Geen paniek onder de Nederlandse beroepsbevolking op de arbeidsmarkt.
Enkele arbeidsmarktdoelgroepen wel extra kwetsbaar komend jaar.
Capelle aan den IJssel - 7,4 procent van de Nederlandse
beroepsbevolking verwacht het komende jaar zijn/haar baan te
verliezen. Vooral de groep tot 25 jaar en de groep werkzaam op
VMBO-niveau is onzeker over zijn/haar arbeidstoekomst, respectievelijk
15 en 13 procent verwacht zijn/haar baan te verliezen. Van de werkzame
VMBO-ers tot 25 jaar is dit zelfs een derde. Dit blijkt uit de eerste
resultaten van het continu Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek van de
Intelligence Group dat onder 4.384 personen is gehouden tussen
december 2003 en februari 2004.
Geen paniek
Het belang van salaris is gedaald van 55 naar 54 procent en het belang
van een vast contract gestegen van 38 procent in 2003 naar 41 procent
in 2004. Deze kleine veranderingen samengenomen met een lichte
stijging in arbeidsmarktactiviteit (actief op zoek naar een nieuwe
baan) van de Nederlandse beroepsbevolking (van 11,7 naar 12,3 procent)
komen voor het groot deel tot stand door de gestegen werkloosheid.
Onder de groep werkzamen constateren we echter een lagere
arbeidsmarktactiviteit (van 9,5 naar 9 procent). Meer personen kiezen
voor de zekerheid van de huidige baan, maar houden hun werkgeverseisen
wel in stand.
Wanneer we vervolgens kijken naar de verwachte zoekduur naar een
(nieuwe) baan, verwachte schoolverlaters/studenten daar gemiddeld 4
maanden voor nodig te hebben, werkzoekenden 8 maanden en werkzamen
ruim 6 maanden. Tussen december 2003 en februari 2004 is de verwachte
zoekduur met circa een week toegenomen. Kleine veranderingen, maar
geen paniek onder de Nederlandse beroepsbevolking.
Arbeidsmarkt normaliseert
Nu de banen niet meer voor het oprapen liggen, winnen bijna alle
oriëntatiekanalen aan belang. De kans om (de schaarse) vacatures te
missen wordt zo door de baanzoekers gereduceerd. De krant blijft het
belangrijkste oriëntatiekanaal. 63 procent van de Nederlanders
gebruikt dit kanaal. Opvallend is de enorme stijging van het belang
van het eigen netwerk. In 2003 gebruikte 45 procent van de Nederlandse
beroepsbevolking zijn/haar netwerk om van baan te veranderen. In 2004
is dat 57 procent.
Verder valt op dat werksfeer, dat altijd al de belangrijkste reden was
om voor een baan te kiezen, veel belangrijker is geworden. In 2003
vond 59 procent dit een belangrijke reden om voor een werkgever te
kiezen. In 2004 is dit zelfs 67 procent. Opvallend is verder dat alle
belangrijke aspecten in de keuze van een werkgever aan belang hebben
gewonnen (inhoud en uitdaging van het werk en een vast contract) op
salaris na. Goede secundaire arbeidsvoorwaarden, flexibele werktijden
en opleidingsmogelijkheden hebben ook aan belang verloren in 2004.
Sectoren met relatief hoge baanonzekerheid
Bijna een kwart van personen werkzaam in de uitzendbranche verwacht
het komende jaar zijn/haar baan te verliezen. Slechts 52 procent
verwacht zijn/haar baan te houden en 24 procent verwacht deze
misschien te verliezen. Ook personen werkzaam in de sector
communicatie/media zijn niet zeker van hun baan. Van deze groep denkt
19 procent komend jaar zijn/haar baan te verliezen. Opvallend is dat
10 procent van de personen in loondienst bij de rijksoverheid komend
jaar verwacht zijn/haar baan te verliezen. In de telecomsector en in
de advies/consultancy is men het meest baanzeker. Respectievelijk 3 en
0 procent van deze personen denkt komend jaar hun baan te verliezen.
Onzekere functies
21 procent van de personen in een beveiligingsfunctie denkt het
komende jaar zijn/haar baan te verliezen gevolgd door personen in de
reclame, communicatie en PR waarvan 15 procent denkt zijn haar baan te
verliezen. juristen, bouwvakkers en marketeers zijn het meest gunstig
gestemd over hun baanzekerheid. Respectievelijk 3, 3 en 0 procent
denkt zijn/haar baan te verliezen.
Voor nadere informatie :
Intelligence Group
Postbus 748
2900 AS Capelle aan den IJssel
www.intelligence-group.nl
Geert-Jan Waasdorp
010 258 77 28
geert-jan@intelligence-group.nl
09 apr 04 13:23