Gemeente Maassluis

Persberichten

13-4-2003

Antwoorden op vragen PvdA over asielbeleid

De fractie van de PvdA heeft op 28 januari 2004 aan het college van burgemeester en wethouders schriftelijke vragen gesteld over het uitzettingsbeleid voor uitgeprocedeerde asielzoekers.

Het college betrekt bij de beantwoording de uitkomsten van het debat in de Tweede Kamer en de informatie die intussen van de VNG en het ministerie van Justitie is ontvangen.

Hoeveel uitgeprocedeerde asielzoekers die onder de uitreisregeling vallen wonen er in Maassluis?
De gemeente huisvest voor gedeeltelijk eigen kosten 8 personen die Nederland inmiddels hadden moeten verlaten.

Bent u met onze fractie van mening dat het gesol met deze mensen niet langer kan en dat Maassluis hen op een humane manier moet behandelen? Ja, dat zijn we met u van mening. Nu het kabinet met steun van de Tweede Kamer besluiten heeft genomen over de terugkeerprocedure, is er in ieder geval duidelijkheid gekomen. Gelet op het gevoerde Maassluise beleid in de afgelopen jaren mag u de conclusie trekken dat het college altijd oog heeft gehouden voor de omstandigheden waarin asielzoekers en uitgeprocedeerden verkeren.

Kunt u ons toezeggen dat Maassluis geen mensen op straat zal zetten en/of de illegaliteit in zal sturen?
Het beleid van de minister is erop gericht om te voorkomen dat asielzoekers op straat terecht komen en daarmee de illegaliteit in gaan.
De minister schetst daarbij drie mogelijkheden.
1. Betrokkene krijgt de reisdocumenten en keert vrijwillig terug.
2. Betrokkene krijgt geen reisdocumenten maar treft zelf geen blaam. Op dat moment treedt het buiten-schuld-criterium in werking en krijgt betrokkene alsnog een verblijfsvergunning.
3. Betrokkene krijgt geen reisdocumenten, doordat hij/zij niet voldoende meewerkt. Op dat moment vindt er verhuizing plaats naar een uitzetcentrum.

Bovendien zal het college alles doen wat in zijn vermogen ligt om te voorkomen dat uitgeprocedeerden op straat worden gezet. Humaan beleid is hierbij het uitgangspunt.

Bent u bereid met de VNG in overleg te treden en aan te dringen op fellere protesten van die kant?
Naar ons oordeel heeft de VNG haar uiterste best gedaan om een regeling te treffen die voor alle betrokkenen, de vluchteling op de eerste plaats, een positief en menselijk karakter had. Het gevoerde debat in de Tweede Kamer over dit onderwerp heeft duidelijkheid geschapen: het rijksbeleid is vastgesteld. Zonodig zullen wij verder overleg voeren met de VNG. Voor de volledigheid hebben wij de ledenbrief van de VNG bijgevoegd.