Werkgever belanghebbende bij toekenning WW-uitkering aan werknemer in
verband met verhaal kosten
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 13-04-2004
De Raad stelt vast dat betrokkene dient te worden aangemerkt als een
overheidswerknemer. Uit artikel 97b, eerste lid, aanhef en onder a,
van de Werkloosheidswet (WW) vloeit rechtstreeks voort dat de kosten
van de aan betrokkene toegekende WW-uitkering op de werkgever worden
verhaald. Er bestaat derhalve een direct verband tussen de toekenning
van de WW-uitkering aan betrokkene en het verhaal van de uit die
toekenning voortvloeiende kosten op de werkgever. De Raad deelt het
standpunt van het bestuursorgaan dat de werkgever moet worden geacht
een voldoende actueel en concreet belang te hebben bij het besluit tot
toekenning van een WW-uitkering aan betrokkene, welke immers de
financiële positie van de werkgever rechtstreeks beïnvloedt. De
omstandigheid dat het verhaal op de werkgever door middel van een
afzonderlijk besluit geschiedt, dient niet te leiden tot het oordeel
dat van een afgeleid belang moet worden gesproken. Voort wijst de Raad
op artikel 129b van de WW, waaruit voortvloeit dat een werkgever de
grief dat de uitkering ten onrechte of tot een te hoog bedrag is
vastgesteld dient in te brengen in het kader van een door hem
aangewend rechtsmiddel tegen het besluit waarbij aan diens werknemer
een uitkering wordt toegekend.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AO6487
Zie het origineel