De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR DEN HAAG
Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk
- FM 2004-00369 M
Onderwerp
Financial Action Task Force on money laundering
Mede namens de Minister van Justitie deel ik u
het volgende mee.
Van 25 tot en met 27 februari 2004 vond in
Parijs de plenaire vergadering van de Financial
Action Task Force on money laundering (FATF)
plaats. De FATF is een intergouvernementele
organisatie van landen met belangrijke
financiële centra die zich bezig houdt met de
bestrijding van witwassen en financiering van
terrorisme. Hiervoor zijn in totaal 48
aanbevelingen geformuleerd, waaraan Nederland en
de andere leden zich gebonden hebben en aan de
hand waarvan ook derde landen worden beoordeeld.
Tijdens de plenaire vergadering is een aantal
verschillende onderwerpen aan de orde geweest,
waarover ik u hierbij informeer .
Lijst van non-cooperatieve landen
Indien derde landen ondanks herhaaldelijke
aanmaning door de FATF hun tekortschietende
anti-witwaswetgeving niet verbeteren, worden
deze landen op de zogeheten NCCT-lijst (Non
Co-operative Countries or Territories)
geplaatst. De lijst met landen is in Parijs
gewijzigd. De volgende 7 landen staan nu op de
lijst: de Cook Eilanden, de Filippijnen,
Guatemala, Indonesië, Myanmar, Nauru en Nigeria.
In Egypte en Oekraïne bleek sprake van voldoende
vooruitgang, waardoor de plenaire vergadering
heeft kunnen besluiten om deze twee landen van
de NCCT-lijst te verwijderen.
De FATF waarschuwt in de 40 aanbevelingen landen
om extra voorzichtigheid te betrachten bij het
zakelijke verkeer met deze NCCT-landen,
transacties met deze landen goed te onderzoeken
en bij twijfel te melden aan de autoriteiten (in
Nederland het Meldpunt Ongebruikelijke
Transacties) . Landen die ondanks de plaatsing
op de NCCT-lijst onvoldoende voortgang maken bij
de herziening van de wetgeving, kunnen na een
besluit van de FATF door de leden gezamenlijk
aan tegenmaatregelen onderworpen worden
(thans Nauru en Myanmar). Doel van de
tegenmaatregelen is het beschermen van de
integriteit van het financiële stelsel van de
FATF-landen. Gezien het belang van dit doel
treft Nederland de tegenmaatregelen reeds in een
eerdere fase, dat wil zeggen wanneer landen op
de NCCT-lijst geplaatst worden. De
tegenmaatregelen zijn dus van toepassing op
alle, thans 7, landen op de NCCT-lijst. Voor wat
betreft Nauru en Myanmar, geldt daarenboven het
volgende aangescherpte beleid:
Nauru en Myanmar
De tegenmaatregelen tegen Nauru zijn in december
2001 (zie brief FM 2001-2128) door de FATF
afgekondigd. Tijdens de plenaire vergadering van
de FATF in Parijs (februari 2003, FM 2003-262 M)
is naar voren gebracht dat de ?financiële
sector? van Nauru (uitgezonderd de Centrale Bank
van Nauru) bestaat uit ongeveer 168 ?shell
banks? (te vergelijken met
brievenbusmaatschappijen) die in handen (lijken
te) zijn van internationale criminele
organisaties. Intussen is gebleken dat Nauru, na
een regeringswisseling, nieuwe wetgeving heeft
aangekondigd of ingevoerd om alle ?shell banks?
te verbieden. Bovendien werken de Nauruaanse
autoriteiten nu samen met toezichthouders uit
FATF-landen. Belangrijk openstaand punt op dit
moment is echter nog de invoering van
deugdelijke anti-witwaswetgeving. Zolang deze
niet is geïmplementeerd, blijven de
tegenmaatregelen van kracht.
De regering waarschuwt dan ook nog steeds om
geen zaken te doen met Nauru, Nauruaanse
instellingen en Nauruaanse staatsburgers en
ingezetenen van Nauru. Mijn verzoek aan de
toezichthoudende instellingen De Nederlandsche
Bank, de Pensioen- en Verzekeringskamer en de
Autoriteit Financiële Markten om de onder hun
toezicht staande instellingen dringend te
verzoeken om zeer strikte voorzorgsmaatregelen
te nemen in zakelijke relaties met Nauru (zie
brief FM 2003-262) blijft voorlopig van kracht.
Daarbij kan nalatigheid bij de onder toezicht
staande instellingen leiden tot
(strafrechtelijke) consequenties wegens het
veronachtzamen van de op hun rustende
zorgplicht.
De voortgang in Myanmar is op dit moment
onvoldoende. In mijn brief van 18 november 2003
(FM 2003-1599) had ik aangegeven dat Myanmar
geen wetgeving voor wederzijdse rechtshulp naar
het parlement had gezonden en geen regelgeving
tegen het witwassen van gelden had ingevoerd en
dat daardoor tegenmaatregelen van kracht werden.
Thans heeft Myanmar slechts aan een van de twee
eisen voldaan. De gevraagde wetgeving die
wederzijdse rechtshulp mogelijk moet maken is
nog niet naar het Parlement gezonden. De
tegenmaatregelen worden dus gecontinueerd.
In voornoemde brief (FM 2003-1599) had ik tevens
aangegeven dat de continuering van de
tegenmaatregelen tegen Myanmar door de
FATF-landen voor Nederland zou betekenen dat de
hierboven omschreven maatregelen tegen Nauru ook
tegen Myanmar zouden worden toegepast. Dit zal
dienovereenkomstig geschieden, ik zal de
toezichthouders op de Wet Melding
Ongebruikelijke Transacties (Wet MOT) en de Wet
Identificatie bij Dienstverlening (WID) hiervan,
ten behoeve van de uitoefening van hun toezicht,
op de hoogte stellen.
Ter aanvulling op de bestaande waarschuwing om
zeer strikte voorzorgsmaatregelen te nemen in
zakelijke relaties met Nauru, Nauruaanse
instellingen en Nauruaanse staatsburgers en
ingezetenen, respectievelijk met of ten behoeve
van Myanmar, Myanmarese instellingen en
Myanmarese staatsburgers en ingezetenen het
volgende. Gesteund door de negatieve beoordeling
van de FATF van deze twee landen, ben ik van
mening dat er een verhoogd risico is bij
bovengenoemde zakelijke relaties c.q.
transacties met deze landen. Meldplichtige
instellingen wordt dan ook aangeraden om, in
geval van twijfel, deze transacties te melden
aan het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. Ik
zal de leden van de Begeleidingscommissie MOT,
waarin de toezichthouders, de meldplichtige
instellingen, het MOT en het OM vertegenwoordigd
zijn, hiervan op de hoogte stellen.
Werkgroep inzake Typologieën
In Parijs is gesproken over het jaarlijkse
?Typology report? van de FATF en de mogelijkheid
om de jaarlijkse Typologie exercitie te
verbeteren. Het Typologie rapport voor 2003 ?
2004 is bijgevoegd. Typologieën zijn in dit
geval analyses van methoden en technieken die
gebruikt worden om wit te wassen en terrorisme
te financieren. Nederland hecht zeer sterk aan
typologieën, maar is kritisch over het huidige
model. Tot op heden werd eens per jaar door een
van de FATF leden een expert vergadering belegd
waarbij (te) kort over een aantal geselecteerde
thema?s werd gesproken, waarvan het jaarlijkse
Typologie rapport het verslag vormde.
In Parijs is daarom, mede op initiatief van
Nederland, gesproken over een nieuwe opzet voor
de Typologie exercitie waarbij kleine
werkgroepen van experts zich gedurende langere
tijd over afzonderlijke onderwerpen zullen
buigen. Dit is van groot belang. Typologieën
zijn de praktische onderbouwing van het beleid
in de strijd tegen witwassen en de financiering
van terrorisme. Zonder deugdelijke typologieën
is het lastiger om tijdig de nieuwste methoden
van criminelen en terroristen te ontdekken en
deze zo nodig op een zo efficiënt en effectief
mogelijke wijze te bestrijden met beleid, wet-
en regelgeving.
Uw Kamer heeft meermaals gewezen op het belang
van het tegengaan van het misbruik van
non-profit instellingen, ik kan u verzekeren dat
Nederland internationaal een voortrekkersrol
speelt op dit terrein. Zo is de paragraaf over
non-profits (o.a. stichtingen) en terrorisme
financiering in bovengenoemd Typologie rapport
2003 ? 2004 tot stand gekomen in een door
Nederland voorgezeten werkgroep. De aandrijvende
rol die Nederland internationaal op dit
onderwerp speelt is mede ingegeven door de vaste
overtuiging dat effectief beleid op dit terrein
alleen mogelijk is indien alle landen één
beleidsfront vormen.
Omzetten van de nieuwe 40 aanbevelingen tegen
witwassen in een beoordelingsmodule ?AML/CFT
ROSC?.
Bij de toetsing van de implementatie van de 40
aanbevelingen tegen witwassen en de 8 speciale
aanbevelingen tegen de financiering van
terrorisme wordt sinds eind 2002 door de FATF
samengewerkt met IMF en Wereldbank. Samen heeft
men de FATF aanbevelingen, aangevuld met
specifieke standaarden voor de banken-,
effecten- en verzekeringssector, omgezet in
gedetailleerde en objectief toetsbare criteria
voor (de effectiviteit van) wet- en regelgeving
en beleid van landen ter bestrijding van
witwassen en terrorismefinanciering. Deze
objectief toetsbare module staat bekend als de
?AML/CFT Methodology? (?Anti Money Laundering /
Combating the Financing of Terrorism
Methodology). Voordeel van deze
beoordelingsmodule is dat zo goed als alle
landen ter wereld (FATF-landen, IMF- en
Wereldbank-leden) aan de hand van identiek
geformuleerde criteria geëvalueerd kunnen
worden. Met de bekrachtiging van de nieuwe 40
aanbevelingen tegen witwassen (waarover ik u in
mijn brief FM 2003-1441 geïnformeerd heb) is de
beoordelingsmodule aangepast aan de nieuwe
standaard. De plenaire vergadering van de
FATF-landen heeft deze aangepaste
beoordelingsmodule goedgekeurd. Het is nu aan
het IMF en de Wereldbank om de gewijzigde
beoordelingsmodule eveneens goed te keuren.
Nieuw mandaat van de FATF
Zoals eerder aangekondigd in de vorige brieven
inzake de FATF (FM 2003-950 en FM 2003-1441) aan
uw Kamer, discussieert de FATF over het nieuwe
mandaat van de FATF. Tijdens de afgelopen
plenaire vergadering is op ambtelijk niveau
overeenstemming bereikt over een nieuw mandaat
voor de FATF voor 8 jaar. Voortzetting van het
mandaat is van belang omdat er behoefte blijft
aan een organisatie als de FATF die volledige
aandacht kan schenken aan de bestrijding van
witwassen en de financiering van terrorisme.
Naast de voortzetting van het mandaat, is er
aandacht in het nieuwe mandaat voor een verdere
versterking van de samenwerking met de
internationale financiële instellingen (zoals
IMF en Wereldbank) en de Regionale
samenwerkingsverbanden op het gebied van de
witwasbestrijding (zoals de CFATF, de ?Caribbean
FATF? waarvan ook Aruba en de Nederlandse
Antillen lid zijn). Daarnaast moet de FATF
doorgaan met de evaluatie van haar eigen landen
door middel van wederzijdse evaluaties, waarbij
het gebruik is dat landen elkaar aanspreken op
eventuele geconstateerde gebreken.
Nu er ambtelijk overeenstemming is bereikt over
het mandaat, is het aan de ministers van de
FATF-landen om dit mandaat te bekrachtigen.
Bekrachtiging zal waarschijnlijk op 13 of 14 mei
2004 plaatsvinden. Ik ben voornemens om het
mandaat namens Nederland te bekrachtigen. Omdat
het Koninkrijk der Nederlanden lid is van de
FATF, is het aan de Nederlandse Antillen en
Aruba om eveneens het nieuwe mandaat te
bekrachtigen, opdat de samenwerking van de
koninkrijksdelen in één FATF-delegatie
voortgezet kan worden. Aan de Nederlands
Antilliaanse en Arubaanse FATF-delegatieleden is
verzocht aan te geven of hun landen, cq de
verantwoordelijke ministers, instemmen met
bekrachtiging. Het te bekrachtigen mandaat is
bijgevoegd.
Tot slot zij gewezen op de website van de FATF.
Op deze website kunt u de laatste ontwikkelingen
volgen, de ontstaansgeschiedenis van de FATF
nalezen en vindt u achtergrondinformatie over
witwassen, verschillende rapporten en
jaarverslagen, persberichten, links naar andere
relevante sites en vanzelfsprekend een overzicht
van de 40 aanbevelingen tegen witwassen en de
acht aanbevelingen tegen de financiering van
terrorisme. Het adres van de FATF website is:
http://www.fatf-gafi.org.
De minister van Financiën,
G. Zalm
Bijlagen:
· Report on Money Laundering and
Terrorist Financing Typologies (PDF)
· Draft mandate for the future of the
FATF
· Persbericht FATF over versterking
witwasbestrijding en
terrorismefinanciering (PDF)
---
Annex
Lid van de FATF zijn: Argentinië, Australië,
België, Brazilië, Canada, Denmarken, Duitsland,
de Europese Commissie, Finland, Frankrijk,
Griekenland, de Gulf Co-operation Council, Hong
Kong-China, Ierland, Italië, IJsland, Japan,
Luxemburg, Mexico, het Koninkrijk der
Nederlanden (Nederland, Nederlandse Antillen en
Aruba), Nieuw Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Portugal, de Russische Federatie, Singapore,
Spanje, Turkije, het Verenigd Koninkrijk, de
Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Zweden en
Zwitserland.
Het persbericht van de FATF van deze
plenaire vergadering is bijgevoegd.
Aanbeveling 21 luidt: ?Financial
institutions should give special attention to
business relations and transactions with
persons, including companies and financial
institutions, from countries which do not or
insufficiently apply the FATF Recommendations.
Whenever these transactions have no apparent
economic or visible lawful purpose, their
background and purpose should, as far as
possible, be examined, the findings established
in writing, and be available to help competent
authorities. Where such a country continuous not
to apply or insufficiently applies the FATF
Recommendations, countries should be able to
apply appropriate countermeasures?.
De FATF heeft de volgende vier
tegenmaatregelen geïdentificeerd die door de
leden getroffen kunnen worden:
1. Identificatieverplichtingen bij
transacties en financiële diensten met
instellingen uit NCCT-landen en hun onderdanen
(in Nederland via de Wet Identificatie bij
Dienstverlening, WID).
2. Verhoogde aandacht voor rapportering
van transacties met NCCT-landen en instellingen
of onderdanen uit NCCT landen.
3. Bij de vestiging van
dochterondernemingen van banken uit NCCT-landen
in Nederland dient de toezichthouder het feit
dat deze bank haar hoofdzetel heeft in een
NCCT-land te betrekken bij haar
vergunningsbeslissing (in Nederland door DNB).
4. Niet financiële sectoren waarschuwen
dat bij het zaken doen met bedrijven uit NCCT
landen het gevaar van witwassen aanwezig is (in
Nederland door middel van brieven aan het
Parlement, de toezichthouders en persberichten).
Ministerie van Financiën