Den Haag, 13 april 2004
Vragen van de leden Depla en Verbeet (beide PvdA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken
1. Bent u op de hoogte van de recente uitspraak van de Commissie Gelijke
Behandeling (CGB) dat het gros van de pensioenregelingen in Nederland
vrouwen discrimineert?
2. Moet de uitspraak van de (CGB) zo begrepen worden dat het pas beginnen met
opbouwen van pensioen boven de volledige AOW-uitkering ertoe leidt dat
vrouwen ongelijk behandeld worden?
3. Wat is uw oordeel over deze uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling?
4. Hoe zouden werkgevers en werknemers hun regelingen moeten aanpassen zodat
er geen sprake is van discriminatie van vrouwen bij het opbouwen van pensioen?
5. Op hoeveel pensioenfondsen, deelnemers en gepensioneerden heeft dit ongeveer
betrekking?
6. Heeft de door de CGB gewraakte drempel (franchise) in de pensioenopbouw ook
het effect dat werknemers met een lager pensioengevend inkomen, relatief
minder pensioen opbouwen dan werknemers met een hoger pensioengevend
vermogen?
7. Zijn er pensioenregelingen bekend die wel voldoen aan de eisen van de CGB en
pensioen opbouwen over elke verdiende euro?
8. Welke stappen gaat u ondernemen om aan deze ongewenste vorm van
discriminatie een einde te maken?
---
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.
Partij van de Arbeid