14 april 2004; Ontstaan achterhoedescholen wel zorgwekkend, geen verrassing
Jaarverslag Inspectie slecht gelezen op ministerie
De Onderwijsverslagen van de Inspectie van het Onderwijs worden op het
ministerie van Onderwijs niet goed gelezen, lijkt het. Dit zegt Walter
Dresscher, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond (AOb). Dit jaar
constateert de Inspectie dat er achterhoedescholen ontstaan. Vorige
jaren werd hier in de Onderwijsverslagen al voor gewaarschuwd. Met de
aanbevelingen van toen is duidelijk niet genoeg gedaan. Verder gaat
het Onderwijsverslag uitvoerig in op Geweld op School. Opmerkelijk is
dat volgens de Inspectie de opvang van en nazorg voor slachtoffers
goed geregeld is. Uit andere onderzoeken blijkt het onderwijspersoneel
hier zelf anders over te denken.
Al jaren baart de grote uitstroom van leraren op zwakke scholen
zorgen. Al eerder schreef de Onderwijsinspectie dat de kwaliteit van
het onderwijs onder druk staat vanwege de grote hoeveelheid
ongediplomeerden voor de klas. Al langer is het hoge percentage
vroegtijdig schoolverlaters een aandachtspunt. De waarschuwing van de
onderwijsinspectie dat er achterhoedescholen ontstaan is dan ook
feitelijk niet meer dan de constatering dat met eerdere waarschuwingen
niet genoeg gedaan is.
Walter Dresscher, voorzitter Algemene Onderwijsbond: Natuurlijk zijn
wij het er mee eens dat de Inspectie deze zaken opnieuw onder de
aandacht brengt. Het is alleen zuur om te constateren dat zowel de
Inspectie als het hele onderwijsveld hier al veel vaker op gewezen
heeft en dat er tegelijkertijd weinig verandert. Vorig jaar riepen we
de informateurs op het verslag goed te lezen, dit jaar vragen we dit
met klem aan de minister. En om actie te ondernemen.
Het Inspectieverslag besteedt ruim aandacht aan geweld op scholen.
Maar ook hier geldt dat, hoe ernstig ook, de constateringen niet
significant afwijken van eerdere onderzoeken van bijvoorbeeld de
Algemene Onderwijsbond (maart 2003 / februari 2004): fysiek geweld van
leerlingen of ouders jegens personeelsleden blijven incidenten en deze
incidenten komen vaker voor naarmate de school groter is, meer
allochtone leerlingen heeft en in de Randstad staat. Terecht maar ook
niet nieuw is de roep om meer samenwerking tussen scholen en andere
maatschappelijke instanties zoals maatschappelijk werk, politie en
jeugdzorg.
Wel zeer opmerkelijk is dat in het jaarverslag staat dat slachtoffers
onmiddellijke hulp én nazorg op langere termijn krijgen. Uit onderzoek
(AOb, maart 2003 / februari 2004) onder de personeelsleden die
dagelijks contact hebben met de leerlingen en de ouders, dus niet de
directieleden, blijkt dat de slachtoffers zelf hier veel minder
positief over zijn.
Nieuw is aandacht voor homoseksualiteit. Hiermee komt de Inspectie
haar belofte na, die zij deed naar aanleiding van het onderzoek naar
werkbeleving en discriminatie van homoseksueel personeel (AOb/APS/COC,
september 2003). Op bijna alle scholen ontbreekt specifiek beleid op
het gebied van homoseksualiteit, terwijl veel homoseksuelen aangeven
negatieve incidenten meegemaakt te hebben.
Utrecht, 14 april 2004.