Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
AviVos CV Postbus 90801
2509 LV Den Haag
T.a.v. mr. R.J. Vos FB Anna van Hannoverstraat 4
Postbus 5053 Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
6802 EB ARNHEM
Uw brief Ons kenmerk
021268/RJV/LA e.v. SV/F&W/02/52255
Onderwerp Datum
Afdracht sociale premies bij waarneming 14 april 2004
Geachte heer Vos,
Met uw brief van 8 juli 2002 informeerde u toenmalig Staatssecretaris Hoogervorst over de
onrust die onder huisartsen was ontstaan als gevolg van het vervallen per 1 januari 2002 van
het Convenant inzake een zelfstandigheidsverklaring voor waarnemers. Dit convenant dat
was afgesloten tussen het Lisv en diverse organisaties van (para)medische
beroepsbeoefenaren, werd beëindigd als gevolg van de wettelijke afstemming van het
zelfstandigheidsbegrip in de sociale zekerheidswetgeving op het fiscale ondernemerschap.
Naar aanleiding van de onrust bij uw cliënten verzocht u om verduidelijking van de
regelgeving met betrekking tot de beoordeling van arbeidsrelaties. In uw brief van 3 januari
2003 stelde u kort samengevat - dat het Besluit Beleidsregels beoordeling dienstbetrekking
van de Belastingdienst en het UWV (Stcrt. 2002, 234), voor uw cliënten niet de gewenste
duidelijkheid opleverde.
In uw brieven van 10 januari en 17 januari 2003 maakte u melding van het overleg tussen de
LHV en andere organisaties van medische beroepsbeoefenaren en het UWV (Cadans). U
concludeerde dat het standpunt van het UWV in dit overleg een belangrijk aanknopingspunt
kon vormen voor hanteerbare criteria voor de premieplicht bij (kortdurende) waarneming.
Het UWV heeft mij in januari 2003 geïnformeerd dat men met verschillende organisaties
van (para)medische beroepsbeoefenaren in overleg was over de beoordeling van de
verzekerings- en premieplicht bij waarneming in (para)medische praktijken. Op 28 januari
2003 heeft het UWV met de LHV overeenstemming bereikt over de door deze organisatie
opgestelde modelovereenkomst. In de loop van 2003 hebben ook andere organisaties van
medische beroepsbeoefenaren met het UWV overeenstemming bereikt over
modelovereenkomsten bij waarneming. In het Besluit van de Belastingdienst en het UWV
tot wijziging van de beleidsregels beoordeling dienstbetrekking (Stcrt. 2003, 138) is
expliciet verwoord dat brancheorganisaties modelovereenkomsten vooraf kunnen laten
toetsen op de aspecten van een dienstbetrekking.
2
SV/F&W/02/52255
De modelovereenkomsten strekken ertoe voor de betrokken beroepsgroep vooraf
duidelijkheid te verschaffen over de omstandigheden waaronder het UWV niet zal
concluderen tot de aanwezigheid van een dienstbetrekking, en dus geen premies zal heffen.
Een dergelijk standpunt geldt voor alle waarnemingen, voorzover de feitelijke
omstandigheden waaronder de waarnemer werkt, overeenstemmen met de in de
modelovereenkomst beschreven omstandigheden. De mogelijkheid om modelcontracten
vooraf te laten toetsen op de aspecten van een dienstbetrekking, zal ook na de voorgenomen
uitbreiding van de rechtsgevolgen van de verklaring arbeidsrelatie (VAR) blijven bestaan.
Ik vertrouw erop dat de onrust die onder uw cliënten was ontstaan na het vervallen van het
Convenant inzake waarneming, met de modelovereenkomsten is weggenomen.
Hoogachtend,
de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid