http://www.justitie.nl
Scheidings- en omgangsregelingen worden verbeterd
Victor Holtus
070 370 6858
4448
14.04.04
Beleidsvoornemens minister Donner
Om te stimuleren dat mensen die gaan scheiden vooraf goede afspraken
maken zullen er eisen worden gesteld aan het inleidend verzoekschrift
tot echtscheiding. Afspraken over de wijze van uitoefening van het
ouderlijk gezag wordt een verplicht onderdeel van het verzoekschrift.
In de wet zal worden vastgelegd dat een ouder niet alleen recht heeft
tot omgang met zijn kind maar ook de plicht tot omgang heeft.
Er komt geen wettelijk vastgestelde standaardnorm voor omgang met
kinderen en echtscheiding zonder tussenkomst van de rechter wordt
afgewezen. De sinds april 2001 bestaande mogelijkheid tot
'flitsscheiding'wordt ongedaan gemaakt.
Deze beleidsvoornemens tot verbetering van de scheidings- en
omgangsproblematiek heeft minister Donner vandaag per brief aan de
Kamer kenbaar gemaakt. Over deze voornemens is aan diverse instanties
advies gevraagd en zijn vragen voorgelegd aan het Comité familierecht
van de Raad van Europa.
Afspraken vooraf maken
Een echtscheidingsprocedure begint met een inleidend verzoekschrift
aan de rechter. Uit het verzoekschrift zal moeten blijken over welke
onderdelen van het verzoek overeenstemming is bereikt tussen de
echtgenoten en waarover nog een verschil van mening bestaat.
Bijvoorbeeld over het gebruik van de echtelijke woning, het verdelen
van de gemeenschap, en de alimentatie. In het verzoekschrift worden
verplicht afspraken opgenomen over de invulling van het ouderlijk
gezag oftewel over 'de kinderen'. Dit stimuleert partijen om over
relevante onderwerpen afspraken te maken en het biedt de rechter de
mogelijkheid om op basis van de geleverde gegevens tot een gerichte
aanpak van het geschil te komen. Zo kan de rechter partijen verwijzen
naar een mediator voor die onderwerpen waarover nog geen
overeenstemming is bereikt.
Omgang
Het is in het belang van het kind dat het door beide ouders wordt
verzorgd en opgevoed. De ouderlijke verantwoordelijkheid brengt dit
met zich mee. Ouders behoren zelf afspraken te maken over een
zorgverdeling.
De minister is voornemens in de wet vast te leggen dat een ouder niet
alleen recht heeft op omgang met zijn kind, maar ook de plicht tot
omgang heeft. Het opnemen van deze norm heeft een aantal gevolgen. Ten
eerste zullen ouders die afspraken maken over de wijze van uitoefening
van het ouderlijk gezag rekening moeten houden met deze norm. Ook de
rechter zal die in zijn ambtshalve toets meenemen. Daarnaast brengt
het tot uitdrukking dat afspraken over de zorgverdeling, inclusief een
omgangsregeling die door de rechter is vastgesteld, moeten worden
nagekomen door beide ouders. Duitsland heeft op dit punt een
vergelijkbare regeling.
Een door de Kamer aanvaarde motie-Dittrich verzocht de regering te
komen tot een wettelijk vastgelegde standaardnorm voor een
omgangsregeling. De geraadpleegde instanties wijzen een dergelijke
standaardnorm af als zijnde een keurslijf dat polariserend werkt. Ook
de landen van de Raad van Europa geven aan een wettelijke
standaardnorm niet te kennen en zijn ook niet voornemens zulks te
realiseren. Als reden wordt aangegeven dat een minimumnorm in de
praktijk te veel als standaard gaat fungeren en dat de rechter beperkt
wordt in zijn mogelijkheden voor een flexibele invulling van een
omgangsregeling.
Mediation
Mediation is gebaseerd op vrijwilligheid. Een door de Kamer aanvaarde
motie-Dittrich roept de regering op te komen tot een wettelijke
verplichting tot mediation in geval van omgangs-conflicten. Minister
Donner voelt niets voor een generieke verplichting tot mediation in
alle gevallen van omgangsconflicten. Wel wil hij de rechter de
mogelijkheid te bieden, in die gevallen die hij kansrijk acht,
partijen te verwijzen naar mediation om te bezien of een gezamenlijke
oplossing mogelijk is.
Scheiden buiten de rechter om
In reactie op een door de Kamer aangenomen motie-Schonewille (nader
onderzoek naar de mogelijkheid van echtscheiding buiten de rechter om)
heeft minister Donner gezegd geen voorstander van deze mogelijkheid te
zijn, omdat het huwelijk een verbintenis schept met een bijzondere
betekenis, die niet als een 'gewoon' contract ontbonden mag worden.
Een rechterlijke beslissing is daarom aangewezen.
Om uitvoering te geven aan de motie-Schonewille is een aantal vragen
voorgelegd aan het Comité voor Familierecht van de Raad van Europa.
Negentien landen hebben gereageerd.
Daarvan hebben er negen laten weten scheidingen zonder rechterlijke
tussenkomst niet te zullen erkennen wegens strijd met de de openbare
orde. Vijf landen twijfelen of een dergelijke scheiding wel erkend zal
worden en vijf lidstaten (Estland, Noorwegen, Denemarken, IJsland en
Portugal) kennen deze mogelijkheid wel, maar alleen als de echtgenoten
een gezamenlijk verzoek tot scheiding doen en er overeenstemming
bestaat over de voorwaarden waaronder.
De resultaten van deze enquête geven de minister geen aanleiding om
zijn standpunt te wijzigen.
Flitsscheiding
In 2003 heeft minister Donner de Kamer laten weten dat de toename van
het aantal flitsscheidingen hem zorgen baarde. Hij wilde toen niet
onmiddellijk deze scheidings-mogelijkheid ongedaan maken, omdat de
wetgever destijds bewust de omzetting van huwelijk naar geregistreerd
partnerschap mogelijk heeft gemaakt, wetende dat de mogelijkheid van
flitsscheiding aanwezig was.
Sindsdien zijn er signalen gekomen dat er aan het fenomeen
'flitsscheiding' grote bezwaren kleven. Een groot aantal landen (w.o.
Duitsland) erkennen deze vorm van echtscheiding niet.
Mocht iemand in zo'n land na een flitsscheiding gaan trouwen dan
pleegt hij bigamie.
Daarnaast is het bij het ontbinden van een geregistreerd partnerschap
niet mogelijk (neven)voorzieningen rond kinderen te treffen. Die
mogelijkheid is destijds bewust uitgesloten omdat een partnerschap
geen automatische band doet ontstaan tussen de vader en het tijdens
een partnerschap geboren kind. Daarbij zijn de regels voor
levensonderhoud en alimentatie niet van toepassing op een ontbonden
partnerschap.
De minister heeft besloten de mogelijkheid van het omzetten van een
huwelijk in een geregistreerd partnerschap en vice versa ongedaan te
maken. Dit past in zijn visie om het huwelijk niet dan na tussenkomst
van de rechter te laten ontbinden. Daarnaast is hij van mening dat
iedereen inmiddels in de gelegenheid is gesteld om alsnog een keuze te
maken voor een geregistreerd partnerschap of een huwelijk.
-------------
14 apr 04 11:22