden er zon 12.000
rond, in Londen maar liefst 25.000. We kennen de scènes allemaal wel
uit de films. De gejaagde stadsbewoner die op een willekeurige plek
een taxi aanhoudt, die hem door de stedelijke jungle naar zijn
volgende afspraak loodst. Nonchalant haalt de ster-acteur dan wat
kleingeld uit zn broekzak om de chauffeur te betalen en zich weer
verder te spoeden.
Ik hoef u niet te vertellen dat de praktijk in Nederland heel lang
compleet anders was. Ik begin met een korte terugblik.
Lange tijd was het taxivervoer hier aan starre regels gehouden. Zomaar
een taxi aanhouden op de hoek van de straat was er niet bij. Daar leek
niemand mee ge-diend: de klant niet, en de branche niet. Met de
taxiwet uit 2000 kwam een eind aan de verstikkende voorschriften. De
taxibranche werd geliberaliseerd. Het doel was zoals u weet om
taxi-ondernemingen meer vrijheid te geven en onderling te laten
concurreren. De klant zou dan meer te kiezen krijgen, en bovendien een
beter en goedkoper product.
Sinds de invoering van de taxiwet is het aantal taxibedrijven en taxis
fors geste-gen. Dat is mooi. Het betekent inderdaad meer keuze en
minder wachten voor de klant. We willen nog wel eens vergeten hoe
moeilijk het vroeger was om een taxi te bemachtigen na een avondje
uit.
Toch zijn ondanks het grotere aanbod de prijzen gestegen. Onderzoekers
geven aan dat dat komt doordat de consument geen goed beeld heeft van
de prijzen. Daar komt nog bij dat de kwaliteit vaak ook niet om over
naar huis te schrijven is. Dat doet het vertrouwen van de klant
natuurlijk geen goed. In de eerste jaren na de liberalisering daalde
het aantal klanten met 11 procent. Dat is niet bepaald een teken dat
de taxi er aantrekkelijker op geworden was. Inmiddels zit de taxi
geluk-kig weer in de lift.
We hebben met zn allen al een hoop gedaan om de situatie te
verbeteren. Er komt bijvoorbeeld een standaard tariefkaart. Behalve
informatie over tarieven staan daar ook de gegevens op van het bedrijf
en heel belangrijk het nummer van een klachtenmeldpunt. De inspectie
heeft zich het afgelopen jaar flink inge-spannen om in de taxibranche
de vinger aan de pols te houden.
Tot zover wat er al gebeurd is. Nu wat er komen gaat. Want vandaag
zetten we twee belangrijke stappen. Ik overdrijf niet als ik zeg, dat
ik al lang naar deze dag uitkijk.
Laat ik beginnen met mijn eigen bijdrage. U weet dat mijn ministerie
werkte aan de invoering van een verplicht examen voor taxichauffeurs.
Ik ben blij dat ik u daar vandaag meer over kan vertellen. Er zijn
inmiddels ook folders beschikbaar met in-formatie, zodat u het nog
eens rustig kan nalezen.
Het examen is bedoeld om de kwaliteit van het taxivervoer naar een
hoger plan te tillen. Het bestaat uit een theoriedeel en een
praktijkdeel. In het examen wordt de klantgerichtheid van de chauffeur
getest. Daarnaast gaat het om kennis van de au-to, van handelswijzen
bij ongelukken en van de relevante regelgeving. Tot slot wordt de
rijvaardigheid en de stratenkennis getest. Het hele examen is in het
Ne-derlands. En passant kijken we dus ook of de chauffeur voldoende
Nederlands be-grijpt. Over de inhoud van het examen heb ik natuurlijk
overleg gevoerd met de branche, bijvoorbeeld het KNV.
Het KNV heeft zelf intussen ook niet stil gezeten. En zo kom ik bij
het tweede heuglijke feit van vandaag. Ik ben blij dat ik direct de
eerste taxikeurmerken mag uitreiken. Ik wil hierbij KNV-Taxi een
compliment geven voor de snelheid waarmee het keurmerk ontwikkeld en
getest is. Daarbij is goed samengewerkt met mijn mi-nisterie, en
verder met verschillende taxibedrijven en taxicentrales, en andere
par-tijen zoals ROVER, de Gehandicapten Raad en de zorgverzekeraars.
De taxiklant stond centraal bij de ontwikkeling van het keurmerk. De
klant moet er wijzer van worden en meer waar krijgen voor zijn geld.
Daarom zal het keurmerk duidelijk zichtbaar zijn met een duidelijk
herkenbaar logo. Als je het keurmerk ziet, weet je als klant dat je
kiest voor een chauffeur die er voor doorgeleerd heeft, een erkend
bedrijf en een betrouwbare prijs. De voorwaarden worden regelmatig
ge-controleerd door de keurmerk-organisatie, op straffe van het
kwijtraken van het keurmerk.
De grote steden zijn actief bij de ontwikkeling van het keurmerk
betrokken ge-weest. Vooral de gemeente Rotterdam en de Rotterdamse
taxicentrale de RTC - speelden een voortrekkersrol. Het is niet voor
niets dat ik zodadelijk het keurmerk onder meer uit mag reiken aan de
RTC. De gemeente heeft een pilot lopen, waarin aan het keurmerk
bepaalde voordelen verbonden zijn. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan
speciale standplaatsen en toegang tot busbanen en voetgangersgebieden.
Ik ondersteun dit initiatief van harte. Het lijkt me een win-win-win
situatie: de klant krijgt meer kwaliteit, de keurmerkhouder extra
voordeeltjes en de gemeente lokt vooral de betrouwbare ondernemingen
naar haar centrum. Het lijkt me bovendien een formule die zich ook
goed leent voor de toegang tot de taxistandplaatsen op Schiphol. Ik
hoop dus dat Schiphol het keurmerk zal omarmen.
Dames en heren,
Het keurmerk lost natuurlijk niet alles op, maar samen met het
verplichte examen zetten we vandaag wel een flinke stap op weg naar
kwalitatief beter taxivervoer. Wie weet levert dat in de toekomst nog
een Nederlandse filmklassieker op met mooie taxi-scènes. Eentje die
niet op de fantasie van de regisseur en scriptschrijver gebaseerd is,
maar op de bruisende realiteit van het toekomstige taxivervoer.
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat