Nieuws
13 apr 2004 - Inbreng VVD in nota-overleg
inzake innovatiebeleid
Nota-overleg EZ Innovatiebrief
De Nederlandse economie heeft het zwaar te verduren
De teruglopende economische groei heeft op een feilloze manier de zwakke
plekken in de Nederlandse economie blootgelegd. Een veel te rigide
arbeidsmarkt, een te weinig innovatief bedrijfsleven, te veel regels en
op veel terreinen is de rol van de overheid onduidelijk met als gevolg
weinig inefficiënt werkende markten;
Het innovatief vermogen van de Nederlandse economie is te laag
Veel potentiële kennis wordt onbenut gelaten. Oorzaken hiervan zijn
starre regelgeving en gebrekkige samenwerking tussen bedrijfsleven en
kennisinstellingen. Een voorbeeld van een wel geslaagde samenwerking
tussen het bedrijfsleven en de kennisinstituten vormen de TTI's. De OESO
heeft eind 2003 de Nederlandse overheid geadviseerd om het instrument van
de TTI's uit te breiden en de VVD hoopt dan ook dat de TTI's als
voorbeeld zullen dienen voor verdere stimulering van de samenwerking
tussen het bedrijfsleven en de kennisinstituten;
De uitgaven in Nederland voor Research & Development liggen te laag
Het ministerie van EZ laat weten dat van de 700.000 bedrijven in
Nederland slechts 40.000 als "innovatief" kunnen worden aangemerkt en dat
van deze 40.000 weer slechts 13.000 tot 14.000 bedrijven een beroep doen
op de WBSO;
De VVD vreest dat steeds meer bedrijven naar het buitenland zullen
trekken
Philips is een goed voorbeeld hiervan. Philips heeft haar activiteiten
voor een groot deel van Nederland naar België verhuisd, omdat zij daar
beter aansluiting heeft gevonden op het gebied van innovatie aan de
Universiteit van Leuven en omdat in België een zeer stimulerend en
prestatiegericht beleid gevoerd wordt ten aanzien van innovatie;
Aldus hecht de VVD veel belang aan het stimuleren van innovatie en de
kenniseconomie
De VVD fractie is blij met de warme belangstelling voor de
kenniseconomie. De VVD wil er echter op wijzen dat het innovatief
vermogen van de Nederlandse economie afhankelijk is van veel meer
factoren dan alleen de concentratie op kennisontwikkeling. Innovatie
betreft ons inziens niet in de minste mate ook het creëren van een
innovatief gericht ondernemersklimaat. Hierdoor zal er ook goed moeten
gekeken worden naar factoren die een dergelijk ondernemersklimaat kunnen
vormen. Men kan bijvoorbeeld denken aan factoren die het
vestigingsklimaat bepalen zoals onze strenge regelgeving, de starre
arbeidsmarkt, rigide arbowetgeving en onze fileproblematiek. Deze kant
van de zaak wordt volgens de VVD fractie in de Innovatiebrief
onderbelicht. Deze problematiek biedt bij uitstek een middel om de
verkokerend aanpak te verbreken, daar het stimuleren van het
ondernemersklimaat om interdepartementale samenwerking en inzet vraagt.
De overheid moet zelf ook innovatiever worden. Deze aanpak is in
hoofdlijnen in de Innovatiebrief te vinden, alleen zou de VVD fractie
graag van de minister willen horen hoe dit concreet vorm zal krijgen.
Bij dit kritiekpunt komt tevens naar voren dat de Innovatiebrief zich
focust op kennisontwikkeling, terwijl onderzoek heeft uitgewezen dat het
daar nog niet zo slecht mee gesteld is.
Het probleem licht meer bij het feit dat de kennis die is opgedaan door
de kennisinstellingen niet bij het bedrijfsleven terecht komt. De focus
zou aldus op kennis gebruik moeten liggen en niet op de ontwikkeling. De
kern is of de aanwezige kennis benut kan worden door het bedrijfsleven,
aldus draait het om kennisvalorisatie en nogmaals in beginsel niet om
kennisontwikkeling. Kennisontwikkeling is volgens de VVD dan wel niet het
kernprobleem, wel is het belangrijk dat kennisinstellingen en het
bedrijfsleven geprikkeld worden om hun kennis te ontwikkelen. De VVD
ziet, ten aanzien van de kennisinstituten, hiertoe mogelijkheden door een
prestatiegerichte benadering van de eerste geldstroom. De vraag is dan
ook of de minister hierin ook de mogelijkheid ziet om een cultuuromslag
bij universiteiten en hogescholen teweeg te brengen en de
kennisontwikkeling bij deze instituten te stimuleren, door de
instellingen via de eerste geldstroom af te rekenen op hun prestaties.
Voor de kennisontwikkeling van bedrijven is de beschikbaarheid van
venture capital cruciaal. Verstrekkers van venture capital richten zich
vooral op de tweede financieringsronde (het moment dat een product klaar
is om op de markt te worden gebracht). Financiers zijn minder geneigd tot
financiering van het traject tussen 'proof of principle' en 'proven
concept' vanwege de bijkomende risico's. Heeft de minister concrete
ideeën ter stimulering van de financiering van deze eerste
financieringsronde?
Gezien de punten van kritiek heeft de VVD fractie haar hoop gevestigd op
het Innovatieplatform
Het is alleen niet geheel duidelijk wat de stand van zaken is ten aanzien
van het platform. Wanneer kunnen wij een concreet plan van aanpak
verwachten van het platform als het gaat om het stimuleren van het
Nederlandse innovatiebeleid. De tijd dringt. De Lissabon doelstelling is
alleen nog maar haalbaar indien wij direct aan de slag gaan. Nederland
zou koploper worden van Europa als het gaat om innovatie, maar dit is
slechts haalbaar indien wij direct met concrete plannen komen. Wat is het
precieze traject en welke onderwerpen komen aan bod bij dit platform. Wat
zijn de plannen van het Innovatieplatform ten aanzien van de reeds
aangehaalde kennisvalorisatie en welke plannen liggen er vanuit het
platform ter stimulering van het Nederlandse ondernemersklimaat en de
doorbreking van de verkokering?
Een slotopmerking. De VVD prijst de inzet van haar collega's van de PvdA.
Bij de bespreking van HOOP werd duidelijk dat ook de PvdA fractie, in
tegenstelling tot het CDA, onze mening deelt als het gaat om de noodzaak
van cultuuromslag bij de kennisinstellingen. Ook een prestatiegericht
beleid vanuit de overheid ten aanzien van de eerste geldstroom is een
vereiste voor een innovatiegericht overheidsbeleid. Daarnaast is de VVD
bijzonder verheugd over het PvdA voorstel om een generiek beleid na te
streven als het gaat om innovatiebeleid De VVD fractie is van mening dat
op dit moment een moeras aan microregelingen te vinden is in het
stimuleringsbeleid van de overheid ten aanzien van innovatie. De VVD is
zeer verheugd over deze liberale wending weg van overheidsdirigisme,
waarbij de overheid bepaald wat goed is voor ons innovatiebeleid door
subsidies toe te kennen. De nadruk die de PvdA legt op een generiek
stelsel en niet op een in-het-geheel-nog-niet-geslaagd-gebleken
subsidiecultuur wordt door de VVD van harte toegejuicht
VVD