Termijnoverschrijding; onduidelijk tegen welke uitspraak het hoger
beroep is gericht
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 13-04-2004
Naar het oordeel van de Raad houdt de bepaling van artikel 6:5, eerste
lid, sub c, van de Algemene wet bestuursrecht in dat, wil een hoger
beroep binnen de beroepstermijn zijn ingesteld, voor het verstrijken
van de termijn duidelijk moet zijn tegen welke uitspraak het hoger
beroep zich richt. Nu in dit geding pas na het verstrijken van de
beroepstermijn is gebleken dat het hoger beroep van het bestuursorgaan
zich richt tegen een andere uitspraak dan die welke is meegezonden met
het hoger beroepschrift, is naar het oordeel van de Raad het hoger
beroep tegen die uitspraak te laat ingediend. Niet gesteld of gebleken
is dat deze overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AO6442
Zie het origineel